Hulpverlening in Burundi onder druk door grootste toestroom Congolezen in decennia
Hulpverlening in Burundi onder druk door grootste toestroom Congolezen in decennia

In Rugombo helpt een team van UNHCR met het registreren van mensen die aankomen uit de Democratische Republiek Congo.
Terwijl het conflict in het oosten van de Democratische Republiek Congo (DRC) blijft voortduren, steken nog steeds duizenden mensen de grens met Burundi over – de grootste toestroom die het land de voorbije decennia heeft gezien.
In minder dan een maand tijd kwamen bijna 63.000 mensen aan in Burundi, waarvan meer dan 1.100 op 5 maart. Ondanks een lichte daling vorige week, blijven er dagelijks honderden vluchtelingen binnenkomen via 11 grensovergangen, waarvan de meeste niet-officieel zijn. De meerderheid zijn vrouwen, kinderen, en ouderen.
Sommigen vertellen aangrijpende verhalen over gevaarlijke reizen, zoals moeders die met hun pasgeboren baby’s in de armen de Rusizi-rivier moesten oversteken. Anderen liepen urenlang en doorkruisten ’s nachts moeilijk begaanbaar terrein zonder te stoppen om te rusten, uit angst om in vijandelijkheden verstrikt te raken. Voor sommigen is het niet de eerste keer dat ze moeten vluchten: een 45-jarige moeder vluchtte als tiener al naar Burundi en is nu terug met haar zes kinderen. Veel kinderen komen alleen of gescheiden van hun familie aan.
Er zijn ook meldingen van mensen die gedwongen worden enorm hoge prijzen te betalen voor transport naar de grens – kosten die oplopen tot drie keer het bedrag van twee weken geleden – waardoor het voor velen te duur wordt om veiligheid te bereiken.
De Burundese autoriteiten hebben opvang- en transitvoorzieningen opgezet om mensen die arriveren te registreren, onderdak te bieden en noodhulp te verlenen. UNHCR, de VN-Vluchtelingenorganisatie, en partners doen er alles aan om deze inspanningen met noodhulp te ondersteunen.
Meer dan 45.000 vluchtelingen worden nog steeds opgevangen in een lokaal stadion in Rugombo, een paar kilometer van de grens met de DRC, in afwachting van overplaatsing naar aangewezen opvanglocaties voor vluchtelingen. Het stadion heeft zijn opvangcapaciteit overschreden en veel gezinnen verblijven nu in openluchtsites binnen de gemeenschap of bij lokale families.
Deze week heeft UNHCR een beschermingspunt opgezet om cruciale psychosociale ondersteuning te bieden en te helpen bij het identificeren van specifieke behoeften onder de nieuwkomers, waaronder niet-begeleide minderjarigen, overlevenden van seksueel geweld, ouderen, en mensen met ernstige gezondheidsproblemen. De beschikbare middelen voor verdere zorg zijn echter uiterst beperkt. Gebrekkige sanitaire voorzieningen en slecht afvalbeheer maken de situatie nog meer precair, waardoor het risico op het uitbreken van epidemieën vergroot.
Om de druk aan de grens te verlichten worden vluchtelingen overgebracht naar een nieuwe opvanglocatie aangewezen door de autoriteiten. Aanzienlijke logistieke uitdagingen, zoals lange reistijden en een tekort aan voertuigen, bemoeilijken echter de inspanningen om deze mensen naar beter uitgeruste locaties te brengen.
Nieuwkomers vestigen zich in het Musenyi opvangkamp in het zuiden van het land. Deze site, die zo’n 10.000 mensen kan opvangen, is nu voor 60% vol. Mensen verblijven in collectieve opvang terwijl UNHCR en partners meer geschikte accommodatie opzetten. Vluchtelingen krijgen voedsel, water, en toegang tot lokale gezondheidsvoorzieningen. De Burundese regering is momenteel op zoek naar meer land waar extra opvanglocaties kunnen worden opgezet wanneer meer mensen op de vlucht aankomen.
Er is dringend behoefte aan medische hulp, waaronder gespecialiseerde behandeling van gewonden en psychosociale hulp in het verwerken van trauma’s. Om ervoor te zorgen dat kinderen naar school kunnen blijven gaan, zoekt UNHCR naar opties om extra klaslokalen te bouwen in lokale scholen en andere onderwijsinstellingen.
In de huidige context van budgettaire beperkingen is Burundi een van de vele landen waar dringend noodhulp nodig is. Zonder deze hulp komen nog meer levens in gevaar.
Sinds 5 maart zijn ongeveer 85.000 mensen vanuit de DRC naar buurlanden gevlucht na de recente escalatie van het conflict. Ter vergelijking: in de eerste twee maanden van 2024 zijn minder dan 7.000 mensen naar buurlanden gevlucht.