Alleenstaande kinderen op de vlucht
Tussen 2010 en 2019 moesten meer dan 400.000 kinderen alleen, zonder hun ouders of andere familieleden, vluchten voor oorlog, geweld en vervolging.
Alleenstaande kinderen behoeven extra aandacht en bescherming omdat de potentiële blootstelling aan risicofactoren hoger is. De belangrijke beschermende factor van nabije ouderlijke en familiesteun ontbreekt. Ze zijn ook meer kwetsbaar omdat zij vaak niet de hechte relaties hebben die hen beter zouden kunnen helpen omgaan met moeilijke gebeurtenissen.
Alleenstaande kinderen zijn vaak onzeker over hun toekomst, hebben veelal ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt in hun land van herkomst en/of op de vlucht. Ze hebben in landen van asiel een hogere kans op psychische problemen dan andere asielzoekers en vluchtelingen, zelfs jaren na het verkrijgen van een verblijfsvergunning.
Veerkrachtig
Tegelijkertijd zijn veel alleenstaande kinderen leergierig, veerkrachtig en optimistisch. Kinderen en jongeren willen over het algemeen niet graag als ‘bijzonder’ worden beschouwd. De meesten zijn gemotiveerd om een nieuw leven te beginnen en een toekomst op te bouwen. Opvanglanden dragen een grote verantwoordelijkheid voor de bescherming van alleenstaande kinderen.
UNHCR onderzocht de situatie van alleenstaande kinderen in Nederland en presenteert haar bevindingen en aanbevelingen in het rapport ‘In de eerste plaats een kind’.
Veelgestelde vragen
Wat zijn alleenstaande vluchtelingenkinderen?
Alleenstaande vluchtelingenkinderen zijn kinderen die zijn gevlucht, zonder hun ouders of andere personen die het gezag over hen hebben. Officieel worden zij ‘alleenstaande minderjarige vreemdelingen’ genoemd.
Wat is een alleenstaande minderjarige vreemdeling?
Een alleenstaande minderjarige vreemdeling is een alleenstaand kind dat op de vlucht is: iemand onder de 18 die op de vlucht is zonder ouders of personen die het gezag over het kind in kwestie heeft. ‘Alleenstaande minderjarige vreemdeling’, afgekort ‘amv’er’, is de officiële benaming voor een alleenstaand vluchtelingenkind.
Hoeveel alleenstaande kinderen zijn er wereldwijd op de vlucht?
In 2021 dienden 27.000 alleenstaande of alleenreizende kinderen asielaanvragen in, goed voor twee procent van alle nieuwe asielaanvragen. Dit is een toename van 6.000 aanvragen in vergelijking met 2020 en overtreft ook het niveau van voor de pandemie. De cijfers van asielaanvragen van alleenstaande kinderen blijven echter aanzienlijke onderschattingen vanwege het beperkte aantal landen dat gegevens over hen rapporteert.
Hoeveel alleenstaande vluchtelingenkinderen zijn er in Nederland?
In 2023 vroegen 5.804 alleenstaande kinderen asiel aan in Nederland. Dit is een stijging ten opzichte van voorgaande jaren (4.207 in 2022 en 2.191 in 2021). Zij hebben extra aandacht en bescherming nodig.
UNHCR onderzocht hun situatie en presenteert de bevinden in het rapport ‘In de eerste plaats een kind’. Voor een samenvatting van de aanbevelingen, klik hier.
Waar komen de meeste alleenstaande vluchtelingenkinderen vandaan?
Veruit de meeste alleenstaande kinderen die in 2023 asiel aanvroegen in Nederland kwamen uit Syrië (2.797) en Eritrea (1.030), maar ook alleenstaande kinderen uit Somalië (482), Irak (335) en Soedan (241) vroegen asiel aan in Nederland.
Welke begeleiding krijgen alleenstaande kinderen op de vlucht in Nederland?
Alle alleenstaande vluchtelingenkinderen in Nederland hebben recht op onderdak, onderwijs, gezondheidszorg en begeleiding. De asielprocedure is voor alleenstaande kinderen in principe hetzelfde als voor volwassen asielzoekers. Er wordt wel rekening gehouden met het feit dat zij minderjarig zijn. Zo krijgen ze een voogd toegewezen totdat ze 18 jaar zijn. Als een alleenstaand kind jonger is dan 15 jaar, wordt het opgevangen in een pleeggezin. Dit gebeurt onder verantwoordelijkheid van voogdij instelling Nidos. Als een alleenstaand kind 15 jaar of ouder is, wordt het opgevangen door COA, het Centraal Orgaan voor de Opvang van Asielzoekers. Voor alleenstaande jongeren zijn er speciale kleinschalige opvanglocaties met 24-uurs begeleiding. Als een alleenstaand kind jonger is dan 12 jaar, wordt daar rekening mee gehouden. Zo worden hun gesprekken voor hun asielprocedure gehouden in speciale ruimtes en worden deze gesprekken gevoerd door gespecialiseerde medewerkers.
Wat doet UNHCR om kinderen op de vlucht te helpen?
Kinderrechten zijn verankerd in het internationale recht, net als in het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind. Ze vormen de kern van het beschermingsmandaat van UNHCR. Gezien het hoge aantal kinderen onder ontheemde bevolkingsgroepen en het feit dat meisjes en jongens unieke beschermingsrisico’s lopen, is het beantwoorden van hun specifieke behoeften een topprioriteit voor UNHCR. Voor meer informatie over hoe UNHCR kinderen op de vlucht beschermt, bekijk de volgende rapporten:
Alleenstaande kinderen op de vlucht
Tussen 2010 en 2019 moesten meer dan 400.000 kinderen alleen, zonder hun ouders of andere familieleden, vluchten voor oorlog, geweld en vervolging.
Alleenstaande kinderen behoeven extra aandacht en bescherming omdat de potentiële blootstelling aan risicofactoren hoger is. De belangrijke beschermende factor van nabije ouderlijke en familiesteun ontbreekt. Ze zijn ook meer kwetsbaar omdat zij vaak niet de hechte relaties hebben die hen beter zouden kunnen helpen omgaan met moeilijke gebeurtenissen.
Alleenstaande kinderen zijn vaak onzeker over hun toekomst, hebben veelal ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt in hun land van herkomst en/of op de vlucht. Ze hebben in landen van asiel een hogere kans op psychische problemen dan andere asielzoekers en vluchtelingen, zelfs jaren na het verkrijgen van een verblijfsvergunning.
Veerkrachtig
Tegelijkertijd zijn veel alleenstaande kinderen leergierig, veerkrachtig en optimistisch. Kinderen en jongeren willen over het algemeen niet graag als ‘bijzonder’ worden beschouwd. De meesten zijn gemotiveerd om een nieuw leven te beginnen en een toekomst op te bouwen. Opvanglanden dragen een grote verantwoordelijkheid voor de bescherming van alleenstaande kinderen.
UNHCR onderzocht de situatie van alleenstaande kinderen in Nederland en presenteert haar bevindingen en aanbevelingen in het rapport ‘In de eerste plaats een kind’.