Het Vluchtelingenverdrag van 1951

Vluchtelingen behoren tot de meest kwetsbare mensen ter wereld. Het Vluchtelingenverdrag van 1951, aangevuld met het Protocol van 1967, helpt hen te beschermen.

Ze vormen de hoeksteen van de bescherming van vluchtelingen en de belangrijkste juridische documenten die de basis vormen van het werk van UNHCR.

Het Verdrag van 1951 bevat de internationaal erkende definitie van een vluchteling en schetst de rechtsbescherming, rechten en bijstand waarop een vluchteling recht heeft.

UNHCR fungeert als de ‘bewaker’ van deze documenten. We helpen regeringen ook om ze om te zetten in nationale wetten om ervoor te zorgen dat vluchtelingen worden beschermd en hun rechten worden nageleefd.

Kernprincipes

Het kernprincipe van het Verdrag van 1951 is non-refoulement, dat stelt dat een vluchteling niet mag worden teruggestuurd naar een land waar zijn of haar leven of vrijheid ernstig wordt bedreigd. 

Het document schetst de minimale basisnormen voor de behandeling van vluchtelingen, waaronder het recht op huisvesting, werk en onderwijs terwijl ze op de vlucht zijn, zodat ze een waardig en onafhankelijk leven kunnen leiden. Het definieert ook de verplichtingen van een vluchteling jegens gastlanden en specificeert bepaalde categorieën mensen, zoals oorlogsmisdadigers, die niet in aanmerking komen voor de vluchtelingenstatus.

Bovendien beschrijft het de wettelijke verplichtingen van de landen die partij zijn bij een of beide verdragen.

Bekijk en download het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen van 1951 en het bijbehorende protocol van 1967

Geschiedenis van het Verdrag van 1951

In de nasleep van de Eerste Wereldoorlog (1914 – 1918) ontvluchtten miljoenen mensen hun thuisland op zoek naar een toevluchtsoord. Regeringen reageerden door een reeks internationale overeenkomsten op te stellen om reisdocumenten te verstrekken aan deze mensen die in feite de eerste erkende vluchtelingen van de 20e eeuw waren. Hun aantal nam dramatisch toe tijdens en na de Tweede Wereldoorlog (1939-1945), toen miljoenen mensen gedwongen werden te vluchten.

Als reactie hierop heeft de internationale gemeenschap gestaag een reeks richtlijnen, wetten en conventies samengesteld die gericht zijn op de bescherming van de fundamentele mensenrechten en de behandeling van mensen die gedwongen zijn conflicten en vervolging te ontvluchten.

Het proces, dat begon onder de Volkenbond in 1921, leidde tot het Verdrag van 1951, dat tot op heden de meest uitgebreide codificatie van de rechten van vluchtelingen op internationaal niveau biedt.