VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR vangt over de hele wereld mensen op die moeten vluchten voor oorlog, geweld en vervolging. Onze collega’s werken in meer dan 130 landen. Een van hen is de Nederlandse Hyo Mee Duerinck. We interviewden haar over haar werk in Bangladesh.
UNHCR WASH Officer Hyo Mee Duerinck at UNHCR's sub-office in Cox's Bazar, Bangladesh. ; Hyo Mee Duerinck was deployed to Bangladesh as a Water, Sanitation and Hygiene (WASH) Officer with UNHCR in November 2018, on a short-term mission until March 2019.
“Twee jaar geleden sloegen in een paar weken tijd 740.000 Rohingya op de vlucht voor geweld in Myanmar. Dankzij donateurs in Nederland en in de rest van de wereld konden wij direct de in totaal 900.000 Rohingya in Bangladesh opvangen en helpen.
UNHCR speelt een coördinerende rol en werkt samen met overheden en partnerorganisaties. Het eerste dat we hebben gedaan is het gebied in kaart brengen en bepalen waar en hoe we de mensen konden opvangen. In de tussentijd kwamen nog iedere dag mensen aan. Uitgeput, bang en zoekend naar veiligheid en hulp. Met een klein beetje hulp, kunnen we al zo’n enorm verschil maken.”
“Ik ben een technische expert op het gebied van water, hygiëne en sanitaire voorzieningen in moeilijke omstandigheden. In de eerste weken en maanden lag de focus vooral op het regelen van eerste noodopvang en andere eerste noodzakelijke behoeften. Na ongeveer een jaar heeft het team in Bangladesh mij om hulp gevraagd en ben ik gaan kijken hoe we de situatie met alle noodvoorzieningen voor de mensen in het kamp kunnen verbeteren.”
“Je moet je voorstellen dat er van de ene op de andere dag ineens 700.000 mensen aankomen op een veld waar helemaal niets is, waar geen voorzieningen zijn, niets is om mensen onder te brengen. Je moet dan in no time een complete stad uit de grond stampen. Het is een race tegen de klok, omdat je wil voorkomen dat mensen ziek worden, er ziektes verspreiden, of erger, dat mensen overlijden. Pas als alle noodzakelijke hulp geboden is, en iedereen in veiligheid is gebracht, kan je meer vooruit kijken.
In het begin weet je bijvoorbeeld niet hoe lang het geweld in een land aanhoudt, wanneer mensen weer veilig terug kunnen naar huis. Twee jaar na de enorme vluchtelingenstroom is de veiligheid voor Rohingya in Bangladesh nog niet gegarandeerd, dus zoeken we naar meer duurzame oplossingen voor de mensen.”
“In het eerste jaar voerden we continu water aan via vrachtwagens, terwijl er tijdens de moesson een overvloed is aan water dat niet wordt gebruikt. Een van de oplossingen voor dit jaar is nu dat we met de aanleg van dammetjes zoveel mogelijk water reserveren voor het dagelijks gebruik in het kamp. Dat scheelt veel geld voor de vrachtkosten, en is bovendien duurzamer en milieuvriendelijker.”
“We hebben mensen gevraagd naar wat voor hen werkt en wat niet. Schoon water, hygiene en sanitaire voorzieningen zijn belangrijke onderdelen in het leven van vluchtelingen. Niet alleen om te voorkomen dat mensen ziek worden, maar ook voor hun waardigheid. Daarom zijn we nu bijvoorbeeld toilet- en douchegebouwen aan het bouwen. We maken daarin onderscheid tussen mannen- en vrouwen-gebouwen. De deuren worden voorzien van sloten om privacy redenen, en voor de veiligheid van vrouwen en meisjes. Dit zijn dingen die we dankzij donateurs kunnen doen. Het lijkt simpel, maar dit zorgt voor een enorm verschil in het leven van de mensen hier.”
“Het zijn mensen zoals jij en ik. Dit had ons ook kunnen overkomen. Het leven kan ineens op zijn kop staan. Op zo’n moment willen wij ook snel hulp krijgen.”
“Ik stap elke ochtend om 07.00 uur in de auto en reis dan twee uur naar het opvangkamp. Als ik daar ben aangekomen, bekijk ik de voortgang van het werk: waar staan de bouwers met de dammen, loopt alles volgens planning, zijn er ergens problemen? Soms ga ik in gesprek over plekken die door mensen zijn opgeëist als hun land. Ook houd ik me bezig met de veiligheid van de mensen die ons helpen bouwen. Het komt regelmatig voor dat ze worden bedreigd door lokale criminele groeperingen. Rond 15.00 uur rijd ik terug naar huis en werk ik alles uit voor de rapportage. Ik stuur en beantwoord e-mails en doe nog ander werk.”
“Ik blijf het bijzonder vinden dat ondanks wat de mensen allemaal hebben meegemaakt, ze blijven lachen. Laatst nog nodigde een vluchteling mij uit om bij hem thuis samen met zijn gezin te lunchen. En dan hoor je ineens hun verhaal. De man vertelde hoe hun dorp werd overvallen, de huizen werden plat gebrand en hij met zijn drie kinderen de jungle in rende. Ze hebben dagen gelopen en kwamen uiteindelijk hier en zijn zo blij dat ze nu veilig zijn.
De verschrikkelijke ervaring van geweld nemen ze hun hele leven mee. En toch gaan ze door en proberen ze er wat van te maken. Dat raakt me. Het zijn mensen zoals jij en ik. Dit had ons ook kunnen overkomen. Het leven kan ineens op zijn kop staan. Op zo’n moment willen wij ook snel worden geholpen. We moeten deze mensen niet vergeten.”
Deel op Facebook Deel op Twitter