De Mediterraanse oversteek blijft de dodelijkste ter wereld. In 2018 kwamen naar schatting 2.275 mensen om het leven, dat zijn er gemiddeld zes per dag. De cijfers staan in het nieuwe rapport Desperate Journeys 2018.
Ondanks dat het aantal vluchtelingen en migranten dat overleed minder was dan in 2017, is de kans de oversteek niet te halen aanzienlijk vergroot. Op de routes tussen Libië en Europa stierf één op de 14 mensen die in Europa aankwamen – een sterke stijging ten opzichte van 2017 (1 op 38). Belangrijkste oorzaak, zo zegt het rapport: het veranderde beleid van landen en bezuinigingen op de ‘search and rescue’-operaties.
Het afgelopen jaar kwamen in totaal 139.300 vluchtelingen en migranten aan in Europa, het laagste aantal in vijf jaar. Voor vele vluchtelingen was voet aan wal zetten het einde van een nachtmerrie; een reis waarop velen van hen te maken kregen met marteling, verkrachting en seksueel geweld, en de dreiging om ontvoerd en vastgehouden te worden voor losgeld. Overheden moeten dringend actie ondernemen om de smokkelnetwerken te ontmantelen en de daders van deze misdaden voor de rechter te brengen.
“We kunnen een einde maken aan deze tragedies door de moed en visie te hebben om verder te kijken dan de volgende boot,” aldus Filippo Grandi, Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen.
“Het redden van levens op zee is geen keuze, noch een kwestie van politiek, maar een eeuwenoude verplichting,” aldus Filippo Grandi, Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen. “We kunnen een einde maken aan deze tragedies door de moed en visie te hebben om verder te kijken dan de volgende boot. Een langetermijnaanpak op basis van regionale samenwerking is nodig, waarbij het menselijk leven en de menselijke waardigheid centraal staan.”
Het UNHCR rapport Desperate Journeys beschrijft hoe het beleid van sommige Europese landen is veranderd, waardoor grote aantallen mensen vaak dagenlang op zee dobberen in afwachting van de toestemming om ergens aan te meren. NGO-boten en hun bemanningen worden beperkt in hun ‘search and rescue’-operaties. Duizenden vluchtelingen werden teruggestuurd naar Libië, waar ze te maken kregen met afschuwelijke omstandigheden in detentiecentra.
Voor het eerst in de afgelopen jaren werd Spanje de belangrijkste toegangspoort tot Europa: ongeveer 6.800 mensen kwamen over land aan (via de enclaves in Ceuta en Melilla) en nog eens 58.600 mensen staken met succes de gevaarlijke westelijke Middellandse Zee over. Het aantal doden in het westelijke deel van de Middellandse Zee is daardoor bijna verviervoudigd van 202 in 2017 tot 777 afgelopen jaar. In 2018 arriveerden 23.400 vluchtelingen en migranten in Italië, vijf keer minder dan het jaar ervoor. Griekenland ontving afgelopen jaar een vergelijkbaar aantal mensen via zee, ongeveer 32.500 (30.000 in 2017). Via land, de grens met Turkije, kwamen drie keer zoveel mensen aan dan vorig jaar.
Elders in Europa, in Bosnië en Herzegovina registreerden ongeveer 24.000 vluchtelingen en migranten zich op doorreis door de Westelijke Balkan. Cyprus ontving verschillende boten met Syrische vluchtelingen uit Libanon, terwijl het Verenigd Koninkrijk tegen het einde van het jaar kleine aantallen Syrische vluchtelingen uit Frankrijk zag oversteken.
Maar er is ook hoop. Ondanks de politieke impasse in de regionale aanpak van redding en ontscheping op zee, waar UNHCR en IOM in juni om vroegen, hebben verschillende landen hervestigingsplaatsen aangeboden aan mensen die gered zijn in het centrale deel van de Middellandse Zee. Dit toont aan dat een potentiële basis voor een voorspelbare en duurzame oplossing bestaat. Zo zijn er in verschillende landen duizenden hervestigingsplaatsen toegezegd voor de evacuatie van vluchtelingen uit Libië.
Deel op Facebook Deel op Twitter