Vrijwilliger bekend als “Onze Lieve Vrouw van Krakau” is een van de vele bezorgde burgers in Polen die solidair blijven met vluchtelingen uit buurland Oekraïne.
Een vrachtwagen arriveert bij het distributiepunt in de Łagiewnickastraat in Krakau, Polen, en Agnieszka Szyluk loopt naar het voertuig toe nog voordat de chauffeur stopt. Ze draait de achterdeur open en grijnst bij het zien van een pallet vol brood. “Het is ons gelukt!” roept ze stralend, terwijl ze begint met uitladen.
Toen de 40-jarige Agnieszka Szyluk op 24 februari 2022 hoorde dat de oorlog in Oekraïne was uitgebroken, begon ze onmiddellijk met het organiseren van humanitaire hulp voor vluchtelingen. Nu, bijna een jaar later, runt ze twee populaire hulpposten in Krakau. Bij “Soep voor Oekraïne” krijgen vluchtelingen warm eten, en bij “Łagiewnicka Point“, kunnen vluchtelingen kiezen uit gedoneerde kleding, voedsel, hygiëneproducten en kinderwagens en kinderbedjes. Het lijkt op een winkel maar alles is er gratis voor wie het nodig heeft.
Agnieszka’s vriendelijkheid, inzet en organisatietalent hebben haar een bijnaam gegeven onder de Oekraïense vluchtelingen die haar dagelijks bezoeken: “Onze Vrouwe van Krakau”.
“Je moet voor gasten zorgen,” zegt Agnieszka, verwijzend naar de vluchtelingen. “Ik kan hun lijden niet negeren. Ik moet gewoon helpen. Dat zit in mijn aard,” zegt ze glimlachend als er weer een bestelwagen aankomt. Net als de broodwagen eerder die dag zullen de nieuwe pallets met kleding naar het magazijn worden gebracht en gratis ter beschikking worden gesteld aan mensen in nood.
In de eerste maanden van de oorlog toen er veel mensen uit Oekraïne vluchtten naar ondermeer buurlanden, haastten gewone Poolse burgers zoals Agnieszka zich om te helpen. In april 2022 zei bijna twee derde van de Polen dat ten minste één persoon uit hun huishouden vluchtelingen uit Oekraïne hielp zonder daarvoor een vergoeding te ontvangen, volgens het openbare opinieonderzoeksinstituut CBOS.
Agnieszka ziet tegenwoordig minder vrijwilligers in Krakau: “In het begin was de hulp massaal. Nu blijven alleen de meest vastberaden mensen over om te helpen”.
Niettemin, zegt Astrid Castelein, hoofd van UNHCR, de VN-Vluchtelingenorganisatie, in Krakau: “De noodhulp in Polen was een inspanning van de hele samenleving, van burgers tot het hoogste niveau van de Poolse regering. De betrokkenheid van de burger is en blijft groot in Polen en UNHCR is blij dat de organisatie kan samenwerken met zoveel gemotiveerde humanitaire actoren en vrijwilligers.”
Agnieszka werkt voor een stichting genaamd ‘The Good Always Comes Back’ en is geen groentje op het gebied van vrijwilligerswerk, ze heeft al 25 jaar anderen geholpen. Ondanks die ervaring zegt ze dat ze verrast is hoe bereid mensen zijn om mee te helpen en hoe snel dingen geregeld kunnen worden, vaak met “één telefoontje“. Maar de vraag is groot en sommige artikelen raken snel op,” zegt ze.
De hulp komt niet alleen per vrachtwagen. Mensen stoppen bij Łagiewnicka Point met alles wat ze kunnen delen. Op een recente ochtend arriveert een Poolse vrouw met twee jonge dochters bij het centrum, hun auto tot aan het dak volgeladen met speelgoed, winterkleren en voedsel. Ze komen uit Wieliczka, een stad op een half uur rijden van Krakau. Moeder en dochters helpen samen met het uitladen van de auto.
“Ik heb vanaf het begin geholpen,” zegt moeder Anna. “Eens in de twee maanden lever ik alles wat ik kan verzamelen af bij mijn vrienden en de goede mensen in en rond Krakau. Ik help deze mensen omdat ik gewoon medelijden met ze heb. Als ik aan deze kinderen denk, wat kan ik anders doen? Ik help zoveel ik kan. Ik breng spullen en help financieel.”
Łagiewnicka Point wordt elke dag door ongeveer 200 mensen bezocht, maar de laatste tijd, op winterdagen wanneer de hele stad bedekt is met sneeuw, komen er wel 350 mensen. Binnen gebeurt er voortdurend wat: vrijwilligers sorteren spullen, vluchtelingen kiezen wat ze nodig hebben.
“Nu het winter is, zien we dat er meer mensen komen voor hulp,” zegt Agnieszka. “Het zijn vooral nieuwkomers voor wie het nog moeilijker is om onderdak en werk te vinden. Ze hebben steun nodig om op eigen benen te kunnen staan.”
“Als ik ze vraag wat ze nodig hebben, zeggen ze altijd: ‘Naar huis gaan’.”
Volgens registratiestatistieken is 90 procent van de vluchtelingen uit Oekraïne in Polen kinderen, vrouwen en ouderen.
Veel vluchtelingen hebben werk gevonden en geen steun meer nodig maar, anderen blijven worstelen om de eindjes aan elkaar te knopen. Het vinden van werk is een uitdaging voor alleenstaande moeders met kleine kinderen , terwijl ouderen vaak de steun van hun familie missen waar ze thuis op vertrouwden.
Onder de bezoekers van Łagiewnicka Point is de 27-jarige Olha, die in november uit Oekraïne kwam en op zoek is naar luiers en melkpoeder voor haar acht maanden oude zoontje Mykhailo. “Toen de oorlog uitbrak, was ik zwanger. Het was erg gevaarlijk in Dnipro, waar ik woonde. Maar ik wilde niet weglopen. Ik was bang dat ik onderweg naar Polen zou bevallen,” zegt ze, terwijl ze haar kind wiegt.
“Ik bleef, maar de leefomstandigheden werden verschrikkelijk. Ik woonde op de zesde verdieping en door stroomuitval werkte de lift niet, zodat ik niet eens de kinderwagen naar beneden kon dragen om mijn kind mee naar buiten te nemen. Trouwens, hoe neem je het kind mee naar buiten, als er elk moment raketten kunnen vallen?”
Olha besloot uiteindelijk te vertrekken toen de ramen in het trappenhuis door explosies werden verbrijzeld en de verwarming uitviel.
Olha kwam in aanmerking voor financiële steun van UNHCR, maar bevindt zich nog steeds in een moeilijke situatie. Ze kwam naar Krakau vanuit de stad Wrocław, twee uur met de trein, in de hoop een nieuwe woning te vinden nadat haar vorige huurovereenkomst afliep. Olha accepteert dat zij en haar zoon nu misschien in een opvangcentrum moeten wonen met veel andere vluchtelingen.
De benarde situatie van Olha en Mykhailo verontrust Agnieszka, maar motiveert haar en andere vrijwilligers ook. “Soms moet ik huilen als ik zulke verhalen hoor,” zegt ze. “En ik word geraakt door de inzet van degenen die nog steeds willen helpen.”
Voorlopig gaan Agnieszka en de vele andere vrijwilligers door, maar ze hopen dat steeds meer vluchtelingen werk vinden of toegang krijgen tot overheidssteun en hun hulp uiteindelijk misschien niet meer nodig is.
Deel op Facebook Deel op Twitter