Bezorgd door de oorlog thuis, vinden jonge Oekraïense vluchtelingen in Hongarije nieuwe manieren om met hun mentale gezondheid bezig te zijn.
De negenjarige Maria was radeloos toen ze haar geliefde hond Sharik in de steek moest laten toen haar familie eerder dit jaar de oorlog in Oekraïne ontvluchtte. Nu nemen Maria en andere Oekraïense vluchtelingenkinderen in de Hongaarse hoofdstad Boedapest deel aan een therapiesessie met Noir, een hulphond voor emotionele steun.
Maria heeft speciale behoeften en spreekt moeilijk, maar de vreugde op haar gezicht behoeft geen woorden als ze de zachte zwarte Border Collie aait.
“Noir is speciaal opgeleid om de kinderen te kalmeren”, zegt hondengeleider Tímea Ádány van de lokale vluchtelingenorganisatie Next Step. Dierentherapie is een van de vele ontspannende activiteiten die worden aangeboden in het gemeenschapscentrum ‘Budapest Helps!’, een samenwerking tussen de gemeente Boedapest, de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en UNHCR.
“Bij de hond zijn is zo goed voor Maria”, zegt haar moeder Liudmyla, die in augustus naar Hongarije kwam met haar twee dochters vanuit de centraal-Oekraïense regio Vinnytsia. “We hadden nooit gedacht dat we deze oorlog zouden meemaken. We proberen hier vol te houden. Het is niet makkelijk.”
Vanaf de eerste dagen van de oorlog opende Hongarije zijn grenzen voor honderdduizenden vluchtelingen uit Oekraïne. In Hongarije werkt UNHCR samen met partners om diensten te verlenen die verder gaan dan materiële hulp, inclusief manieren om het trauma van vluchtelingen te behandelen. Het ‘Boedapest Helps!’ gemeenschapscentrum wordt door ongeveer 200 mensen per week bezocht, en de belangstelling groeit naarmate er meer opties worden toegevoegd, van een crèche tot taallessen, yoga en zelfs een Oekraïens koor.
De UNHCR-coördinator van dit alles is Yulia Morozova, die evenementenorganisator was in de regio Dnipro in Oekraïne, voordat ook zij in maart als vluchteling naar Boedapest kwam.
“Als iemand eenmaal een dak boven zijn hoofd heeft, wil hij verder komen”, zegt ze. “Het is goed dat wij Oekraïners ons kunnen organiseren en ons hier verenigen, vasthouden aan onze roots, onze eigen taal spreken, en nieuwe vrienden en wederzijdse steun vinden.”
“Het lijkt erop dat we nu een hond krijgen!”
Zodra de kinderen aan Noir gewend zijn, moedigt Tímea hen aan om met de speciaal getrainde collie te spelen en hem aan te moedigen circustrucs te doen in ruil voor koekjes.
De ouders kijken toe, opgelucht hun kinderen voor het eerst sinds lange tijd gelukkig te zien. Margarita uit Odesa kijkt toe terwijl haar dochter Yulia (11) lachend met Noir rondrent.
“Het is grappig”, zegt Margarita. “We zijn echt kattenmensen: we hebben twee katten meegebracht uit Oekraïne. Maar sinds we naar Boedapest zijn gekomen, blijft Yulia zeggen dat ze een hond wil. Misschien komt het omdat ze hier nog geen vriendinnetjes heeft. Het lijkt erop dat we nu een hond krijgen!”
Deel op Facebook Deel op Twitter