Onze UNHCR-vertegenwoordiger in Afghanistan, Caroline van Buren, vertelt meer over de huidige situatie in het land en hoe onze medewerkers en partners mensen op de vlucht ondersteunen.
De afgelopen week was enorm turbulent voor Afghanistan, maar UNHCR-medewerkers en partners blijven in het land om hulp en bescherming te bieden aan een groot deel van de mensen die in het land zelf op de vlucht zijn. In totaal zijn zo’n 3,3 miljoen Afghanen op de vlucht in eigen land, waarvan meer dan een half miljoen sinds het begin van dit jaar op de vlucht zijn geslagen. Caroline van Buren, UNHCR-vertegenwoordiger in Afghanistan, legt uit hoe haar collega’s zich aanpassen en reageren op de humanitaire crisis op plaatsen waar de veiligheidssituatie het toelaat.
Momenteel is het hier relatief kalm. Op sommige plaatsen zijn er nog gevechten, en we horen af en toe nog steeds schoten, maar minder dan in de eerste paar dagen. De situatie wordt langzaam weer een beetje “normaal”.
We weten niet wat de toekomst brengt, wat er gaat gebeuren, en we weten niet wanneer er een regering zal zijn. We bekijken het dag per dag en hopen op het beste.
Het gaat oké met ons, gezien de omstandigheden. Als ik met onze medewerkers praat, zijn ze nog steeds in de war. Sommigen zijn bang, anderen willen weer aan het werk.
We hebben toegang tot alle 34 provincies en tot 299 van de 450 districten. In het ene gebied gaat het goed en in het andere niet. Het is dus een erg complexe situatie en we moeten de veiligheid van onze medewerkers kunnen garanderen. Tot nu toe hebben de Taliban onze gebouwen en onze operaties gerespecteerd. Maar de situatie verandert voortdurend, en we moeten voorzichtig zijn, niet alleen voor UNHCR en onze medewerkers, maar ook voor onze partners. We werken met veel partners in heel Afghanistan, vooral met nationale ngo’s die meer toegang hebben tot bepaalde gebieden.
We bieden ondersteuning aan mensen die op de vlucht zijn, die onmiddellijk levensreddende hulp nodig hebben, mensen die hun huizen zijn ontvlucht en niets konden meenemen. We voorzien de belangrijkste noodhulp: onderdak, water, voedsel, gezondheidszorg en sanitaire voorziening. Waar mogelijk bieden we ook cash hulp.
We zijn al enige tijd geleden begonnen met het verlenen van noodhulp omdat het conflict reeds geruime tijd aan de gang is. Nadat er in mei werd aangekondigd dat de internationale strijdkrachten zouden vertrekken, was er echt een piek, maar het conflict duurt ook nu voort. Dit jaar alleen al hebben we noodhulp verleend aan meer dan 200.000 mensen.
In de eerste plaats voedsel, maar ook onderdak, water, sanitaire voorzieningen, en essentiële hulpgoederen zoals plastic zeilen, emmers, dekens, hygiënekits en gasflessen om te koken. Allemaal hulpgoederen die mensen nodig hebben wanneer ze halsoverkop hun huizen moeten ontvluchten zonder iets te kunnen meenemen.
De Taliban moedigen ons aan om onze activiteiten te hervatten en zeggen dat zij voor de nodige veiligheid zullen instaan. Voorlopig hervatten we dus in de meeste regio’s ons werk, maar we hebben hiervoor wel altijd groen licht van de Taliban nodig.
De meeste grenzen zijn gesloten. De enige plek waar mensen momenteel in en uit het land kunnen, is bij Spin Boldak – dat is de grens met Pakistan – waar alles vrij normaal verloopt. De afgelopen dagen zijn er 20.000 mensen die daar het land verlaten hebben en 19.000 mensen die het land zijn binnengekomen. Dit zijn niet noodzakelijk asielzoekers. Het is een erg drukke grens en we zien dit soort aantallen regelmatig. Er zijn mensen die naar Pakistan gaan voor medische zorg, school, werk, om bij hun familie te zijn, enzovoorts. En er komen ongeveer even veel mensen Afghanistan binnen. Om Spin Boldak te bereiken, moet je via Kandahar reizen, en daar horen we van collega’s en partners dat er vrij verkeer is. Er zijn controleposten, maar geen grote problemen.
Om andere grensovergangen over te steken, bijvoorbeeld naar Iran, heb je reisdocumenten en een visum nodig. Daarom maken sommige mensen gebruik van smokkelaars om via irreguliere grensovergangen de grens over te geraken.
De grenzen met Tadzjikistan, Oezbekistan en Turkmenistan zijn gesloten voor personenverkeer en andere grenzen zijn alleen open voor commercieel verkeer zoals vrachtwagens die voorraden leveren.
Verschillende landen evacueren hun burgers, mensen met een verblijfsvergunning en Afghanen die voor hen gewerkt hebben. UNHCR is daar niet bij betrokken. We zijn wel betrokken bij hervestiging, maar we hervestigen alleen mensen uit het land van asiel. Dus een Afghaanse burger zou het land van herkomst (Afghanistan) moeten verlaten, naar een land van asiel gaan en als er daar geen oplossingen zijn voor de persoon in kwestie, gaan we op zoek naar een derde land. Dat is hervestiging. Het is een langdurig proces met meerdere interviews en screenings dat helaas voor slechts een heel klein deel van de meest kwetsbare vluchtelingen beschikbaar is.
ontdek de termen die we het vaakst gebruiken
Journalisten en andere mediaprofessionals, mensen van wie wordt aangenomen dat ze de voormalige regering steunen, mensen van wie wordt aangenomen dat ze de internationale strijdkrachten steunen en leden van etnische minderheidsgroepen. Voor vrouwen en meisjes is het beleid nog niet duidelijk, het verschilt van gebied tot gebied. In sommige regio’s krijgen we te horen dat vrouwen thuis moeten blijven en niet mogen werken. In andere regio’s mogen ze, afhankelijk van het werk dat ze doen, wel werken.
Het eerste wat we vragen, is dat landen hun grenzen openhouden, zodat Afghanen die willen vertrekken en internationale bescherming zoeken, dat kunnen doen.
Het tweede dat we vragen, is steun voor mensen die op de vlucht zijn in hun eigen land en dus binnenlands ontheemd zijn. Levensreddende hulp voor mensen die hun huizen moeten ontvluchten is dringend nodig.
En dan hebben we ook nog steun nodig voor onze “gewone hulpprogramma’s”, zoals we dat noemen – mensen helpen hun leven weer op te bouwen als ze naar huis terugkeren, het herstellen van beschadigde infrastructuur en ervoor zorgen dat mensen in hun levensonderhoud kunnen voorzien.
Dat zijn dus de drie niveaus: ten eerste de grenzen openhouden, ten tweede levensreddende noodhulp verlenen, en dan de beschadigde infrastructuur en voorzieningen herstellen en heropbouwen zodat mensen naar huis kunnen terugkeren.
Voor al deze dingen is er steun van de internationale gemeenschap nodig. Momenteel beschikken we slechts over 43% van de middelen die we nodig hebben voor onze respons in Afghanistan.
Ik hoop dat de aandacht voor Afghanistan zal blijven en dat die niet na een paar weken weer zal wegebben. UNHCR blijft ter plaatse voor de lange termijn.
Deel op Facebook Deel op Twitter