Opgeleide gemeenschapswerkers – veelal zelf vluchtelingen – bieden psychische gezondheidszorg waar veel behoefte aan is tijdens de COVID-19-uitbraak in Noord-Irak.
Falak Selo weet wat het plotselinge verlies van je huis, land en geliefden kan betekenen voor iemands mentale welzijn. Ze studeerde filosofie aan de Universiteit van Damascus in 2013 toen de burgeroorlog in Syrië het gebied bereikte waar haar moeder en zus woonden.
Ze staakte haar studie om met hen te vluchten naar de stad Akre in Noord-Irak, waar een voormalige gevangenis voor politieke dissidenten tijdens de regering van Saddam Hoessein was veranderd in een opvangcentrum voor meer dan 1.000 Syrische vluchtelingen.
“Het was moeilijk om de grenzen over te steken en naar een land te komen dat je volkomen vreemd is,” herinnert Falak zich, die nog steeds in “de Citadel” woont, zoals het kamp van Akre daar bekend staat.
Accommodatie in de fortachtige structuur is krap, met weinig natuurlijk licht, maar Falak heeft vaardigheden geleerd om haar te helpen het hoofd te bieden, en sinds 2017 deelt ze deze met andere vluchtelingen in Akre door haar rol als gemeenschapswerker bij de afdeling mentale gezondheid en psychosociale ondersteuning (MHPSS) van UNHCR.
“Het is een plek waar je veel pijn bij mensen ziet,” zegt ze. “Het geeft me een gevoel van voldoening als ik zie dat mensen me vertrouwen en terugkomen voor mijn steun.”
Die steun en intieme kennis van de mentale nood waarmee vluchtelingen in het kamp worden geconfronteerd, zijn nu harder nodig dan ooit. UNHCR ontvangt sinds het begin van de pandemie van het coronavirus alarmerende berichten over een toename van psychische problemen onder vluchtelingen en gedwongen ontheemden in het hele Midden-Oosten en daarbuiten.
“Hoewel veel mensen op de vlucht opmerkelijk veerkrachtig zijn worden hun capaciteiten om de situatie het hoofd te bieden nu tot het uiterste gedreven,” waarschuwt de VN Hoge Commissaris voor de vluchtelingen Filippo Grandi.
Voor vluchtelingen in Akre en acht andere kampen verspreid over de regio Koerdistan van Irak komen hun toenemende angst en depressie minder voort uit angst voor het virus zelf, maar vooral door het verlies van inkomen als gevolg van strikte lockdownmaatregelen. Deze beletten hen om de kampen te verlaten en te werken in nabijgelegen steden.
“De meeste kampbewoners werkten iedere dag en na jaren op de vlucht zijn hadden sommigen het gevoel dat ze hun leven eindelijk onder controle hadden,” legt Kawa* uit, een gemeenschapswerker en een Syrische vluchteling die in kamp Domiz 1 woont, in de buurt van de stad Dohuk. “Nu, met het verlies van levensonderhoud, voelt het voor veel mensen dat ze steeds weer dezelfde problemen en klappen moeten doormaken.”
“Ik overdrijf niet als ik zeg dat iedereen bang is.”
“Ik woon in het kamp en kan zien hoe de situatie is,” voegt hij eraan toe. “Stress, zorgen en angst komen veel voor. Ik overdrijf niet als ik zeg dat iedereen bang is.”
De lockdown heeft er ook toe geleid dat psychiaters en counselors die voor de MHPSS-afdeling werken, weinig of geen toegang hebben tot de kampen en moesten overschakelen op het bieden van counseling via hulplijnen en telefonisch overleg. Gelukkig kunnen gemeenschapswerkers die in de kampen wonen nog steeds geïmproviseerde mentale welzijnssessies voor de deur van hun buren houden, waarbij ze gebruik maken van hun training in psychologische eerste hulp.
“In onze manier van leven komen gezinnen vaak voor hun huizen samen om te kletsen en thee te drinken,” legt Kawa uit. “We richten ons op deze groepen mensen en zorgen voor fysieke afstand tussen ons en hen.”
Hivine Ali, een UNHCR-medewerker die het team van 19 gemeenschapswerkers coördineert, zegt dat hun aanwezigheid in de kampen de MHPSS-afdeling heeft geholpen om de broodnodige mentale hulp te blijven bieden tijdens de lockdown.
“We wisten al dat ze belangrijk waren, maar nu is de rol van gemeenschapswerkers nog belangrijker,” zegt ze.
“We wisten al dat ze belangrijk waren, maar nu is de rol van gemeenschapswerkers nog belangrijker.”
Hoewel groepsactiviteiten op scholen en gemeenschapscentra moesten worden stopgezet, houden de gemeenschapswerkers nog steeds bewustmakingssessies in centra voor eerstelijnsgezondheidszorg, waar ze ook persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) aantrekken om een-op-een counseling te geven. Daar stopt hun werk niet, zegt Falak.
“Ik volg gevallen op die persoonlijke zorg nodig hebben, omdat we hier allemaal buren zijn. Ik doe dit tijdens werktijd en na werktijd wanneer de buren op bezoek komen, en we kletsen bij met thee.”
Mensen met reeds bestaande aandoeningen die ernstiger zijn geworden sinds het begin van de pandemie, zoals dwangstoornissen, moeten vaak worden doorverwezen naar psychiaters en psychologen voor meer gespecialiseerde zorg. Maar de gemeenschapswerkers kunnen mensen die lijden aan stress, angst of depressie helpen dankzij hun opleiding.
“We vragen hen wat ze de vorige keer hebben gedaan om ermee om te gaan,” zegt Hivine. “Vluchtelingen vallen terug in hun vorige coping-mechanismen. Ze ervaarden dat ze beperkt waren tot het kamp toen ze voor het eerst aankwamen, en nu proberen ze hiermee om te gaan.”
Als de grootste zorg het verlies van inkomen en het onvermogen is om voedsel op tafel te leggen, kunnen de gemeenschapswerkers zaken doorverwijzen naar NGO’s en VN-organisaties die kunnen helpen met voedsel- of cash hulp.
Voor degenen die de gemeenschapswerkers niet kunnen bereiken tijdens de afsluiting, heeft UNHCR zich tot een radiostation in het kamp Domiz 1 gewend dat uitzendt naar lokale gemeenschappen, waaronder kampbewoners en binnenlands ontheemden. Elke woensdag zit een klinisch psycholoog van UNHCR in de uitzending om mentale gezondheidstips te delen en telefoontjes van luisteraars te beantwoorden.
Kawa zegt dat dit het enige lokale programma is dat hij kent dat de psychische gevolgen van de pandemie behandelt in plaats van de bedreiging voor de volksgezondheid.
Er is ook hulp beschikbaar voor de gemeenschapswerkers zelf om ervoor te zorgen dat ze niet overbelast raken.
“We hebben contact met hen in WhatsApp-groepen, zodat we kunnen zien hoe de dingen gaan, hoe het met ze is,” zegt Hivine. “We maken duidelijk dat wanneer ze het gevoel hebben dat ze iemand nodig hebben om mee te praten, wij beschikbaar zijn.”
Kawa bevestigt dat de self-care tips ‘uiterst nuttig’ zijn.
“We moeten onszelf helpen om anderen te helpen,” zegt hij.
Deel op Facebook Deel op Twitter