Met de recente toename van geweld en ontheemding in het noorden van Mozambique is er dringend meer financiële steun nodig om de omstandigheden voor mensen op de vlucht te verbeteren, maar ook voor mensen die terugkeren naar huis.
Maizala Saidi en vier van haar kinderen staan voor hun tijdelijke onderkomen in Lianda, waar ze verblijven sinds ze in januari vluchtten voor een aanval op hun dorp. © UNHCR/Hélène Caux
Toen gewapende mannen voor het eerst het dorp van Maizala Saidi (39) aanvielen in het district Nangade, in de noordelijke provincie Cabo Delgado van Mozambique, sloeg ze met haar familie op de vlucht. Ze verstopten zich dagenlang in het bos, in afwachting van het vertrek van de rebellen.
Toen de rebellengroeperingen twee maanden geleden terugkeerden, vermoordden ze meerdere mensen. Ook werden huizen geplunderd en verbrand, waaronder de woning van Maizala. Bij deze aanval liep Maizala, samen met haar zes kinderen en bejaarde moeder, uren lang tot ze in veiligheid waren.
Maizala’s verhaal is geen uitzondering. De afgelopen zeven jaar hebben gewapende groeperingen burgers vermoord en dorpen verwoest. Jongens en mannen worden gerekruteerd onder dwang, terwijl meisjes en vrouwen vaak slachtoffer zijn van ontvoeringen. Tijdens het hoogtepunt van het conflict tussen 2021 en 2022 sloegen meer dan een miljoen mensen op de vlucht.
Hoewel velen inmiddels zijn teruggekeerd, zijn bijna 800.000 mensen nog altijd ontheemd. Meer dan 100.000 van hen sloegen in februari op de vlucht voor een nieuwe golf van geweld in de zuidelijke districten van Cabo Delgado. VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR en partnerorganisaties moeten nu samen met de overheid een balans vinden tussen de noodbehoeften van de nieuw ontheemden en de langetermijnbehoeften van mensen die verblijven in overvolle nederzettingen, terwijl we ook mensen ondersteunen die terugkeren naar veiligere delen.
Maizala en haar familie verblijven sinds ze in Lianda aankwamen in een gemeenschappelijk onderkomen, samen met meer dan 200 andere gedwongen ontheemden. De nederzetting huisvest zo’n 10.000 mensen uit de districten Mueda, Nangade, Palma, Macomia en Muidumbe. Na elke nieuwe aanval arriveren er meer mensen.
“Om in voedsel te kunnen voorzien voor mijn kinderen en mijn moeder, heb ik hier in Lianda een klein stukje land nodig en wat gereedschap om wat te kunnen verbouwen,” vertelt Maizala. “Thuis was ik een boer en konden we overleven, maar hier hebben we niets. Ook zou ik graag dit transitcentrum verlaten en hier een eigen huisje willen hebben.”
Sinds 2021 hebben UNHCR en haar partner Solidarités International 915 schuilplaatsen gebouwd in Lianda. Daarnaast worden er in samenwerking met de autoriteiten nog eens 100 onderkomens gebouwd in 2024, maar ongeveer 1.800 families hebben nog steeds geen onderdak. Net als Maizala verblijven deze mensen momenteel in doorvoercentra of in geïmproviseerde onderkomens, waar zij worden blootgesteld aan wind, regen, hitte en insecten.
Het bieden van langdurige hulp aan de ontheemden in Lianda en andere nederzettingen in Cabo Delgado vormt een enorme uitdaging gezien: de humanitaire respons is chronisch ondergefinancierd. Tot nu toe is slechts 17 procent van het budget dat UNHCR in 2024 nodig heeft gefinancierd.
“We moeten verder gaan, verder kijken dan humanitaire hulp en investeren in de ontwikkeling van het land. Zo kunnen we de omstandigheden creëren voor blijvende vrede en een levensvatbare toekomst voor de ontheemden en hun gastgemeenschappen” zei UNHCR’s Filippo Grandi tijdens een bezoek aan Mozambique.
Autoriteiten en gemeenschapsleiders werken nauw samen om Lianda geleidelijk om te vormen van een nederzetting tot een dorp dat geïntegreerd is in de omliggende gemeenschappen. Ze werken ook samen met hulporganisaties, waaronder UNHCR, om de levensonderhouds- en economische kansen te verbeteren. In de meeste nederzettingen voor ontheemden in Cabo Delgado worden trainingen georganiseerd over het opzetten van kleine bedrijven of het ontwikkelen van permacultuur.
Na de aanvallen in februari kwamen de meeste nieuwe ontheemden aan in de stad Chiure. De meeste nieuwkomers zijn vrouwen en kinderen die alles hebben moeten achterlaten. “Mijn eerste prioriteit was om mijn drie kinderen te verzamelen en te vluchten. Iedereen uit het dorp vertrok,” legt de 38-jarige Elvira uit, die onderdak vond op een tijdelijke locatie. “Op dit moment wil ik niet teruggaan. Mensen die ik kende zijn dood; sommigen zijn onthoofd. Misschien besluit ik mijn leven ergens anders opnieuw te beginnen.”
UNHCR heeft aan meer dan 900 families in Chiure slaapmatten, dekens, muskietennetten, zeildoeken, keukensets en andere noodhulpartikelen verstrekt. We delen in de komende weken ook noodhulpartikelen uit aan 1.500 ontheemde families in Namapa, in de naburige provincie Nampula.
Ondanks de recente aanvallen is de veiligheid in sommige gebieden verbeterd. Sinds een militaire interventie door Mozambikaanse en geallieerde troepen die begon in juli 2021, en de inspanningen van de regering om diensten te herstellen, zijn in de provincies Cabo Delgado, Niassa en Nampula meer dan 632.000 mensen teruggekeerd naar hun woonplaatsen.
Sinds Mozambikaanse en geallieerde troepen in augustus 2021 de controle hebben herwonnen, keert het normale leven in sommige plaatsen geleidelijk terug.
“Terugkeerders hebben veel hulp nodig,” zegt de 49-jarige Gracilio Tiago, leraar op een school in een van de steden waar ontheemden naar terugkeren. Zijn vrouw werd gedood tijdens de aanval van 2021. “Veel huizen zijn vernietigd en talloze families hebben geen fatsoenlijke onderkomens. Daarnaast is er een nijpend tekort aan drinkwater, medische hulp, voedsel en werkgelegenheid.”
Sinds zijn terugkeer naar Palma in augustus 2022, vindt Gracilio hoop in de jongeren die hij lesgeeft. “Ik moedig mijn studenten aan om te blijven studeren, want zonder onderwijs kun je je eigen toekomst niet beschermen.”
“In een oorlog zoals wij hebben meegemaakt, gaat er veel verloren. We willen geen oorlog, we willen vrede.”
Deel op Facebook Deel op Twitter