De afgelopen 30 jaar heeft het DAFI-beurzenprogramma geholpen de levens en vooruitzichten van talloze jonge mensen op de vlucht te veranderen. We blijven echter aandringen op meer investeringen in toegang tot hoger onderwijs voor vluchtelingen.
Najwa, een 25-jarige Soedanese vluchteling die in Egypte woont, werkt als laborant in opleiding na het behalen van een diploma biochemie aan de universiteit van Caïro dankzij een DAFI-beurs. © UNHCR/Antoine Tardy
Het beurzenprogramma van het Albert Einstein German Academic Refugee Initiative (DAFI) heeft de levens van meer dan 21.500 vluchtelingenstudenten over de hele wereld veranderd. De meesten van hen kwamen de afgelopen jaren uit Syrië, Afghanistan, Zuid-Soedan en Somalië. Ze studeerden af in allerlei vakken, van geneeskunde tot bedrijfskunde, sociale en gedragswetenschappen, wiskunde en informatica.
“Al meer dan drie decennia biedt DAFI duizenden vluchtelingenstudenten kansen en hoop, waardoor ze hun potentieel kunnen benutten en hun leven ten goede kunnen veranderen,” zegt Filippo Grandi, VN Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen. “Het is een beproefd model dat moet worden opgeschaald om ervoor te zorgen dat we ons doel bereiken om tegen 2030 15 procent van de vluchtelingen in het hoger onderwijs te krijgen!”
In het DAFI-rapport uit 2021, ‘Higher Education: Now is the Time’, waarschuwt UNHCR voor toenemende ongelijkheid in zowel de onderwijskwaliteit als de toegang tussen hoge- en lage-inkomenslanden, waar de meeste vluchtelingen worden opgevangen. Ongelijkmatige heropening van scholen na de COVID-19-pandemie verhoogde het risico op ongelijkheid.
Tegen het einde van 2021 waren meer dan 8.300 jonge vluchtelingen uit 53 landen ingeschreven voor DAFI-beurzen in 55 landen, een indrukwekkende sprong van bijna 1.000 studenten in vergelijking met 2020. Vrouwelijke studenten vertegenwoordigden 41 procent van het totaal, en het bereiken van gendergelijkheid blijft een kerndoelstelling van het programma.
Bijna de helft van de studenten studeerde in Ethiopië, Turkije, Pakistan, Kenia en Iran, landen die een aantal van de grootste vluchtelingenpopulaties ter wereld huisvesten.
Ornella Banam, een 30-jarige vluchteling uit de Centraal-Afrikaanse Republiek, hervatte vorig jaar haar voedingsstudies in Ivoorkust dankzij een DAFI-beurs. © UNHCR/Ali Sawadogo
Vorig jaar werd een recordaantal van meer dan 15.800 aanvragen ingediend, wat laat zien dat de vraag toeneemt en de grotere behoefte aan investeringen in beurzen voor hoger onderwijs en kansen voor vluchtelingen.
Toch bedraagt de inschrijving van vluchtelingen in het hoger onderwijs slechts 6 procent, hoewel dit een stijgende lijn is ten opzichte van slechts 1 procent een paar jaar geleden.
“Vanwege de beperkingen van de gastgemeenschap, hoge kosten en financiële barrières, het gebrek aan kansen op werk, de taalbarrière en andere factoren, lijkt toegang tot hoger onderwijs voor een vluchteling onmogelijk,” zegt Khatria, een afgestudeerde van het DAFI-programma en nu financieel medewerker in Pakistan. “Onder deze omstandigheden zijn kansen zoals de DAFI-beurs niets minder dan een wonder.”
Deel op Facebook Deel op Twitter
