In de afgelopen zeven decennia heeft UNHCR, de VN-Vluchtelingenorganisatie, samengewerkt met landen over de hele wereld om ontheemden bescherming te bieden. Om een deel van deze geschiedenis tot leven te brengen, nam UNHCR contact op met de Braziliaanse kunstenaar Marina Amaral, die gespecialiseerd is in het toevoegen van kleur aan zwart-witfoto’s. Marina ging aan de slag met een kleine selectie foto’s die afwisselend vrolijk, aangrijpend, opbeurend en hartverscheurend zijn.
De Tweede Wereldoorlog maakte miljoenen mensen dakloos – in mei 1945 alleen al meer dan 40 miljoen in Europa, waaronder 13 miljoen etnische Duitsers niet meegerekend, die in de daaropvolgende maanden uit de Sovjet-Unie en Oost-Europese landen werden verdreven. En meer dan 11 miljoen dwangarbeiders en andere ontheemden op het grondgebied van de voormalige Reich.
Deze foto, vermoedelijk genomen in de herfst van 1949, toont een familie uit Tsjechoslowakije die gehuisvest was in het Delmenhorst-kamp voor ontheemden nabij Bremen. Ze reisden in januari 1950 naar Italië en vertrokken een paar weken later aan boord van de USS General Stuart Heintzelman om hun nieuwe leven te beginnen in Melbourne, Australië. De foto is misschien wel gemaakt door de gehurkte man, Jaroslav Patetl, die een fotojournalist was.
Op deze foto staan gedwongen ontheemden in Duitsland die hervestiging aanvragen via de International Refugee Organization (IRO), die in juli 1947 werd opgericht als een tijdelijke instantie om oplossingen te vinden voor de miljoenen naoorlogse ontheemden. De IRO had veel meer succes met hervestiging dan met repatriëring, en de meerderheid van de miljoenen mensen die ze hervestigden gingen naar de Verenigde Staten, Australië, Israël, Canada en verschillende landen in Latijns-Amerika.
Fotograaf: onbekend
De Hongaarse opstand van 1956 en de onderdrukking door Sovjettroepen was de eerste ervaring van UNHCR met vele mensen die vluchtten door politieke repressie. De crisis markeerde ook de transformatie van een organisatie die zich bezighield met de nasleep van de Tweede Wereldoorlog tot een organisatie die de nieuwe uitdaging van grootschalige noodsituaties aankon. Tienduizenden vluchtelingen werden snel vanuit Oostenrijk naar derde landen hervestigd, hoewel sommigen naar Joegoslavië vluchtten en anderen zelfs terugkeerden naar Hongarije.
Fotograaf: onbekend
De Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog, die in 1954 begon, was een humanitaire crisis die aantoonde hoe massale ontheemding een wereldwijde uitdaging aan het worden was. Het toonde ook het potentieel aan voor gecoördineerde en effectieve internationale actie om vluchtelingen te beschermen en bij te staan. De steun aan Algerijnse vluchtelingen in Marokko en Tunesië en de hulp bij de repatriëring aan het einde van de oorlog markeerde het begin van een veel bredere betrokkenheid bij Afrika.
Fotograaf: Stanley Wright
De machtsstrijd, etnische spanningen en geweld die het einde van de koloniale overheersing en het begin van de onafhankelijkheid in Rwanda markeerde leidden tot een grootschalige vlucht van Rwandese Tutsi’s in het begin van de jaren zestig – gebeurtenissen die drie decennia later een gruwelijke echo zouden vinden, toen de sluimerde spanningen uitbraken in genocide en een enorme humanitaire ramp.
Deze afbeelding toont Rwandezen die wachten op de verdeling van de rantsoenen in een vluchtelingencentrum in de Oruchinga-vallei in Oeganda.
Fotograaf: William McCoy
Het Assyrische volk is een etnische groep die van oudsher delen van Iran, Irak, Syrië en Turkije bewoonden. Ze zijn een overwegend christelijke minderheid en hebben de afgelopen eeuw verschillende keren moeten vluchten voor conflicten en vervolging. Tegen het einde van de jaren zestig hadden duizenden Assyriërs een toevluchtsoord gevonden in Libanon, waaronder deze moeder en kind die in een nederzetting voor Assyriërs woonden in de buurt van Zahlé, in de Bekaa Vallei. Helaas zouden velen opnieuw moeten vluchten na het uitbreken van de burgeroorlog in Libanon in 1975.
Fotograaf: Stanley Wright
In de jaren zestig breidde de missie van UNHCR zich tot ver buiten de grenzen van Europa uit, met name naar de Sub-Sahara toen het koloniale tijdperk eindigde. Toen de onafhankelijkheidsoorlog van Angola in 1967-68 verergerde, vluchtten ongeveer 3.300 Hambukushu’s de grens over naar Botswana. De vluchtelingen die hier worden getoond, wachten op dagelijkse rantsoenen in de Etsha-nederzetting. Uiteindelijk zou het lot van de Hambukushu in Botswana een van de meest succesvolle integratieverhalen van mensen op de vlucht in de 20e eeuw blijken te zijn.
Fotograaf: E. Schlatter
In augustus 1972 vertelde de militaire despoot Idi Amin de gemeenschap van Oegandese Aziaten dat ze nog maar 90 dagen hadden om te vertrekken. Velen hadden een Brits paspoort en werden hervestigd in het Verenigd Koninkrijk, maar duizenden anderen werden feitelijk staatloos achtergelaten. UNHCR deed een beroep op hulp bij hervestiging. Oostenrijk was een van een aantal staten die hen kon opnemen. Op de foto zie je de aankomst op de luchthaven van Wenen.
Fotograaf: N. Schuster
Cyprus werd in 1960 een onafhankelijke republiek, maar de spanningen tussen de Griekse en Turkse gemeenschappen werden gewelddadig. In juli 1974 vielen Turkse troepen Noord-Cyprus binnen als reactie op een Griekse militaire staatsgreep die tot doel had het eiland met Griekenland te verenigen. Het eiland is tot op de dag van vandaag verdeeld. Deze foto toont Grieks-Cypriotische kinderen in een vluchtelingenkamp in Strovolos, een gemeente in Nicosia, die destijds ongeveer 1.600 inwoners telde.
Fotograaf: Jean Mohr
De massale uittocht van Vietnamese vluchtelingen begon nadat Saigon in 1975 onder de communistische troepen viel. Ondanks de gevaren gingen tienduizenden zogenaamde bootvluchtelingen de zee op. Deze afbeelding toont leden van een groep van 162 vluchtelingen die in december 1978 in Maleisië aankwamen. Andere foto’s die op dezelfde dag zijn genomen, laten zien dat hun schip in de verte nadert – en vervolgens een paar meter van de kust zinkt.
Fotograaf: Kaspar Gaugler
Toen in 1979 jaren van gewapende strijd Ndjamena, de hoofdstad van Tsjaad, bereikten, sloegen honderdduizenden mensen op de vlucht op zoek naar veiligheid. Velen gingen naar Nigeria, Soedan en de Centraal-Afrikaanse Republiek, maar de meerderheid stak de Chari-rivier over en vond een toevluchtsoord in het verre noorden van Kameroen. In 1981 was het vluchtelingenkamp Kousseri een van de grootste ter wereld.
Later dat jaar, toen de omstandigheden in Tsjaad verbeterden, lanceerde UNHCR een grootschalige operatie om de vrijwillige terugkeer van zo’n 150.000 vluchtelingen uit buurlanden te ondersteunen. Deze foto toont vrouwen in het Kousseri-kamp die zich voorbereiden om terug naar huis te gaan, een korte maar langverwachte reis die hen per vrachtwagen zal brengen en vervolgens met de veerboot terug naar Ndjamena.
Fotograaf: Iain Guest
Aan het einde van de oorlog in Vietnam, die zich had uitgebreid naar de buurlanden, nam een nieuwe communistische regering de macht in Laos. Enkele duizenden mensen, velen van hen etnische Hmong die aan de zijde van de Amerikaanse troepen hadden gevochten, bevonden zich in groot gevaar toen de Amerikanen vertrokken. Van degenen die uit Laos waren gevlucht, vonden de meesten een thuis in de Verenigde Staten, maar een kleiner aantal vestigde zich elders, waaronder deze kinderen in Argentinië.
Fotograaf: Alejandro Cherep
Deel op Facebook Deel op Twitter