Dankzij cash bijstand kunnen vluchtelingen uit Oekraïne zelf beslissen wat ze het hardst nodig hebben na hun aankomst in Polen en andere landen in de regio.
Rozalia, met haar zoon Andre, schrijft zich in bij het UNHCR registratiecentrum voor cash bijstand in Warschau. © UNHCR/Maciej Moskwa
Rozalia wist dat het slechts een kwestie van tijd was voordat er meer bommen zouden vallen. Ze pakte de tas die ze 11 dagen eerder had klaargezet en verliet met haar zoontje de stad. Een priester reed met hen naar Kiev waar ze op een overvolle trein richting de Poolse grens stapte. De reis duurde drie dagen, maar Rozalia wuift elke suggestie weg dat het een beproeving was.
“Het ging niet om de moeilijkheden van de reis,” zegt ze. “Het ging om het vinden van een veilige plek voor mijn zoon.”
We ontmoeten Rozalia in de rij voor een groot kantoorgebouw in Warschau dat door UNHCR, de VN-vluchtelingenorganisatie, vlug is omgebouwd tot een registratiecentrum voor cash hulp. Andre, die zich aan zijn moeder heeft vastgeklampt, geeft geen blijk van enige interesse om zijn nieuwe omgeving te verkennen.
“Onze koelkast is leeg.”
Rozalia, die voor de oorlog als actrice in het plaatselijke theater werkte, heeft al drie dagen niets van haar man in Chernihiv gehoord. Dankzij een Poolse journalist die hen zijn logeerkamer aanbood, heeft ze voor haar en haar zoon in Warschau een dak boven hun hoofd gevonden. Wat ze mist is geld om te kopen wat zij en haar zoon nodig hebben totdat ze zich kunnen registreren voor identificatiedocumenten. Deze zullen hen toegang zullen geven tot het Poolse sociale zekerheidssysteem
“Onze koelkast is leeg, dus we moeten eten kopen,” zegt ze. “Sommige mensen hebben geprobeerd om ons eten te geven, maar ik schaam me. Ik wil het zelf kopen.”
Polen heeft in iets meer dan een maand tijd onderdak geboden aan meer dan 2,6 miljoen mensen die Oekraïne ontvluchtten, en elke dag komen er meer bij. Sommigen zijn doorgereisd naar andere landen in Europa en elders, maar de meesten zijn in Polen gebleven, omdat ze zo dichter bij huis en familieleden kunnen zijn.
Het besluit van de Europese Unie om tijdelijke bescherming te bieden aan mensen die de oorlog in Oekraïne ontvluchten, betekent dat vluchtelingen toegang kunnen krijgen tot sociale diensten en de arbeidsmarkt zonder dat ze langdurige asielprocedures hoeven te doorlopen. Maar het registreren van zo’n groot aantal vluchtelingen vergt tijd.
Het programma van UNHCR voor het leveren van cash hulp is bedoeld om vluchtelingen zoals Rozalia te helpen voorzien in hun meest dringende behoeften totdat zij werk kunnen vinden of beroep kunnen doen op sociale steun. Het heeft als bijkomend voordeel dat het geld terugvloeit naar de lokale economie wanneer vluchtelingen lokale producten kopen, of wanneer ze huur betalen.
Het programma in Polen heeft sinds de opening van het centrum in Warschau op 21 maart al meer dan 9.500 vluchtelingen bereikt. Het zal ook in andere Poolse steden worden uitgerold met als doel 450.000 vluchtelingen te helpen. Een soortgelijk programma wordt ook opgezet in Moldavië, Roemenië, Slowakije en in delen van Oekraïne, waar meer dan 7 miljoen mensen binnenlands ontheemd zijn en velen dringend hulp nodig hebben om in hun basisbehoeften te voorzien.
Vluchtelingen die zich in Polen registreren voor het programma zullen 700 Poolse zloty (US$165) per maand ontvangen gedurende minstens drie maanden. Per gezinslid ontvangen ze 610 Poolse zloty extra, tot een maximumbedrag per huishouden van 2.500 zloty (US$605) per maand.
“Cash bijstand geeft de mensen die geholpen worden zelf de mogelijkheid om te kiezen wat zij het hardst nodig hebben,” legt Andrew Hopkins uit, hoofd van UNHCR’s digitale identiteit en registratiesectie, die in Polen is om te helpen bij het opzetten van centra voor cash bijstand zoals dat in Warschau.
“Tijdens de registratie hebben we maar een paar minuten met elk vluchtelingengezin en in die korte uitwisseling zorgen we ervoor dat we over systemen beschikken om hen niet alleen van cash hulp te voorzien, maar hen een alomvattende bescherming te bieden”, zegt Hopkins
In elk centrum voor cash bijstand worden “Blue Dot”-helpdesks opgezet, die gezamenlijk worden gerund door UNHCR en UNICEF, om vluchtelingen advies te geven en hen door te verwijzen naar gespecialiseerde diensten voor onder meer alleenstaande kinderen, mensen met een beperking, vluchtelingen uit de LHBTI+-gemeenschap of vrouwen die slachtoffer zijn van gendergerelateerd geweld.
Een deel van het personeel dat door UNHCR is aangeworven en opgeleid om in de centra te werken, is zelf uit Oekraïne gevlucht.
“Dit programma gaat over het helpen van andere vluchtelingen.”
Ilona ontvluchtte Kiev met haar twee kinderen op 2 maart. “We geloofden niet dat dit kon gebeuren, totdat we op een ochtend wakker werden en de bombardementen hoorden. Tot die tijd gingen we naar bed in de overtuiging dat een diplomatieke oplossing zou werken.”
Ze verliet Oekraïne omwille van haar kinderen, maar ook omdat ze zich machteloos voelde om anderen daar te helpen.
“Ik moest een beslissing nemen om ergens naartoe te gaan van waaruit ik meer kon doen,” zegt ze tijdens een pauze van haar training voor het cash centrum. “Dit programma gaat over het helpen van andere vluchtelingen. Op deze manier werk ik en heb ik het druk, wat me ervan weerhoudt de hele dag op sociale media te zitten.”
Tijdens het programma ontmoet Ilona naar eigen zeggen “mensen in nood die met niets de grens waren overgestoken”.
De tachtigjarige Liubov, bij haar familie bekend als Luba, had alleen een kleine tas bij zich met wat documenten, waaronder de eigendomsakte van haar huis in een dorp buiten Kiev.
“Het was alles wat ze kon dragen,” legt haar dochter Larysa uit, een fysiotherapeute die al 11 jaar in Polen woont en haar moeder vergezelde naar het inschrijfcentrum voor cash bijstand. “In het begin weigerde ze haar huis en haar dorp, waar ze haar hele leven had gewoond, te verlaten. Maar door de stress van de situatie kon ze nauwelijks nog lopen, en ik stond erop om haar hierheen te brengen.”
Larysa vond enkele vrienden met een minibus die haar naar de Poolse grens brachten, een andere vriend van Larysa bracht haar naar haar moeder. “We bidden voor het einde van de oorlog, zodat ze naar huis kan terugkeren. Ze vertelt me dat een oude boom niet verplaatst kan worden. Ze heeft haar wortels daar.”
Intussen is Luba ingetrokken in Larysa’s piepkleine studio-appartement in Warschau. Ze zullen het geld dat ze van het programma krijgt gebruiken om een paar krukken en andere medische behoeften te betalen.
Het centrum voor cash bijstand zit vol moeders met vermoeide kinderen. Als een van hen begint te huilen, moet Luba denken aan de huilende kinderen in de kerk waar ze tijdens haar lange reis naar de grens een paar uur heeft gerust. “Ik wil vrede en geen oorlog meer,” zegt ze, terwijl ze haar eigen tranen wegveegt. “Ik wil niet dat de kinderen huilen.”
Deel op Facebook Deel op Twitter