Vluchtelingen en lokale gemeenschappen in het noorden van Kameroen hebben 360.000 zaailingen geplant, waardoor de omgeving in en rond het vluchtelingenkamp Minawao is getransformeerd.
“Als je ze eenmaal hebt geplant, zorg er dan voor dat je ze tegen dieren beschermt door er bramen omheen te zetten”, adviseert Lydia Yacoubou aan een jong meisje voordat ze haar een zaailing van een neemboom geeft. Lydia, zelf gevlucht uit Nigeria, heeft de zaailingen zelf gekweekt in haar eigen kwekerij in het vluchtelingenkamp van Minawao, in het noordoosten van Kameroen.
Het meisje draaft weg, met haar broertje op haar rug en de plant tegen haar borst geklemd. Lydia richt haar aandacht op vele andere kinderen die op zoek zijn naar fruitbomen, acacia’s of moringa’s om rond hun huis te planten. Dit zijn waardevolle zaailingen want ze zullen uiteindelijk fruit, medicijnen en nog veel meer opleveren.
“De bomen geven ons veel”, zegt Lydia. “Ten eerste zorgen ze voor schaduw die nodig is om gewassen te verbouwen. Vervolgens kunnen de dode bladeren en takken worden omgezet in een meststof voor de teelt. Ten slotte trekken bomen water aan en houden ze water vast. Er valt zelfs meer regen dan normaal.”
In Minawao wonen bijna 70.000 vluchtelingen die sinds 2014 zijn gevlucht voor het geweld van Boko Haram in buurland Nigeria. De droge regio van Minawao is zwaar getroffen door de gevolgen van klimaatverandering. Door de komst van de vele Nigeriaanse vluchtelingen verergerde de verwoestijning toen de enkele bomen werden gekapt voor brandhout.
“Het was cruciaal om een oplossing te vinden.” Zara Maina, UNHCR-medewerker
“Het is moeilijk te beschrijven hoeveel impact het verdwijnen van het bos heeft gehad op de bevolking”, zegt Zara Maina, een medewerker van UNHCR. “De prijs van hout is flink gestegen, waardoor er conflicten ontstonden met de gastgemeenschap. Vrouwen moesten diep in het bos hout halen, waardoor ze gemakkelijk het slachtoffer konden worden van gendergerelateerd geweld. Ook dieren vonden het steeds moeilijker om zichzelf te voeden. Het vinden van een oplossing was cruciaal voor iedereen.”
Geconfronteerd met deze ecologische en menselijke ramp lanceerden UNHCR en de Lutherse Wereldfederatie (LWF) in 2018 een uniek programma om de ontbossing in het kamp en de omliggende dorpen terug te draaien. Dit programma: “The Green Refugee Camp” is volledig gesponsord door de Nationale Postcode Loterij.
Vluchtelingen kregen training over het gebruik van “cocontechnologie”, ontwikkeld door Land Life Company, om zaailingen de beste overlevingskans te geven in de barre omgeving. Deze technologie bestaat uit het begraven van een donutvormige watertank gemaakt van gerecyclede dozen die de wortels van de plant omringt en voedt met behulp van een touwtje dat verbonden is met de jonge scheut.
“Sinds het begin van het project zijn er 360.000 zaailingen gekweekt in de kwekerij en geplant op meer dan 100 hectare”, legt Abdul Aziz, projectcoördinator van LWF, uit. “Het kamp was bijna ontbost, maar dit project heeft geholpen om de vegetatiebedekking te herstellen.
Dankzij de deelnemers van de Nationale Postcode Loterij, is het programma voor de Green Refugee Camp volledig gefinancierd met een donatie van 2,3 miljoen euro. Het Green Refugee Camp maakt deel uit van het Great Green Wall-initiatief: een groene strook van 8.000 kilometer die dwars door Afrika loopt om landdegradatie, verwoestijning en droogte in de Sahel tegen te gaan.
De vergroening van Minawao maakt ook deel uit van een UNHCR-strategie om de uitstoot van broeikasgassen van vluchtelingenkampen te verminderen en de lokale omgeving te behouden. De aanpak bestaat onder meer uit het aanplanten van bomen, clean cooking, investeren in zonne-energiesystemen en het verminderen van plastic afval.
De eerste bomen die vier jaar geleden zijn geplant, bieden nu genoeg schaduw voor gezinnen om gewassen te verbouwen, iets wat voorheen niet mogelijk was. “Vroeger, tijdens het droge seizoen, was de zon zo intens dat alles verbrandde”, herinnert UNHCR medewerker Zara Maina zich.
Vanuit de lucht gezien is de transformatie van het gebied in enkele jaren opvallend. Videobeelden die in 2018 werden gemaakt, toonden uitgestrekte zandvlakten rondom gebouwen en schuilplaatsen. Nu is het land bedekt met vegetatie. Maar de vooruitgang blijft broos want vluchtelingen en de lokale bevolking hebben nog altijd brandstof nodig om te koken en hun onderkomen te verwarmen.
Om in deze behoefte te voorzien, promoten UNHCR en LWF alternatieve energiebronnen. Gezinnen in het kamp kunnen hun huishoudelijk afval naar houtskoolproductiecentra sturen waar getrainde vluchtelingen het omzetten in kolen die ze kunnen gebruiken in speciaal aangepaste fornuizen.
Abdul Aziz van LWF zegt dat de “ecologische houtskool” de noodzaak om bomen te kappen voor brandhout verminderd. Evenals de spanningen tussen vluchtelingen en de lokale bevolking. Terwijl vluchtelingen vrijwillig in de kwekerij werken en bomen planten, is de steenkoolproductie voor veel gezinnen een bron van inkomsten geworden.
Fibi Ibrahim is moeder van vijf kinderen en vluchtte in 2016 naar Minawao. Ze maakt deel uit van een samenwerking van ongeveer 100 vrouwen die kolen en de aangepaste kachels in Minawao produceren en verkopen.
“Met het geld dat ik verdien met de verkoop van de milieuvriendelijke houtskool, kan ik zeep, kruiden en vlees kopen om onze voorraden aan te vullen”, zegt Fibi. “Ik hoop dat ik binnenkort, als ik genoeg geld heb gespaard, mijn eigen winkel in het kamp kan beginnen en volledig kan voldoen aan de behoeften van mijn familie.”
Deel op Facebook Deel op Twitter