60 jaar geleden werd het Verdrag tot Beperking der Staatloosheid van 1961 goedgekeurd. UNHCR, de VN-Vluchtelingenorganisatie, benadrukt dat het haalbaar én dringender is dan ooit om het recht op een nationaliteit te waarborgen en een einde te maken aan staatloosheid.
De voormalig staatloze Marc Eric is nu een staatsburger van Ivoorkust, nadat een rechterlijke uitspraak zijn recht op nationaliteit bevestigde. © UNHCR/Mark Henley
“Nieuwe wereldwijde uitdagingen, zoals COVID-19 en de gevolgen van de klimaatverandering, bovenop aanhoudende uitdagingen zoals het toenemend aantal mensen dat gedwongen op de vlucht is, tonen aan hoe cruciaal het recht op een nationaliteit is. Iedereen moet worden meegeteld en zichtbaar zijn in de ogen van zijn of haar land en regering, en moet opgenomen worden in het beleid,” zegt Filippo Grandi, VN Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen.
“Een nationaliteit hebben – en de bescherming van een regering die een nationaliteit biedt – kan het verschil betekenen tussen leven en dood, vooral in tijden van crisis, of het nu gaat om vaccinaties, evacuaties of het bieden van een sociaal vangnet.”
Staatlozen kunnen in conflictsituaties tussen de mazen van het net glippen omdat ze geen bescherming van een regering genieten en/of niet beschikken over een wettelijk identiteitsbewijs. Ze lopen ook het risico geen toegang te hebben tot COVID-19-vaccins. Staatloze gemeenschappen worden ook vaak niet opgenomen in sociaal-economische hulppakketten die bedoeld zijn om de gevolgen van de pandemie te verzachten. Bovendien dreigen staatlozen, naarmate klimaatverandering verergert, te worden uitgesloten van overheidsinspanningen om de gevolgen van extreme weersomstandigheden te beperken.
Het Verdrag van 1961 is het belangrijkste internationale verdrag ter voorkoming en ter vermindering van staatloosheid. Indien het door alle landen zou worden toegepast, zou het ertoe bijdragen dat geen enkel kind zonder nationaliteit wordt geboren – wat uiteindelijk zou leiden tot het beëindigen van staatloosheid.
Eind augustus 2021 waren 77 staten toegetreden tot het Verdrag van 1961. Het aantal toetredingen is de afgelopen tien jaar sterk toegenomen. Sinds 2010 hebben 40 landen zich aangesloten om staatloosheid te verminderen, meest recentelijk IJsland en Togo.
In diezelfde periode hebben meer dan 800.000 staatlozen een nationaliteit kunnen verkrijgen waardoor ze niet meer staatloos zijn.
In dit jubileumjaar dringt UNHCR er bij alle landen die nog niet zijn toegetreden op aan zich aan te sluiten bij het Verdrag van 1961.
Toetreding tot het Verdrag van 1961 is een van de 10 acties van het Global Action Plan to End Statelessness. Het Plan biedt een kader voor overheden om de doelen van de #IBelong-campagne te bereiken. Deze campagne werd in 2014 door UNHCR en partners gelanceerd om binnen een termijn van 10 jaar een einde te maken aan staatloosheid.
Deel op Facebook Deel op Twitter
