UNHCR heeft meer dan 17.800 medewerkers die over de hele wereld werken. Eén van hen is Ehsanul Hoque, hij werkt samen met de milieu-eenheid in Cox’s Bazar, Bangladesh.
Naam: Ehsanul Hoque, 40, uit Bangladesh.
Waarom ben je een humanitaire hulpverlener geworden?
Mijn huis ligt in een kustgebied vlak bij zee en sinds mijn kindertijd hebben we te maken gehad met cyclonen en overstromingen. Ik kan me de cycloon van 1991 nog goed herinneren. Mijn jongere zus en ik zochten beschutting onder het bed met slechts een lantaarn en we baden tot God. Bangladesh had de capaciteit niet om dit soort noodsituaties aan te pakken en meer dan 130.000 mensen stierven rondom kustgebieden en eilanden.
Aan de universiteit heb ik milieukunde gestudeerd en vervolgens heb ik ontwikkelingsstudies gedaan voor mijn postdoctorale opleiding. Deze twee schijnbaar uiteenlopende disciplines hebben me geholpen om situaties vanuit verschillende hoeken te begrijpen. Ik heb geleerd dat Bangladesh gevoelig is voor rampen en zeer kwetsbaar voor klimaatverandering, en als ik iets kan doen in de humanitaire sector, zou dat helpen.
Ik ben UNHCR dankbaar dat ze me de kans hebben gegeven om vrijwilligerswerk te doen in Oeganda. Het opende mijn ogen voor de kwetsbaarheid van ontheemde mensen. Meer dan 40 procent van de vluchtelingen en meer dan 70 procent van de ontheemden worden opgevangen in landen die zeer kwetsbaar zijn voor klimaatverandering. Dit maakt de opvang van vluchtelingen extra moeilijk.
Wat is het meest lonende/uitdagende aan je baan?
Het meest lonende deel van mijn baan is dat we een aantal oplossingen bieden om rampen voor te bereiden of te voorkomen. Nu werk ik aan oplossingen waarbij we de natuur gebruiken voor onze crisisrespons. Dit zijn bijvoorbeeld oplossingen waarbij we ecosystemen en biodiversiteit duurzaam beheren, herstellen én tegelijkertijd het welzijn van mensen verbeteren. Want ecosystemen kunnen ook broeikasgassen opvangen en opslaan. Zo beschermen we beekoevers met grasafdekking en -beplanting, wat de biodiversiteit verbetert, koolstof uit de lucht vastlegt in de bodem en het risico op verstopping en overstromingen van beekjes verkleint.
We implementeren tal van activiteiten voor het stabiliseren van hellingen. Dit kan overstromingen echt verminderen. En dat hangt nauw samen met de bescherming van vluchtelingen, wat het kernmandaat van UNHCR is.
De uitdaging van oplossingen waarbij we de natuur gebruiken, is dat het tijd kost. Daarnaast is het lastig om mensen ervan te overtuigen dat dit de beste en meest duurzame manier is.
Hoe heeft de klimaatcrisis je werk beïnvloed?
De kampen hier in Bangladesh liggen in een gebied wat regelmatig te maken heeft met grote cyclonen. Hierdoor is er een strijd om ruimte in het heuvelachtige landschap, want heuvels geven een beetje bescherming. Recente overstromingen in de kampen hebben schade toegebracht aan meer dan 6.000 onderkomens. Daarom moesten meer dan 25.000 vluchtelingen onderdak zoeken in gemeenschappelijke onderkomens of bij andere families. Als we kijken naar de data van regenval in de afgelopen jaren, zien we een sterke toename van neerslag in de maand juli. Daarom moet klimaatactie een belangrijk aandachtspunt zijn bij de voorbereiding op noodsituaties voor de operatie in Bangladesh.
Als we ons nu voorbereiden, kunnen we er nog vele jaren de vruchten van plukken en het zou enorm veel middelen besparen. Dat zou onze bijdrage kunnen zijn aan de volgende generatie, voor onze kinderen en onze kleinkinderen. We zouden niet alleen bijdragen aan deze operatie, maar ook aan het grotere plaatje.
Het is trouwens goed om te weten dat de VN zich al inzet om haar gehele CO2-uitstoot te neutraliseren. Ik ben één van de coördinatoren van het Greening the Blue-initiatief (om de ecologische voetafdruk van het VN-organisaties te verkleinen) en ben bezig met de CO2 uitstoot in Cox’s Bazar in kaart te brengen.
Wat was je beste dag op het werk?
In 2017 en 2018 hadden de vluchtelingen, en zelfs het personeel, te lijden onder de hete zon – er was geen greintje schaduw. Maar als ik nu naar het veld ga, word ik blij als ik alle bomen zie. Door het aanbod van LPG-distributie (Liquefied Petroleum Gas) is de vraag naar brandhout met 80 procent afgenomen. Vluchtelingen gaan bijna niet meer naar het bos om bomen te kappen. Dit leidde tot mijn beste dag. Op 2 augustus beviel een olifantenmoeder in het bos van een kalf. Dit betekent dat deze olifant eind 2019 drachtig is geworden en dat valt samen met onze distributie van LPG die 100 procent van de vluchtelingen bereikt. De olifanten voelen zich minder gestoord nu er meer bomen zijn.
Wat was je slechtste dag op het werk?
Op een dag vormde onze eenheid een jeugdmilieuclub. Tijdens een van deze sessies zaten alle leden van de gastgemeenschap en vluchtelingenjongeren aan weerszijden van de kamer, en de CiC (camp-in-charge) vroeg hen om zichzelf voor te stellen. De jongeren van de gastgemeenschap stonden op en zeiden hun namen en de school waar ze naar toe gingen. Toen dacht ik: ‘Oh mijn God, wat zullen de gevluchte kinderen zeggen? Omdat ze niet op school zitten, en ze komen niet uit een district van Bangladesh’.
Ik werd verdrietig omdat ik me realiseerde dat de identiteit die we hebben vaak onze verschillen benadrukt, en niet onze universele identiteit als mens.
Toen de Rohingya-jongeren aan de beurt waren, deelden zij hun namen en kampnummers. Deze ervaring heeft mij geleerd dat het ontzettend belangrijk is om met gevluchte jongeren en hun gastgemeenschappen te werken. Als ze elkaar leren kennen en samen leren dan kunnen we de sociale cohesie bevorderen.
Welke impact heeft de COVID-crisis op uw werk?
Door de maatregelen om verspreiding van COVID-19 in te dammen, kunnen we nauwelijks naar de kampen. Helaas worden veel milieuactiviteiten niet als noodzakelijk beschouwd en daarom zijn ze niet toegestaan. Gelukkig wordt de distributie van LPG wel als essentieel beschouwd zodat we de houtkap voorkomen. Ook ondersteunen onze partners en vluchtelingenvrijwilligers om door te gaan met enkele andere activiteiten. We hebben ook bewaking op afstand bedacht voor zaken als contact tussen mens en olifant, en het beheer van de kwekerij voor bomen die we kweken en planten in de kampen.
Deel op Facebook Deel op Twitter