UNHCR, de VN-Vluchtelingenorganisatie, roept op tot onmiddellijke stopzetting van het geweld in de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR).
Sinds december zijn bijna 60.000 Centraal-Afrikanen gedwongen op de vlucht geslagen naar buurlanden, een verdubbeling van het aantal vluchtelingen in slechts een week tijd.
De meesten zijn over de rivier de Ubangui naar de Democratische Republiek Congo gevlucht. Hier bevinden zich nu al meer dan 50.000 vluchtelingen. Op 13 januari kwamen hier in één dag 10.000 Centraal-Afrikaanse vluchtelingen aan.
Zo’n 58.000 mensen zijn nog steeds binnen de getroffen gebieden van de CAR op de vlucht, en bijna 9.000 vluchtelingen zijn de afgelopen maand aangekomen in buurlanden Kameroen, Tsjaad en de Democratische Republiek Congo.
UNHCR prijst de overheden van buurlanden, omdat zij de Centraal-Afrikaanse vluchtelingen toegang blijven opvangen en hen asiel verlenen, ondanks de grensbeperkingen wegens de COVID-19-pandemie.
De afgelopen jaren konden steeds meer Centraal-Afrikaanse vluchtelingen terugkeren naar hun thuisland. De gebeurtenissen van de afgelopen maand – sinds het begin van de meldingen van geweld na de verkiezingen – dreigen deze trend nu weer om te draaien.
UNHCR en haar partners in de CAR registreren meldingen van misbruik door gewapende groepen, waaronder seksueel geweld, aanvallen op kiezers en plunderingen. UNHCR roept alle partijen op tot dialoog en vrede.
Ondanks de gebrekkige infrastructuur die humanitaire hulpverlening in de regio belemmert, voeren UNHCR en haar partners de hulp voor de opvang van nieuwe vluchtelingen op.
Nu de noden van de onlangs ontheemde Centraal-Afrikanen toenemen, dreigt er een aanzienlijk financieringstekort. We roepen de internationale gemeenschap op om de steun aan de humanitaire hulp voor de Centraal-Afrikaanse Republiek uit te breiden, zodat meer hulp de afgelegen gebieden kan bereiken.
Deel op Facebook Deel op Twitter