UNHCR roept de Nederlandse overheid op om het gezinsherenigingsbeleid voor vluchtelingen efficiënter uit te voeren. UNHCR heeft onderzoek gedaan naar de situatie van vluchtelingen die zich met hun gezin willen herenigen in Nederland.
UNHCR erkent dat het Nederlandse beleid rondom gezinshereniging op veel punten één van de betere en ruimhartige is binnen de Europese Unie. Het onderzoek brengt echter ook een aantal belemmeringen aan het licht, waarmee zowel vluchtelingen en hun gezinnen, als overheidsinstanties in Nederland worden geconfronteerd. Daarom worden een aantal aanbevelingen gegeven.
UNHCR wil graag dat de IND bij de aanvraag van gezinshereniging meer rekening houdt met de kwetsbaarheid van de familieleden van vluchtelingen. Deze kwetsbare situatie kan veroorzaakt worden door bijvoorbeeld vervolging, conflict of vlucht, leeftijd, gender, lichamelijke of geestelijke beperking of andere factoren. Ook pleit UNHCR ervoor dat de IND de asielaanvragen die alleenstaande minderjarigen indienen sneller in behandeling neemt, zodat zij zo snel mogelijk na aankomst om gezinshereniging kunnen vragen.
“Dit zou Nederland in staat stellen om zijn verplichtingen na te komen en om ervoor te zorgen dat het belang van het kind voorop komt te staan,” aldus Luke Korlaar (Hoofd Bescherming en Asiel van UNHCR Nederland). “Het gaat erom dat aanvragen voor gezinshereniging waarbij kinderen betrokken zijn ‘snel en op een positieve en humane manier’ in behandeling worden genomen. Verder is het van belang dat het mogelijk wordt dat deze kinderen ook met hun broertjes en zusjes herenigd kunnen worden als hun ouders bijvoorbeeld zijn overleden of vermist worden. Dit is nu vaak onmogelijk omdat er geen gezinsband wordt aangenomen als de ouders buiten beeld zijn.”
De familie Ahmad vluchtte in 2013 van Syrië naar Turkije. Vader reist verder in een vrachtwagen, op zoek naar een veilige omgeving voor zijn vrouw en drie kinderen. Uiteindelijk wordt het gezin herenigd in Nederland.
UNHCR wil ook dat de Nederlandse overheid soepelere criteria hanteert bij het identificeren van gezinsleden van vluchtelingen wanneer afhankelijkheid moet worden aangetoond.
“Uit case study’s die in het kader van dit rapport zijn uitgevoerd bleek dat de aanvragers bewijs moesten leveren voor exclusieve afhankelijkheid. Dit betekent dat er voor de ouder in het buitenland geen (medische) zorg beschikbaar of bereikbaar is, dat de ouder niet zonder (medische) zorg kan en dat er geen ander dan de gezinshereniger voor hem/haar kan zorgen. Voor jongvolwassen kinderen wordt indien het kind noodgedwongen gewerkt heeft, om mee te helpen het gezin te onderhouden na de vlucht van een ouder, aangenomen dat deze onafhankelijk is van zijn ouders. De vluchtsituatie en mate van (vaak geringe) inkomsten uit deze arbeid wordt onvoldoende betrokken bij de beoordeling van de afhankelijkheid. Volgens respondenten zijn aanvragen waarbij afhankelijkheid moet worden onderbouwd zelden succesvol. Daarom hopen wij dat de overheid hier soepeler mee omgaat en afhankelijkheid eerder aanneemt,” aldus Korlaar.
Vaak beschikken vluchtelingen niet over documenten om hun identiteit en familierelaties te bewijzen. Zij hebben, bijvoorbeeld vanwege veiligheidsoverwegingen, geen toegang tot overheidsdiensten in hun land. UNHCR vindt dat met dit soort unieke situaties rekening moet worden gehouden wanneer “feitelijke familiebanden” aangetoond moeten worden. Vervolging, conflict en vlucht hebben een grote impact op de gezinssamenstelling. Meer aandacht hiervoor en een flexibelere aanpak is daarom aan te bevelen. Dit is ook in het belang van het kind.
Deel op Facebook Deel op Twitter