Meer dan 100.000 mensen ontvluchtten hun huis in april als gevolg van de politieke onrust in Noord-Kivu, de Democratische Republiek Congo.
Intern ontheemden uit de provincie Noord-Kivu arriveren in Masisi in de Democratische Republiek Congo, november 2018. © UNHCR/Ley Uwera
UNHCR maakt zich ernstig zorgen over de veiligheid van Congo’s burgers. Massaal politiek geweld blijft de provincie Noord-Kivu terroriseren. De ontheemden bevinden zich in een ernstige situatie en de gewelddadige situatie belemmert het bieden van hulp.
Naar schatting zijn in april 60.000 mensen gevlucht als gevolg van de gevechten in Kamango rondom de stad Beni. In dezelfde maand vluchtten er ongeveer 50.000 mensen het naburige Lubero-territorium, waar het Congolese leger vecht tegen de Mai-Mai gewapende groepen.
Hoewel een reeks van de aanvallen in Beni is gestopt, is het geweld verplaatst naar de landelijke gebieden. Het conflict blijft aanhouden in de zuidelijke delen van Noord-Kivu en breidt zich uit naar de provinciale hoofdstad Goma.
Grootschalige ontvoeringen en moorden traumatiseren de bevolking. Vaak worden ontheemden slachtoffer van dit geweld. Vorige week werden vijf verminkte lichamen aangetroffen in een rivier in het Masisi gebied, wat ongeveer 60 kilometer noordwesten van Goma ligt. De lichamen omvangen die van drie kinderen. Vier van de doden waren mensen die waren ontvoerd uit Kashuga.
Meer dan 20.000 ontheemden burgers zijn gevlucht naar drie kleine steden: Mweso, Kashuga en Kirimbu, gelegen in het Masisi gebied.
De UNHCR-teams die het gebied bezoeken hebben meldingen ontvangen van verkrachtingen en geworven kinderen door gewapende groepen.
De Noord-Kivu provincie van de DRC blijft een van de meest getroffen gebieden van het land, met naar schatting meer dan een miljoen ontheemden. Het heeft ook het hoogste aantal gerapporteerde incidenten van seksueel-gerelateerd geweld in het land. Het aantal gemelde gevallen van verkrachting is met name gestegen in Masisi Territory.
UNHCR heeft haar activiteiten in de provincies Noord-Kivu en Ituri in DRC sinds augustus 2018 opgeschaald. Tot onze prioriteiten behoren het bieden van bescherming, zoals voor overlevenden van seksueel geweld. Verder werken wij met gemeenschappen om hun vermogen te versterken om met meerdere crises om te gaan en onderdak te bieden aan ontheemden en repatrianten.
Het bieden van hulp wordt echter gelimiteerd door een gebrek aan financiële middelen. Zelfs elementaire hulp zoals onderdak of hulp voor vrouwen die slachtoffer zijn van seksueel geweld en uitbuiting is beperkt.
Deel op Facebook Deel op Twitter
