Zuid-Amerikaanse landen raken steeds meer in de knel door de honderden Venezolanen die zich dagelijks bij de grens melden om daar asiel te vragen. Nog altijd verlaten dagelijks duizenden mensen Venezuela als gevolg van de economische en sociale omstandigheden in het land. Steeds meer mensen reizen (lopen) door naar Ecuador, Peru of nog verder, naar Chili en Argentinië.
Naar verwachting zullen dit jaar de aantallen opnieuw toenemen. Boven de al ruim drie miljoen Venezolanen op de vlucht zullen nog eens een miljoen mensen het land verlaten. Omdat buurland Colombia, die meer dan 1 miljoen mensen opvangt, het steeds moeilijker krijgt, zien we dat mensen ervoor kiezen om letterlijk door te lopen.
In Peru is dat al flink merkbaar. In januari 2016 vroegen nog maar 400 mensen asiel in het land aan, een jaar later waren dat er in dezelfde maand 20.000 en in 2018 verdubbelde dat naar 40.000 die maand. Op dit moment melden gemiddeld 800 mensen zich dagelijks aan bij de grens met Peru, op piekdagen klimt dat aantal naar de 5.000.
Voor het kantoor van de immigratiedienst staat een lange rij. Gelaten wachten hier honderden pas gearriveerde vluchtelingen soms wel twee dagen in de hitte en felle zon voordat ze de juiste papieren krijgen die hen het recht geeft op een verblijf in Peru. Kinderen met een holle blik in de ogen, mannen met kapot gelopen schoenen en vrouwen met opgezwollen voeten verraden een lange tocht vanuit Venezuela.
1.500 kilometer lopen naar een beter leven
Velen hebben de ruim 1.500 kilometer lange route via Colombia en Ecuador naar Peru lopend afgelegd. “Kinderen zijn ondervoed en uitgedroogd of hebben infecties. Het gebrek aan goede voeding zorgt ervoor dat veel kinderen een ontwikkelingsachterstand hebben,” vertelt een hulpverlener ter plekke. De vluchtelingen krijgen water, basale medische verzorging en kunnen via wifi contact leggen met familie die ze soms al maandenlang niet hebben gesproken.
Het Peruaanse overheidsapparaat was niet uitgerust op deze grote aantallen asielaanvragen. Zo wil de regering bijvoorbeeld weten wie er het land binnen komt. Iedereen wordt daarom door internationale politiedienst Interpol gecheckt. De dienst kan op dit moment 100 controles per dag aan. Het gevolg is lange rijen wachtenden in de straten van Lima.
Peru kent een tolerant toelatingsbeleid. “Veel Peruanen vluchtten in de jaren zeventig en tachtig voor de terreur van het Lichtend Pad onder meer naar Venezuela,” vertelt Regina de la Portilla van UNHCR in Peru. “Daarom zijn er veel familiebanden tussen die twee landen. Peruanen voelen het als een plicht om nu op hun beurt gastvrij te zijn.”
Alleen is de angst dat de open houding van de Peruanen omslaat. “De armere Venezolanen hebben vaak geen opleiding en minder capaciteiten om te integreren. De gezondheidscondities van deze groep zijn slechter waardoor er een groter beroep wordt gedaan op de gezondheidszorg.”
Met name de arme Peruanen zijn volgens De La Portilla bang dat hun banen worden ingepikt. “Ook hebben we last van nep nieuws, zoals bijvoorbeeld het gerucht dat alle vrouwen uit Venezuela HIV-positief zijn”.
UNHCR is in allerijl aan het opschalen. In samenwerking met IOM (Internationale Organisatie voor Migratie) is een regionaal plan ontwikkeld. Daarin staat dat er naast noodhulp aan de gevluchte Venezolanen ook hulp geboden moet worden aan de opvanglanden en –gemeenschappen.
Concreet voor Peru betekent dat onder anderen ondersteuning in de registratie van asielzoekers, uitbreiding van de ontvangstcentra voor Venezolanen en juridische hulp aan de mensen die daar behoefte aan hebben. Ook werkt UNHCR aan de uitbreiding van medische en psychologische hulp.
Deze bijdrage is mede mogelijk gemaakt door Bart Coolen en Nienke Monnee.
Deel op Facebook Deel op Twitter