De nood is gigantisch, vertelt Hoofd Crisis en Communicatie Astrid van Genderen Stort van UNHCR. Ze is gisteren geland in Beiroet, Libanon. In het land worden ruim een miljoen Syrische vluchtelingen opgevangen. “Ongeveer 70.000 mensen lopen door de wind, sneeuw en kou grote risico’s, omdat hun provisorisch gebouwde tenten zijn ondergelopen of bedolven.”
Vanochtend vertelde Van Genderen Stort over de extra ontstane noodsituatie in het NOS Radio 1 Journaal. “We hadden ons zelf al voorbereid op de winter door een winterplan op te stellen en daarvoor 180 miljoen dollar te reserveren. Door opgelaaid geweld in het noordoosten van Syrië zien we opnieuw mensen in beweging komen.”
Het gaat om naar schatting 25.000 mensen. Van Genderen Stort: “Ze gaan op pad, door het slechte weer. Ze lopen vier dagen en komen dan totaal verzwakt aan bij een van de onofficiële kampen, spontaan ontstane kampen die niet officieel zijn geregistreerd. In deze kampen zijn vaak minder (goede) voorzieningen om nieuwe vluchtelingen op te vangen. Ook zijn de tenten in minder goede staat.”
UNHCR zorgt ervoor dat nieuwkomers de zorg krijgen die nodig is om aan te sterken. Waar nodig worden families uit de onofficiële kampen weggehaald en overgebracht naar een hoger gelegen gebied met betere faciliteiten. “Er zijn mensen die in overstroomde kampen leven waar ze tot enkeldiep in het water zitten. Kinderen slapen op vlondertjes om niet in het water te vallen,” vertelt Van Genderen Stort.
“Het is ijskoud in het gebied. Ze hebben geen brandstof om een vuurtje te maken of een warme kop thee omdat al het hout nat is geworden. Daarom delen we bijvoorbeeld cash geld uit waarvan mensen bijvoorbeeld brandhout en eten kunnen kopen.”
Het winterse weer is nog niet uit de lucht. Van Genderen Stort: “Ik heb begrepen dat ze vandaag en morgen weer slecht weer voorspellen. Ik hoop dat het daarna wat rustiger wordt zodat we de kampen kunnen herstellen.”
Deel op Facebook Deel op Twitter