Op het Luxemburgse platteland bouwen twee vluchtelingengezinnen hun leven weer op dankzij de steun van de overheid en het maatschappelijk middenveld.
Door Frederik Bordon en Benjamin Mason
Na een wereldwijde oproep van paus Franciscus tot solidariteit met vluchtelingen, werden de familie Khalil uit Syrië en de familie Al Enezi uit Koeweit in 2019 gerelocaliseerd van Griekenland naar Luxemburg. Het Luxemburgse Ministerie van Buitenlandse Zaken leidde de relocatie van de twee gezinnen in goede banen, en de Luxemburgse ngo Reech Eng Hand zorgde voor een geschikt huis – de voormalige pastorie in het dorpje Feulen, 40 km ten noorden van de hoofdstad Luxemburg.
“Het mooiste en gelukkigste moment in ons leven was toen we te horen kregen dat we geselecteerd waren om naar Luxemburg te gaan”, vertelt Mohamed Al Enezi uit Koeweit, die samen met zijn vrouw Amina en hun twee zonen Fahed en Hussein in Luxemburg aankwam.
Toen Marie-Christine Ries van Reech Eng Hand, wat in het Luxemburgs zoveel betekent als “een helpende hand”, hoorde dat er vluchtelingen naar Luxemburg zouden komen, ging ze meteen over tot actie. “Op een avond belde de aartsbisschop me op en zei hij: “Er komen twee families naar Luxemburg, en jij zal hen opvangen met Reech Eng Hand!”,” herinnert Marie-Christine zich met een glimlach op haar gezicht.
Marie-Christine begon onmiddellijk voorbereidingen te treffen om de opgeknapte pastorie klaar te maken voor de komst van de twee gezinnen, zodat ze er hun intrek in konden nemen – de Khalils op de benedenverdieping en de Al Enezi’s op de eerste verdieping. Nadat ze een huis hadden gevonden, konden beide gezinnen, met de hulp van Marie-Christine en een paar andere vrijwilligers, hun leven in Luxemburg opnieuw beginnen opbouwen.
“De filosofie van ons project is dat we niet voor mensen werken, maar met hen samenwerken en dat is vanaf het begin heel belangrijk geweest. Het gaat erom dat we hen terug de controle over hun eigen leven laten krijgen,” legt ze uit.
De twee gezinnen proberen nu hun talenten en nieuw verworven vaardigheden in te zetten op de arbeidsmarkt. De vader van de familie Khalil, Sarbast, was kok in Syrië en was gespecialiseerd in patisserie. Zijn vrouw, Nshtman, ontwikkelt volop haar vaardigheden als schoonheidsspecialiste. Allebei koesteren ze de hoop om ooit een eigen zaak te openen in Luxemburg. Mohamed Al Enezi, die gepassioneerd is door auto’s, wil graag taxichauffeur worden.
De gezinnen leerden inmiddels ook al de plaatselijke bevolking kennen. De zoontjes Al Enezi, Fahed en Hussein, en Sarbast hebben zich ook aangesloten bij het lokale voetbalteam, waar ze al nieuwe vriendschappen konden sluiten. “Ik heb veel vrienden uit Feulen, vooral van de club. We blijven vaak ’s avonds laat op het voetbalveld om samen te spelen,” vertelt Sarbast lachend.
De zoontjes Khalil en Al Enezi gaan samen naar school en spreken inmiddels al Frans en Luxemburgs. Voor Mohamed en Amina was dat van onschatbare waarde. Omdat ze in hun eigen land staatloos waren, konden hun kinderen daar immers niet naar school gaan. “Toen ik hen op de eerste dag naar school zag gaan, was dat een bijzonder mooi moment. Ik kon niet geloven dat ze naar school zouden gaan,” vertelt Amina, terwijl ze tranen van geluk wegpinkt.
Beide gezinnen hebben sinds hun aankomst in Luxemburg een nieuw gezinslid verwelkomd: in 2021 werden de zoontjes Kazem Al Enezi en Ivan Khalil geboren. Kazem heeft de Luxemburgse nationaliteit. “Kazem is geboren in een veilig land. Hij zal op een normale manier kunnen opgroeien en naar school kunnen gaan. Daar hebben we altijd van gedroomd.” zegt Mohamed, zichtbaar opgelucht.
Dankzij de steun van de Luxemburgse regering en ngo’s zoals Reech Eng Hand kunnen gezinnen zoals dat van Nshtman en Sarbast Khalil en dat van Mohamed en Amina Al Enezi en nog veel meer vluchtelingen niet alleen een huis, maar ook een thuis vinden. “We zijn blij om hier te zijn en zijn dankbaar voor iedereen die zich heeft ingezet om ons hierheen te halen. Luxemburg is vrijgevig”, zegt Mohamed. “Een thuis is voor ons het land dat ons omarmt en ons verenigt met onze kinderen.”
Deel op Facebook Deel op Twitter