Wat volgt is een samenvatting van wat VN-Vertegenwoordiger in Syrië, Sivanka Dhanapala, op 10 februari 2023 zei tijdens de persconferentie in het Palais des Nations in Genève. Hij sprak vanuit Damascus.
Voorlopige cijfers geven aan dat maar liefst 5,3 miljoen mensen in Syrië mogelijks dakloos zijn geworden na de aardbeving die zowel Turkije als Syrië trof. UNHCR, de VN-Vluchtelingenorganisatie, heeft alles in het werk gesteld om zo spoedig mogelijk hulp te verlenen aan de geteisterde regio’s van het land, voornamelijk door de toevoer van hulpgoederen. Op die manier kon er verzekerd worden dat de centra waar de ontheemde bevolking momenteel wordt opgevangen, over adequate opvangvoorzieningen en -materialen beschikken, zoals tenten, plastic zeilen, thermische dekens, slaapmatten en winterkledij.
UNHCR was vanaf de eerste dag van de ramp ter plaatse om deze materialen uit te delen. Zo werden er op 09 februari nog 9440 hulpkits uitgedeeld. Niet alleen richtten we ons de afgelopen dagen op de hulpverlening van de getroffen bevolking, maar we brachten ook de meest kwetsbare groepen in kaart. Het gaat in de eerste plaats om ouderen, mensen met een beperking en kinderen. Uiteraard bestaat er ook een grote groep kinderen die door de aardbevingen gescheiden zijn van hun ouders.
UNHCR vervult momenteel een leidende rol in de uitbouw van beschermingsmechanismen voor deze kwetsbare groepen. Wij beschikken over een netwerk van gemeenschapscentra, satellietcentra en vrijwilligers verspreid over heel Syrië, die ons helpen om de meest kwetsbare bevolkingsgroepen te bereiken. Daarnaast hebben we ook hulplijnen opgezet om de Syrische bevolking te ondersteunen met uiteenlopende beschermingszaken.
Deze aardbevingen betekenen voor Syrië een crisis bovenop een al bestaande crisis. Naast de aanhoudende burgeroorlog werd het land de afgelopen jaren ook al getroffen door economische tegenspoed en COVID. Bovendien zitten we midden in de winter, die zware sneeuwstormen met zich meebrengt. Een aantal van onze eigen UNHCR-medewerkers hebben hun huizen noodgedwongen verlaten, uit angst voor ernstige structurele schade aan hun woning. Dit illustreert slechts een fractie van wat er momenteel aan de hand is in de geteisterde gebieden.
Dit alles heeft natuurlijk vergaande gevolgen voor de toegang tot hulp. Het wegennetwerk is ernstig beschadigd, wat het bijzonder moeilijk maakt om mensen te bereiken. De omstandigheden zijn alarmerend. Op het moment van de aardbevingen waren er immers al 6,8 miljoen Syriërs intern ontheemd.
Op dit moment ligt onze nadruk op levensreddende activiteiten: het beschikbaar stellen van collectieve opvangcentra en het mobiliseren van tenten en non-foodmaterialen. In de hierop volgende acht tot twaalf weken zal onze hulpverlening evolueren naar ondersteuning in levensonderhoud en het verlenen van basisdiensten, zoals het bieden van onderdak, de opbouw van noodonderkomens en kleine herstelwerken aan beschadigde woningen. We zullen puin ruimen, ingenieurs mobiliseren en de lokale de autoriteiten en andere partners ondersteunen met manschappen en materiële uitrustingen. Daarnaast zullen we ook ondersteuning bieden bij het in kaart brengen van de structurele schade en zullen we de lokale gemeenschap bijstaan om in hun levensonderhoud te voorzien.
Het noordwesten van Syrië is bijzonder zwaar getroffen. Dit belemmert ook ernstig de mogelijkheden om toegang te krijgen tot dit gebied. Op het moment van de aardbevingen waren er al cross line-voorraden (goederen die via gebieden onder de controle van de Syrische overheid naar het noordwesten van het land worden overgebracht) aanwezig in dit gebied en op voorhand opgeslagen. Die voorraden worden nu vanuit de opslagplaatsen over het getroffen gebied verdeeld. Wij hopen dat er vanaf nu een overeenkomst kan worden gesloten met de Syrische regering om een snelle en regelmatige toegang tot deze gebieden mogelijk te maken.
Uit een voorlopige schatting is gebleken dat zo’n 5,37 miljoen mensen in heel Syrië als gevolg van de aardbeving onderdak zullen nodig hebben. Dat is een enorm aantal, dat bovenop een grote groep komt van Syriërs die al ontheemd waren.
Volgende week reis ik naar Aleppo, Hama en Latakia, waar we een voorraad van zo’n 30 000 ton hulpgoederen en 20 000 tenten opgeslagen hebben. Om de woorden van de VN Secretaris-Generaal te herhalen: “Het gaat om mensen. Dat is het enige wat telt.”
Deel op Facebook Deel op Twitter