Wat volgt, is een samenvatting van de persconferentie van 7 februari 2023 in Palais des Nations in Genève. De citaten mogen worden toegeschreven aan Philippe Leclerc, UNHCR-vertegenwoordiger in Turkije, en Matthew Saltmarsh, woordvoerder van UNHCR.
De situatie waarvan we dagelijks getuige zijn op het terrein, is tragisch, in alle tien de provincies die door de aardbevingen getroffen zijn. Ik wil echter ook een optimistische noot toevoegen. Naast de cijfers die Jens (OCHA) heeft meegedeeld, werden ook al 8000 mensen gered door de zoek- en reddingsteams onder leiding van AFAD, de Turkse noodhulporganisatie. AFAD is momenteel actief in tien provincies, mede dankzij de omvangrijke steun die het ontvangt, en zal ook verder worden versterkt door het OCHA-team en de interventieteams van vele andere landen die hulp bieden.
We zijn getuige van de desastreuze gevolgen van de aardbevingen voor de levens van duizenden Turkse gezinnen, maar ook van niet-Turkse gezinnen. De tien getroffen provincies vangen immers ook de grootste vluchtelingenpopulatie ter wereld op. Meer dan 1,7 miljoen van de 15 miljoen inwoners van de getroffen regio zijn Syrische vluchtelingen, en in sommige van deze provincies, zoals Kilis, is zelfs één op de twee inwoners vluchteling. In Gaziantep, Şanlıurfa en Hatay is dat één op de vier of vijf.
Daarom heeft UNHCR, samen met andere VN-agentschappen, haar middelen beschikbaar gesteld om de Turkse regering bij te staan onder leiding van AFAD. IOM, WFP, UNDP, UNICEF, UNFPA en vele andere agentschappen werken de klok rond om de inspanningen van AFAD te ondersteunen.
Op dit moment zijn de zoek- en reddingsacties het belangrijkste deel van de operatie. Het is cruciaal dat deze acties kunnen worden voortgezet om nog meer dan 8000 mensen in de regio te kunnen redden.
Momenteel leveren UNHCR en andere VN-agentschappen de materialen waar de Turkse autoriteiten om vragen. Concreet gaat het om keukengerei, matrassen en tenten. Op die manier kunnen de inspanningen van de Turkse autoriteiten aangevuld worden om Turkse burgers en vluchtelingen te redden.
We stellen het ten zeerste op prijs dat de Turkse regering – zoals altijd het geval is – ook nu weer geen onderscheid maakt tussen personen, ongeacht of zij vluchteling zijn of niet. Deze reddingsoperatie is een humanitaire inspanning, die een verderzetting is van het inclusieve humanitaire beleid dat Turkije nu reeds twaalf jaar voert. Turkse en Syrische slachtoffers kunnen dus op een gelijkwaardige behandeling rekenen.
Zoals ik eerder al zei, worden de vluchtelingen in Turkije op dezelfde manier getroffen als de Turkse bevolking. Ik wil hierbij onderlijnen dat de Turkse autoriteiten een inclusief beleid voeren naar vluchtelingen toe. 2% van de totale bevolking in Turkije is vluchteling, wat neerkomt op 3,5 miljoen vluchtelingen in het hele land en 1,7 miljoen vluchtelingen in de tien provincies die door de aardbevingen getroffen zijn.
Deze vluchtelingen leven samen met de Turkse bevolking en wonen dus ook in dezelfde ingestorte gebouwen als de Turkse burgers. Ook vluchtelingen nemen op vrijwillige basis actief deel aan de zoek- en reddingsacties onder leiding van AFAD. Er is dus geen onderscheid tussen vluchtelingen en Turkse burgers. Zij zijn allemaal op dezelfde manier getroffen.
Van de 1,7 miljoen vluchtelingen in de getroffen regio leven slechts 47 000 mensen in tijdelijke opvangcentra in de zeven kampen die over deze tien provincies verspreid zijn. Deze kampen kunnen dienen als opvangcentra voor de slachtoffers van deze natuurramp, aangezien de nood aan opvang momenteel erg hoog is voor de enorme groep ontheemde mensen.
In dit stadium van de humanitaire respons wordt er dus geen onderscheid gemaakt in de redding en noden voor Turkse burgers en vluchtelingen. Om die reden ondersteunt UNHCR de Turkse autoriteiten in hun reddingsacties van beide groepen burgers in de geteisterde provincies.
Vanuit een regionaal perspectief zijn deze aardbevingen een absolute mokerslag voor de ontheemde Syrische bevolking, die op dit moment al zwaar onder druk staat. Zowel Syrische vluchtelingen als intern ontheemden lijden sterk onder de huidige economische crisis. We zitten midden in de winter, die zware sneeuwstormen met zich meebrengt. Natuurlijk is er daarbovenop ook nog de aanhoudende crisis in Syrië, waar de bevolking al meer dan tien jaar onder lijdt.
Zoals u waarschijnlijk weet, zijn bijna 7 miljoen Syrische burgers op de vlucht in eigen land. De nood aan humanitaire steun en hulpverlening in het noordwesten en het noorden van Syrië is erg hoog. In het noordwesten van het land hebben 4,1 miljoen mensen dringende hulp nodig. De meerderheid onder hen zijn vrouwen en kinderen. Via ngo-partners, die onvermoeibaar doorwerken om mensen in nood te helpen, tracht UNHCR zo veel mogelijk slachtoffers die dringend onze hulp nodig hebben te bereiken.
Wat de reactie van UNHCR in Syrië betreft, hebben wij onze medewerkers en onze reservevoorraden van onze operaties ter plaatse reeds gemobiliseerd om de hoognodige steun naar het terrein te brengen. Zij worden naar de gebieden gestuurd die het zwaarst getroffen zijn door de aardbevingen, voornamelijk de bredere regio rond Aleppo, Hama, Latakia en Idlib. In eerste instantie worden non-foodartikelen en noodhulpgoederen geleverd: dekens, winterkleren, tenten, keukengerei en dergelijke meer. Naarmate de dagen verstrijken, zal onze humanitaire respons nog verder uitgebreid worden.
Deel op Facebook Deel op Twitter