In Odessa piekerde tiener Daria over haar huiswerk en haar band met familie en vrienden. Na te hebben moeten vluchten voor de oorlog, moedigt ze haar leeftijdsgenoten aan zich niet druk te maken over de kleine dingen.
Op een ochtend in de vroege weken van het conflict dat in februari uitbrak in Oekraïne, werd de wereld van 15-jarige Daria Nastasiuk overhoop gegooid. Ontploffingen in de buurt van haar huis in Odessa schudden haar wakker en haar moeder vertelde haar gejaagd dat ze moesten vluchten.
Met acht opeengeduwd in hun auto waren ze meer dan 24 uur onderweg, op wegen die vastliepen met duizenden andere vluchtelingen. Tot ze de nabijgelegen grens met Moldavië bereikten—en daarmee ook veiligheid vonden.
Daria raakte gescheiden van haar vader, haar vrienden en haar dagdagelijkse leven. Ze bracht de voorbije maand door met haar moeder en jongere broer in de Moldavische hoofdstad, Chisinau, in de studentenkoten van een universiteit, die de overheid ombouwde tot een opvangcentrum voor Oekraïners. Daria is één van de meer dan 460.000 vluchtelingen die sinds eind februari de grens overstaken van Oekraïne naar Moldavië.
In dit artikel staat Daria stil bij de recente ontwrichting van haar leven, de psychologische gevolgen ervan en het advies dat zij aan andere tieners zou geven die nooit hun thuis zijn moeten ontvluchten. Haar woorden werden bijgewerkt om een bondige en heldere tekst te bekomen.
Voor de oorlog had ik veel vrienden. We gingen vaak uit, maakten samen huiswerk, bezochten elkaar thuis om thee te drinken en naar muziek te luisteren. Gewoon plezier maken. De sfeer was rustig en vredig. Alles was perfect.
De grootste problemen die ik toen had, draaiden rond mijn studies of ruzies met mijn vrienden en ouders. Nu besef ik dat ik geen serieuze problemen had. Ik maakte mij gewoon zorgen om de kleine dingen.
Toen de oorlog uitbrak, kwam er een avondklok en moest iedereen binnenblijven. Je kon niet naar buiten gaan. Er was geen les, want alle scholen werden gesloten.
We vertrokken de dag nadat de ontploffingen begonnen. Toen ik ze voor het eerst hoorde, was ik aan het slapen. Ik dacht dat iemand me probeerde wakker te maken om naar school te gaan. In plaats was het mijn moeder die me wakker maakte en zei dat ik mijn spullen snel moest pakken. Ik begon door het huis te lopen en me klaar te maken. De volgende dag laadden we de auto in en vertrokken we.
Ik nam enkele spullen mee, zoals shampoo en een kussen, voor de zekerheid. We brachten veel eten mee omdat we wisten dat het misschien een lange reis zou worden. Ik nam een knuffel met me mee—een kleine giraffe.
Ik wou dat ik meer zomerkleren had kunnen meenemen, enkele juwelen en meer accessoires. Ik wou vooral dat ik mijn huisdieren—mijn kat en mijn hond—had kunnen meebrengen want ik mis hen heel erg.
[Hier in Moldavië] hebben we nu veel vrije tijd, dus kijken we naar het nieuws om te zien wat er in Odessa gebeurt. Niemand kan geloven wat daar nu plaatsvindt.
Toen we online begonnen studeren, ging ik mij wat beter voelen. Het zorgt voor afleiding en het huiswerk houdt me bezig. Omdat we niet kunnen afspreken, zetten we soms onze camera’s aan, gewoon om elkaars gezichten te zien. Al mijn klasgenoten zijn naar verschillende landen gevlucht, zoals Duitsland, Roemenië en de VS—iedereen ging een andere richting uit.
Ik heb contact gehouden met één van mijn vrienden uit Oekraïne die naar Duitsland ontsnapte met zijn familie. We praten bijna elke dag. Meestal praten we over de oorlog, we herinneren de goede tijden die ervoor kwamen, en proberen elkaar te steunen. We maken ons zorgen om onze andere vrienden en hopen dat we elkaar zo snel mogelijk terug kunnen zien.
“Ik had nooit gedacht dat ik een oorlog zou meemaken.”
Hiervoor dacht ik nooit echt na over vluchtelingen, omdat ik nooit dacht dat zoiets ons zou kunnen overkomen. Ik had nooit gedacht dat ik een oorlog zou meemaken en in deze situatie zou belanden.
Voor mij betekent vluchteling zijn het moeilijk hebben om eten te vinden, onderdak en kleren. Het betekent ook psychologische problemen hebben.
Ik ben zeker dat ik slechte herinneringen zal overhouden aan wat gebeurd is, zelfs als ik het niet wil herinneren. Ik probeer zaken te vinden die mij afleiden. Het eerste dat ik wil doen [eens we terug in Odessa zijn] is naar de zee gaan met mijn ouders en broertje. Dan kan ik gaan zwemmen en vergeten wat er gebeurd is.
Mijn advies aan kinderen in andere landen is om dankbaar te zijn voor de tijd die ze nu hebben, de stilte en rust waarin ze leven, en het geluk om familie en vrienden te hebben. Maak je geen zorgen over de kleine problemen in het leven—probeer te waarderen wat je hebt.
Zoals verteld aan Charlie Dunmore en Irina Odobescu
Deel op Facebook Deel op Twitter