Na een slopende autoreis van drie dagen vonden Olga en haar kinderen veiligheid in Polen. Zij behoren tot de honderdduizenden mensen die Oekraïne de afgelopen dagen zijn ontvlucht op zoek naar veiligheid in buurlanden.
Bij de stalen brug over de rivier de Bug die de grens met Polen markeert, staat een rij van duizenden auto’s van 14 kilometer lang naar buurland Oekraïne. Om de paar minuten springt het verkeerslicht op de brug op groen en mogen een tiental voertuigen vol mensen de brug oversteken. Voor hen betekent dit een einde van dagen van spanning, onzekerheid en angst.
“Dit is onze derde dag dat we onderweg zijn,” zegt Olga aan het einde van een reis die normaal zeven uur zou duren. Ze vertrok donderdag vanuit de Oekraïense hoofdstad met haar 2-jarige zoon, 8-jarige dochter, de buurvrouw en haar dochter. Ze arriveerden pas op zaterdagavond. “We vluchtten zodra de eerste bommen vielen. Het kostte ons twaalf uur om Kiev uit te komen. Hier wachten we nu al 36 uur.”
“We vluchtten zodra de eerste bommen vielen.”
Olga ziet er opgelucht uit dat ze de Poolse grensplaats Zosin hebben bereikt, ondanks de zichtbare uitputting van de afgelopen dagen. Ze legt uit dat ze de hele reis geen warme maaltijd of toilet hebben kunnen vinden.
“Ik weet zeker dat anderen slechter af zijn. En we zijn in ieder geval gezond,” zegt ze, terwijl ze haar dochter Polina streelt. Het meisje is ingepakt in een dikke jas, muts en sjaal die haar moet beschermen tegen de vrieskou ‘s nachts. Op de vraag hoe ze het drie dagen in de auto hebben uitgehouden, antwoordt Olga simpelweg: “We hadden geen keus.”
Op zondag waren er al honderdduizenden mensen uit Oekraïne gevlucht naar buurlanden sinds het begin van het militaire offensief op 24 februari. De meeste mensen zijn richting het westen naar Polen gegaan. Anderen gingen naar Hongarije, Moldavië, Roemenië en andere landen.
Vluchtelingen worden geregistreerd en krijgen onderdak van de nationale autoriteiten in de landen waar zij aankomen. UNHCR en haar partners zijn ter plaatse in de belangrijkste grensgebieden in de regio om de overheid en hulpverleners te ondersteunen.
“We moeten de identiteit van iedereen vastleggen”, zegt de commandant van de Poolse grenswachten bij Zosin, wijzend op de lange rij auto’s die nog steeds wachten om binnen te komen. “Degenen die zonder voertuigen aankomen, kunnen de file vermijden en de grens sneller oversteken”, voegt hij eraan toe.
“Velen komen gewoon te voet. Dan hoeven ze maar vier uur te wachten”, zegt de officier. “Soms zetten bussen een paar kilometer voor de grens mensen af. Anderen rijden naar de grens, laten hun auto achter en steken dan over.”
Achter hem staat een grote oranje tent met mensen die net gearriveerd zijn. Dankbaar nuttigen ze warme thee, gebak, fruit en broodjes. Binnen verschoont een moeder haar baby, terwijl in de buurt enkele kinderen huilen. Andere kinderen rennen en spelen zorgeloos, te jong om te begrijpen wat er aan de hand is.
“We zijn nu veilig…”
Bij de grens neemt een vader afscheid van zijn vrouw en kinderen omdat hij terugkeert naar Oekraïne. De meeste vluchtelingen die Polen zijn binnengekomen, zijn vrouwen en kinderen.
Na wat eten en een warm drankje zegt Olga dat ze geen idee heeft wat haar en haar kinderen te wachten staat. “Voor vanavond hebben we een slaapplek net over de grens, en dan vinden we wel iets”, zegt ze. “We zijn nu eindelijk veilig.”
Haar grootste zorg is de veiligheid van haar man in Oekraïne. “Hij bleef in Kiev, doneert voortdurend bloed en zorgt voor de oude mensen die niet konden ontsnappen.” Op de vraag wat ze hoopt dat er nu gaat gebeuren, omhelst Olga haar dochter en zegt ze: “Dat de bombardementen stoppen. Dat het moorden stopt. En dat we weer naar huis kunnen.”
Deel op Facebook Deel op Twitter