Uit een nieuw UNHCR/MMC-rapport blijkt dat duizenden vluchtelingen en migranten sterven op hun tocht, terwijl velen onder hen het slachtoffer zijn van extreme mensenrechtenschendingen tijdens irreguliere reizen tussen West- en Oost-Afrika en de Afrikaanse kust van de Middellandse Zee.
Vandaag brengen UNHCR, de VN-Vluchtelingenorganisatie, en het Mixed Migration Centre (MMC) van de Deense Vluchtelingenraad een nieuw rapport uit, getiteld ‘On this journey, no one cares if you live or die’ (“Op deze tocht is niemand bekommerd om je leven of je dood”). Het zet uiteen hoe de meeste mensen die deze routes volgen, getuige of slachtoffer zijn van onvoorstelbare wreedheid en onmenselijkheid door toedoen van mensensmokkelaars en -handelaars, milities en in sommige gevallen zelfs van staatsambtenaren.
“De staten in de regio moeten nu sterk leiderschap en een gecoördineerd optreden tonen, met steun van de internationale gemeenschap. Dat is hoognodig om een einde te maken aan deze wreedheden, om de slachtoffers te beschermen en om de verantwoordelijke misdadigers te vervolgen”.
“Al veel te lang zijn de meest schrijnende misdaden die vluchtelingen en migranten langs deze routes ondergaan, onzichtbaar gebleven”, verklaart Filippo Grandi, de VN Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen. “Dit rapport legt moorden en wijdverspreid geweld van de meest wrede aard bloot. Ze werden gepleegd tegen mensen in wanhoop, die op de vlucht zijn voor oorlog, geweld en vervolging. De staten in de regio moeten nu sterk leiderschap en een gecoördineerd optreden tonen, met steun van de internationale gemeenschap. Dat is hoognodig om een einde te maken aan deze wreedheden, om de slachtoffers te beschermen en om de verantwoordelijke misdadigers te vervolgen”.
Het is uiterst moeilijk om nauwkeurige gegevens te verzamelen over de sterfgevallen in de context van irreguliere gemengde migratiestromen die door mensensmokkelaars en -handelaars worden gecontroleerd. Dit, aangezien veel van deze sterfgevallen zich net voordoen in onbekende omstandigheden, buiten het zicht van de autoriteiten en de formele systemen voor statistieken- en gegevensbeheer. Volgens de bevindingen van het rapport, die voornamelijk gebaseerd zijn op het 4Mi data collection programme van het MMC en data uit aanvullende bronnen, zouden in 2018 en 2019 minstens 1 750 mensen tijdens hun reis omgekomen zijn . Dit komt neer op een aantal van ten minste 72 sterfgevallen per maand, waardoor het een van de meest dodelijke routes voor vluchtelingen en migranten ter wereld is. Deze sterfgevallen komen bovenop de duizenden mensen die de afgelopen jaren zijn gestorven of vermist raakten in hun wanhopige poging om vanuit de Noord-Afrikaanse kusten de tocht over de Middellandse Zee naar Europa te maken.
Ongeveer 28 procent van de gerapporteerde sterfgevallen in 2018 en 2019 vond plaats tijdens pogingen om de Sahara over te steken. Andere brandpunten voor dodelijke slachtoffers waren Sabha, Kufra en Qatrun in het zuiden van Libië; Bani Wanid, wat de draaischijf voor mensensmokkelaars ten zuidoosten van Tripoli vormt; en verschillende plaatsen langs het West-Afrikaanse deel van de route, waaronder Bamako en Agadez.
Hoewel de meeste rapporten en gegevens voor 2020 nog moeten worden vrijgegeven, blijkt uit de voorlopige cijfers dat in 2020 al minstens 70 vluchtelingen en migranten zijn omgekomen, waaronder minstens 30 die eind mei in Mizdah door mensenhandelaars zijn gedood.
De mannen, vrouwen en kinderen die de tocht overleven, kampen vaak met zware blijvende geestelijke gezondheidsproblemen als gevolg van de trauma’s die ze hebben doorstaan. Voor velen is de aankomst in Libië de laatste halte van een reis die wordt gekenmerkt door gruwelijke moorden, martelingen, dwangarbeid en mishandelingen. Anderen meldden het slachtoffer te zijn geweest van bruut geweld, waaronder verbranding met hete olie, gesmolten plastic of verhitte metalen voorwerpen, elektrocutie en het vastgebonden zijn in stressposities.
Vrouwen en meisjes, maar ook mannen en jongens, lopen een groot risico op verkrachting en seksueel en gendergerelateerd geweld, met name bij controleposten en in grensgebieden, en tijdens de oversteek van de woestijn. Ongeveer 31 procent van de door MMC geïnterviewde respondenten die in 2018 of 2019 getuige zijn geweest van seksueel geweld of dit hebben overleefd, gaf aan dat ze het op meer dan één locatie hadden meegemaakt. Smokkelaars waren de belangrijkste daders van seksueel geweld in Noord- en Oost-Afrika en waren goed voor 60 procent en 90 procent van de meldingen op de twee genoemde routes. In West-Afrika waren de belangrijkste daders echter leden van veiligheidstroepen, gewapende groeperingen en politieagenten, die een kwart van de gerapporteerde misdaden hebben begaan.
Veel mensen meldden dat ze gedwongen werden tot prostitutie of andere vormen van seksuele uitbuiting door smokkelaars. Tussen januari 2017 en december 2019 registreerde UNHCR meer dan 630 gevallen van handel in vluchtelingen in Oost-Soedan, waarbij bijna 200 vrouwen en meisjes vertelden dat ze slachtoffer waren geweest van seksueel en gendergerelateerd geweld.
Eenmaal aangekomen in Libië, lopen vluchtelingen en migranten het risico verder te worden misbruikt, aangezien het voortdurende conflict en de zwakke rechtsstaat ertoe leiden dat smokkelaars, handelaars en milities straffeloos kunnen handelen. UNHCR is verheugd over de recente stappen die de Libische autoriteiten hebben ondernomen tegen gewapende groeperingen en handelaars, waaronder de operatie die werd gevoerd om een smokkelnetwerk te ontmantelen, en het bevriezen van vermogensbestanddelen van verschillende handelaars. De VN-Vluchtelingenorganisatie roept de internationale gemeenschap op om overheden nog meer ondersteuning te bieden in hun strijd tegen deze netwerken van mensenhandelaars.
De VN-Vluchtelingenorganisatie roept de internationale gemeenschap op om overheden nog meer ondersteuning te bieden in hun strijd tegen deze netwerken van mensenhandelaars.
Velen die de oversteek van de Middellandse Zee naar Europa wagen, worden onderschept door de Libische kustwacht en worden teruggebracht naar de Libische kust. Meer dan 6.200 vluchtelingen en migranten zijn tot nu toe in 2020 terug van boord gegaan in Libië, wat ertoe zou kunnen leiden dat het definitieve cijfer voor dit jaar waarschijnlijk de 9.035 teruggekeerde vluchtelingen en migranten uit 2019 zal worden overschreden. Ze worden vaak willekeurig gearresteerd en vastgehouden in officiële detentiecentra, waar ze dagelijks worden mishandeld en in erbarmelijke omstandigheden moeten overleven. Anderen komen terecht in “onofficiële centra” of in opslagplaatsen die worden beheerd door smokkelaars en handelaars die hen lichamelijk mishandelen om hier munt uit te slaan.
“De onverschillige behandeling van vluchtelingen en migranten die we langs deze routes zien, is onaanvaardbaar”, aldus Bram Frouws, hoofd van het Mixed Migration Centre. ” “Bovendien blijkt uit de gegevens die we presenteren eens te meer dat Libië geen veilige plaats is om mensen terug naartoe te sturen. Jammer genoeg zal dit waarschijnlijk niet het laatste rapport zijn dat deze schendingen documenteert, maar het draagt wel bij aan het groeiend aantal bewijzen die niet langer genegeerd kunnen worden.”
De afgelopen jaren is enige vooruitgang geboekt om de situatie aan te pakken, waarbij een aantal van de criminelen die verantwoordelijk zijn voor mishandelingen en sterfgevallen, gestraft of gearresteerd is. Tegelijkertijd is het aantal mensen dat in officiële detentiecentra in Libië wordt vastgehouden, gedaald. UNHCR heeft er herhaaldelijk voor gepleit dat een einde wordt gemaakt aan de willekeurige detentie van vluchtelingen en asielzoekers en is bereid om de Libische autoriteiten te ondersteunen bij het vinden en uitvoeren van alternatieven voor detentie.
In het algemeen moeten de inspanningen worden opgevoerd om de bescherming van mensen die deze routes afleggen te versterken en om betrouwbare, legale alternatieven voor deze gevaarlijke en wanhopige reizen te bieden. Staten moeten hun samenwerking versterken om de daders van deze afgrijselijke misdaden op verschillende plaatsen langs de routes te identificeren en ter verantwoording te roepen, belangrijke informatie te delen met de betrokken rechtsinstanties, smokkel- en handelsnetwerken te ontmantelen en hun financiële vermogensbestanddelente te bevriezen. De nationale autoriteiten moeten ook meer resolute stappen ondernemen om meldingen van misbruik door staatsambtenaren te onderzoeken.
Deze maatregelen moeten gepaard gaan met gezamenlijke inspanningen om de onderliggende oorzaken van deze reizen aan te pakken en met een onwrikbaar engagement ervoor te zorgen dat niemand die op zee wordt gered, naar het gevaar in Libië moet terugkeren.
Het verslag en het multimediabestand, inclusief foto’s, getuigenissen en videobeelden, zijn beschikbaar via onderstaande link: https://www.unhcr.org/5f1ab91a7
De Verenigde Naties hebben 30 juli uitgeroepen tot Werelddag tegen mensenhandel.
Deel op Facebook Deel op Twitter