Yusra Mardini is een UNHCR Goodwill Ambassador, een Syrische vluchteling en een Olympisch zwemster. Ze zwom in Rio 2016 voor het Refugee Olympic team, het allereerste team samengesteld uit vluchtelingen.
In 2015 was ik 17 jaar oud, een leerling op de middelbare school die ervan droomde om mijn land te vertegenwoordigen op internationale zwemwedstrijden. Toen de oorlog in Syrië alsmaar dichterbij kwam, waren wij gedwongen om ons huis in Darayya te verlaten. Mijn oudere zus Sara en ik hebben toen besloten om naar Europa te reizen.
We hoopten ook onze moeder en onze jongere zus Shahed in veiligheid te kunnen brengen. Toen we vertrokken klampte Shahed zich aan ons vast, snikkend en smekend om niet te gaan.
De Turkse kust is slechts een tiental kilometer verwijderd van de noordkust van het Griekse eiland Lesbos. In augustus 2015 zijn Sara en ik samen met 18 anderen, waaronder gezinnen met kinderen, aan boord gegaan van een rubberen boot. We wisten allemaal dat er veel mensen gestorven waren bij het maken van de reis die voor ons lag. We waren allemaal even bang, maar we waren allemaal even wanhopig op zoek naar een manier om te ontsnappen aan het geweld dat achter ons lag. Zoals de meeste boten die diezelfde oversteek maakten, was de onze gevaarlijk vol. In dat bedrieglijk korte stuk zee viel onze motor uit.
De wind waaide hard en onze boot werd een speelbal van de golven. Het daglicht vervaagde. Sara en ik waren ervaren zwemmers, maar anderen op de boot niet. We zijn om de beurt in het water gesprongen, waardoor de boot lichter werd. We hielpen met het draaien van de boot om zo de golven te trotseren en om te voorkomen dat de boot kapseisde. We riepen om hulp, maar niemand kwam.
De herinnering aan die boottocht zal mij altijd bijblijven.
We hebben meer dan drie uur lang gezwommen. Iedereen was aan het bidden. Eindelijk sputterde de motor weer tot leven en we bereikten de kust.
Ik worstel met dit verhaal. Het is moeilijk te vatten waarom wij het gehaald hebben, terwijl vele anderen dat niet deden. Elke keer als ik iets hoor over een groep die verdrinkt op zee, brengt het me terug naar daar, vastgeklampt aan het touw van de boot, wanhopig aan het trappelen in het water.
Als Goodwill Ambassador voor UNHCR, de VN-Vluchtelingenorganisatie, heb ik de kans gehad om vele anderen te ontmoeten die hun eigen wanhopige reizen hebben doorstaan terwijl ze op zoek waren naar veiligheid. Op een reis naar Sicilië met UNHCR hoorde ik verhalen van anderen die de zee van Noord-Afrika naar Italië waren overgestoken, verhalen die vol ellende, hartzeer, verdriet en trauma’s zaten. Maar uiteindelijk, net als mijn eigen verhaal, gaat het over overleven.
Ik ontmoette een vrouw, Rita, die met haar eenjarige baby Nigeria ontvluchtte nadat haar man op brutale wijze was vermoord. Ze vertelde me over haar afschuwelijke reis naar Libië en vervolgens naar Europa. Een reis waarbij ze vrienden onderweg zag sterven. Ik ontmoette een twaalfjarig meisje uit Eritrea dat bij het oversteken van de Middellandse Zee gescheiden werd van haar oudere zus en haar sindsdien niet meer heeft gezien. Ze hoopte haar broer in Duitsland te kunnen vervoegen. Ik ontmoette meisjes die me vertelden dat ze tijdens hun reis verkocht waren.
Het brak echt mijn hart. Soms kan ik ’s nachts niet slapen na wat ik gehoord heb.
De hulp die we in Duitsland kregen, stelde me in staat om snel verder te gaan met mijn leven, om mijn droom om deel te nemen aan de Olympische Spelen na te jagen. Maar, zoals in dit nieuwe rapport van UNHCR wordt benadrukt, worden veel andere kinderen nog steeds geconfronteerd met de ongelooflijke uitdagingen en risico’s die de tocht naar en door Europa met zich meebrengt.
Niemand kiest ervoor om vluchteling te worden, om alles achter te laten voor een onzekere toekomst. Maar, zoals Sara en ik, zullen anderen zich genoodzaakt voelen soortgelijke beslissingen te nemen terwijl oorlogen blijven woeden. En wanneer mensen zulke gewelddadige situaties ontvluchten en zulke wanhopige reizen naar Europa ondernemen, moeten we er allemaal voor zorgen dat ze de hulp en steun krijgen die ze nodig hebben om hun leven snel weer op te bouwen.
Dit betekent dat we ervoor moeten zorgen dat kinderen die in Europa aankomen veilige huisvesting hebben en niet opgesloten worden in een detentiekamp. Dat kinderen worden geïdentificeerd als kinderen en toegang hebben tot de systemen die bedoeld zijn om hen te helpen. Dat kinderen goed geïnformeerd zijn over de mogelijkheden die tot hun beschikking staan en dat kinderen vanaf het moment van aankomst ononderbroken kunnen doorgaan met hun opleiding.
Lees hier onze rapporten:
Desperate Journeys – januari tot september 2019
Naar een sterkere bescherming van niet-begeleide en van hun ouders gescheiden kinderen in België
Deel op Facebook Deel op Twitter