Dit is een samenvatting van wat werd gezegd door UNHCR-woordvoerder Matthew Saltmarsh tijdens de persconferentie op 26 maart 2024 in het Palais des Nations in Genève.
UNHCR, de VN-Vluchtelingenorganisatie, luidt de alarmbel over het toenemende geweld in de oostelijke regio’s van de Democratische Republiek Congo (DRC).
Door twee jaar van conflict in de gebieden Rutshuru en Masisi in Noord-Kivu hebben meer dan 1,3 miljoen mensen noodgedwongen hun huizen in de DRC moeten ontvluchten. In totaal zijn er 5,7 miljoen mensen op de vlucht binnen de eigen landsgrenzen in de provincies Noord-Kivu, Zuid-Kivu en Ituri.
Sinds de start van het zware geweld op 7 februari in de stad Sake, op het grondgebied van Masisi, zijn bijna 300.000 mensen naar de stad Goma en het omliggende gebied verhuisd. De omvang van zowel informele als officiële kampen voor mensen op de vlucht blijft toenemen aangezien steeds meer mensen wanhopig op zoek zijn naar een veilige schuilplaats voor willekeurige beschietingen en andere mensenrechtenschendingen. De levensomstandigheden zijn extreem moeilijk. De groeiende behoefte aan onderdak, sanitaire voorzieningen en levensonderhoud overstijgt ruimschoots de beschikbare middelen. Nog eens 85.000 mensen zijn het geweld ontvlucht en hebben hun toevlucht gezocht in de regio Minova in Zuid-Kivu. In januari verbleven er in de stad Minova al meer dan 156.000 intern ontheemden, waarvan de meesten in geïmproviseerde onderkomens.
De zorgwekkende toename van het gebruik van zware artillerie in het conflict zet zich voort, met berichten over beschietingen van kampen voor intern ontheemden in Minova. Bij de beschieting van een winkelgebied op 20 maart kwam een vrouw op de vlucht voor het geweld om het leven en raakten ten minste drie anderen gewond, waaronder twee kinderen. Berichten over willekeurige beschietingen in Sake en Goma in de afgelopen weken, waarbij meer dan 30 mensen omkwamen en minstens 80 gewond raakten, zijn ook zorgwekkend, evenals de dreiging van niet-ontplofte munitie. UNHCR benadrukt de noodzaak om burgers te beschermen en het civiele en humanitaire karakter van de kampen voor mensen op de vlucht te respecteren.
De laatste rapporten van UNHCR-medewerkers zijn alarmerend. Gezinnen blijven door de aanvallen getraumatiseerd en uitgeput aankomen in de kampen, vaak met fysieke en psychologische problemen. Velen melden dat ze – soms seksueel – misbruikt zijn tijdens hun vlucht. Nieuwkomers zoeken hun toevlucht in geïmproviseerde schuilplaatsen in overvolle kampen, scholen en kerken of bij gastgezinnen, waardoor hun schaarse middelen ook onder druk komen te staan.
Verontrustend is dat humanitaire hulpverleners hebben vastgesteld dat gewapende groepen systematisch civiele infrastructuren binnendringen, zoals kampen voor intern ontheemden, ziekenhuizen en gezondheidscentra. In 2023 werden 25 scholen bezet door niet-statelijke gewapende groepen in de gebieden Masisi en Rutshuru, en nog eens 17 scholen werden aangevallen.
In 2024 werden zeven scholen vernietigd door bombardementen. De plundering van essentiële medicijnen en materialen uit gezondheidscentra in de afgelopen weken heeft het voor humanitaire hulpverleners nog moeilijker gemaakt om mensen op de vlucht voor het geweld te helpen. Daarnaast zijn er honderdduizenden intern ontheemden geïdentificeerd aan de andere kant van de frontlinie, in de gebieden Masisi, Rutshuru en Nyiragongo, zonder toegang tot hulp.
Door de opflakkering van het geweld zijn ook veel kinderen noodgedwongen op de vlucht. Velen van hen worden niet langer begeleid en worden blootgesteld aan ernstige risico’s, zoals ontvoering, gedwongen rekrutering (als kindsoldaten), verminking en verkrachting. In 2023 werden alleen al in de provincie Noord-Kivu 50.159 gevallen van gendergerelateerd geweld gemeld, waarvan meer dan de helft verkrachting betrof. Negentig procent van deze slachtoffers waren vrouwen en meisjes, terwijl 37 procent kinderen waren. De hulp van UNHCR aan slachtoffers van seksueel geweld omvat psychosociale steun en medische hulp. UNHCR werkt ook met mannen op de vlucht voor het geweld.
Naarmate het geweld voortduurt en de humanitaire toegang verder wordt belemmerd, nemen de risico’s voor burgers en mensen op de vlucht toe. UNHCR roept op tot onmiddellijke stopzetting van de vijandelijkheden en dringt er bij alle partijen in het conflict op aan het internationaal humanitair recht en de mensenrechten te respecteren en te waarborgen, alsook burgers te beschermen.
Intensieve humanitaire actie in de oostelijke provincies tussen juni en december 2023 bereikte meer dan 3,1 miljoen mensen met levensreddende hulp. UNHCR heeft samen met partners noodonderdak geboden aan meer dan 40.000 van de meest kwetsbare mensen die in Goma aankwamen. De distributie van meer dan 3.600 essentiële kits en 1.000 dekzeilen heeft het dagelijks leven van mensen buiten de kampen verbeterd. Deze hulpgoederen bereikten echter slechts een klein deel van de bevolking die er dringend behoefte aan heeft.
UNHCR blijft vastbesloten om de getroffenen in het Oosten van de DRC te steunen en roept dringend op tot gezamenlijke internationale actie om de crisis aan te pakken. UNHCR heeft slechts 14% ontvangen van de 250 miljoen dollar die nodig is voor de hulpverlening in de DRC tegen 2024. Het gebrek aan financiering brengt de hulpverlening in gevaar en verergert de ernstige humanitaire crisis in de regio.
Deel op Facebook Deel op Twitter