In België kan een asielzoeker bij de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) asiel aanvragen. Die dienst zendt het verzoek door naar het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) dat bepaalt of een asielzoeker al dan niet wordt erkend als vluchteling op basis van het VN-Vluchtelingenverdrag. Het CGVS kan ook de subsidiaire beschermingsstatus toekennen indien de asielzoeker niet voldoet aan de voorwaarden om als vluchteling te worden erkend maar toch ernstige schade dreigt te lijden in geval van een terugkeer naar zijn/haar/hun land van herkomst (zie verder).
Zolang de asielprocedure loopt, hebben asielzoekers recht om in het land te verblijven en recht op opvang. Er bestaat niet zoiets als een nep-asielzoeker of illegale asielzoeker. Het aanvragen van asiel is een mensenrecht en dus nooit illegaal.
Mensen die na het doorlopen van de asielprocedure niet in aanmerking komen voor internationale bescherming als vluchteling noch op subsidiaire bescherming, hebben geen recht meer op verblijf in België. Zij kunnen in principe worden uitgezet naar hun land van herkomst.