In slechts één van de vele dorpen in de provincie Herat zijn honderden mensen om het leven gekomen. UNHCR heeft noodhulp gestuurd om de overlevenden te helpen en waarschuwt dat er dringend meer hulp nodig is voordat de winter aanbreekt.
Stapels puin is het enige dat overblijft van het dorp Siah Ab, een afgelegen nederzetting waar ooit 300 gezinnen woonden in het dorre landschap van de provincie Herat in West-Afghanistan. Enkel de bomen die schaduw boden aan de huizen die nu in puin liggen, staan nog overeind.
De eens zo keurige rijen lemen huizen stortten op 7 oktober onverwachts in toen een aardbeving met een kracht van 6,3 het gebied trof. De ramp gebeurde rond 11 uur ’s ochtends. De meeste van de 200 dorpelingen die het leven lieten, waren vrouwen en kinderen die binnen zaten toen hun huizen instortten.
Onder de slachtoffers bevinden zich ook zeven kinderen uit eenzelfde gezin, hun moeder en twee andere familieleden. De oom van de kinderen, Zahir, en zijn 5-jarige zoon, Murtaza, hebben het geluk gehad om er levend vanaf te komen. Ze hebben echter grote moeite om deze tragedie te verwerken, net als alle andere overlevenden.
“We hebben tien familieleden verloren tijdens de aardbeving, waaronder zeven van mijn neven”, zegt Zahir vol ongeloof. “Ze woonden bij ons in de buurt en waren erg goede vrienden van Murtaza. We hebben zijn vrienden begraven terwijl hij toekeek.”
‘We zijn alles kwijt.”
Zahir, overlevende van de aardbeving
Tot nu toe zijn naar schatting meer dan duizend mensen omgekomen bij de aardbeving, die waarbij ook duizenden gewonden zijn gevallen. De verwachting is helaas dat deze aantallen nog verder zullen oplopen. Honderdduizenden mensen in de provincie Herat zijn getroffen door de ramp. Velen onder hen zijn dakloos en slapen nu onder de blote hemel. Deze laatste tragedie volgt op jaren van crisis en ontberingen voor de inwoners van de regio, waaronder recent teruggekeerde vluchtelingen en intern ontheemden.
Medewerkers van UNHCR, de VN-Vluchtelingenorganisatie, en haar lokale partners zijn sinds de eerste dag in Siah Ab en andere locaties ter plaatse. Ze beoordelen de behoeften van de mensen en delen tenten, dekens, lampen op zonne-energie en andere essentiële hulpgoederen uit. De organisatie zal ook financiële hulp en begeleiding bieden aan de zwaarst getroffenen. UNHCR heeft een noodoproep van 14,4 miljoen dollar gelanceerd en dringt er bij donoren op aan om hun steun op te voeren voordat de winter aanbreekt.
Aangepaste bijstand zal worden verleend aan de meest kwetsbaren, waaronder vrouwen en meisjes, huishoudens met een kind of vrouw aan het hoofd, ouderen en mensen met een beperking. Kinderen die nu wees, van hun familie gescheiden of onbegeleid zijn, krijgen individuele ondersteuning van UNHCR en haar partners.
Zahir en zijn vrouw waren aanvankelijk terughoudend om hun verwoeste huis te verlaten. Uiteindelijk moesten ze toch vluchten met de weinige bezittingen die ze nog konden redden nadat een tweede krachtige beving het gebied vier dagen na de eerste trof. “Ik wilde mijn huis niet verlaten, ook al bleef er niets meer over,” vertelt Zahir.
Het echtpaar en hun zoon wonen nu in een van de tientallen tenten die aan de dorpelingen verstrekt werden door UNHCR en haar partners Women for Afghan Women (WAW), Women’s Activities and Social Services Association (WASSA) en Ansari Rehabilitation Association for Afghanistan (ARAA). Daarnaast ontvingen de dorpelingen huishoudelijke artikelen en hygiënekits. De tenten staan op een verlaten stuk land, drie kilometer van het dorp.
“We zijn alles kwijt.” De tent is momenteel het enige dat we hebben”, zegt Zahir. Hij maakt zich grote zorgen over de toekomst. Volgens de vader heeft zijn zoon Murtaza niet veel gesproken in de dagen na de aardbeving. Murtaza is een van de honderden getroffen kinderen die dringend psychosociale steun nodig hebben om het opgelopen trauma te verwerken. Wanneer Murtaza wel spreekt, uit hij een onvervulbaar verlangen om terug te keren naar zijn inmiddels verwoeste huis en om zijn favoriete neef te zien, die onder het puin gestorven is. “Als de aarbeving voorbij is, keren we terug naar huis. Mansour wacht op me.”
Deel op Facebook Deel op Twitter