UNHCR, de VN-Vluchtelingenorganisatie, maakt zich ernstig zorgen over de toenemende gewelddadige aanvallen van niet-statelijke gewapende groepen op burgers in het oosten van de Democratische Republiek Congo (DRC).
De laatste dodelijke aanval vond plaats op 19 januari in het Plaine Savo-kamp voor intern ontheemden in de provincie Ituri. Gewapende mannen bestormden de site met vuurwapens en doodden twee volwassenen en vijf kinderen. Een groot aantal woningen werd geplunderd en in brand gestoken. Maar liefst 17 000 mensen vluchtten naar de nabijgelegen stad Bule op zoek naar veiligheid. Zij verblijven nu in scholen, kerken en slecht beschutte marktplaatsen zonder voldoende water en voedsel.
In de afgelopen zes weken zijn in Ituri meer dan 200 burgers om het leven gebracht bij een reeks aanvallen van niet-statelijke gewapende groepen. Tijdens deze aanvallen werden ook 2000 huizen vernield en 80 scholen gesloten of verwoest. Minstens 52 000 mensen zijn op de vlucht geslagen in een provincie die op dat moment al 1,5 miljoen intern ontheemden opving. Van deze mensen hebben al 35 000 burgers toevlucht gevonden in het relatief veilige Rhoe-kamp voor intern ontheemden. Het aantal mensen dat er opgevangen wordt is nu echter verdubbeld tot 70 000 mensen, waardoor de infrastructuur van noodonderkomens, de gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen en de gedeelde kookruimtes van het kamp onder druk komt te staan.
Ook in de aangrenzende provincie Noord-Kivu vinden aanvallen plaats. De gevechten laaiden hier opnieuw op in maart vorig jaar, wat 521 000 mensen ertoe dwong om op de vlucht te slaan voor luchtbombardementen en gedwongen recrutering door niet-statelijke gewapende groepen. Ongeveer 120 000 mensen trokken naar de buitenwijken van de relatief veilige provinciehoofdstad Goma. Tijdens hun tocht konden ze slechts enkele persoonlijke bezittingen meenemen en moesten ze hun kinderen op hun rug dragen. In totaal zijn 2,1 miljoen mensen ontheemd in deze provincie, die door conflicten verscheurd wordt.
Te midden van deze instabiliteit blijven UNHCR en haar partners levensreddende hulp bieden aan ontheemde bevolkingsgroepen. In januari ondersteunden we 1 154 families met personen met een beperking, zwangere vrouwen en andere kwetsbare personen om ondergebracht te kunnen worden in nieuwe noodonderkomens in het Buchagara-kamp voor intern ontheemden in Goma, Noord-Kivu. Daarnaast zal UNHCR ook nog zorgen voor een uitbreiding van 1000 nieuwe huisvestingen met dekzeilen in het Rhoe-kamp voor intern ontheemden in de provincie Ituri.
De verdere uitbouw van infrastructuur in het Buchagara-kamp is intussen voortgezet, ondanks het feit dat UNHCR in 2022 slecht 46% van de noodzakelijke financiële steun heeft ontvangen. Dit kon echter alleen maar mogelijk gemaakt worden door andere prioriteiten, zoals onderwijs, naar de achtergrond te schuiven. Voor 2023 vraagt UNHCR 233 miljoen dollar om intern ontheemden en vluchtelingen in de Democratische Republiek Congo te kunnen ondersteunen.
Het geweld en de instabiliteit in de regio betekenen ook dat UNHCR en haar partners levensreddende diensten blijven verlenen op het gebied van onderdak, sitebeheer en veiligheid, ondanks de risico’s voor de veiligheid van haar humanitair personeel. UNHCR benadrukt opnieuw dat humanitaire organisaties en burgers geen doelwit mogen zijn in gewapende conflicten en roept alle betrokken partijen op om de civiele en humanitaire aard van deze kampen voor intern ontheemden te respecteren.
Meer dan 5,6 miljoen mensen zijn intern ontheemd in de Democratische Republiek Congo, waarmee het de grootste ontheemde bevolking is op het Afrikaanse continent en één van de grootste wereldwijd. Daarnaast vangt het land ook 524 700 vluchtelingen op.
Deel op Facebook Deel op Twitter