Er bevinden zich veel Afghaanse vluchtelingen onder de 33 miljoen mensen in Pakistan die getroffen werden door hevige overstromingen. UNHCR, de VN-Vluchtelingenorganisatie, zet zich in voor zowel vluchtelingen als hun lokale gastgemeenschappen die slachtoffer werden van de moessonregens.
Door Qaiser Khan Afridi in Nowshera, Pakistan.
“Die nacht was onvergetelijk. Ons huis stond op enkele minuten tijd onder water. We moesten meteen vertrekken, we hadden geen andere keuze,” vertelt Bahadur Khan. Hij is één van de meer dan 2.000 Afghaanse vluchtelingen die nu in Kheshgi Vluchtelingendorp in de provincie Khyber-Pakhtunkhwa verblijven, in het noordwesten van Pakistan.
Sinds de aanvang van het moessonseizoen in juni, slaagden Bahadur en zijn gezin erin om de heftige regens te doorstaan, maar ze waren weerloos toen de Kabul-rivier uit zijn oevers trad in de vroege uren van 27 augustus. Bahadur had slechts tien minuten om zijn geliefden in veiligheid te brengen in hoger gelegen gebied voor hun huis weggespoeld werd.
Voor een derde keer in zijn leven moest de 60-jarige grootvader alles achterlaten.
“Begin jaren 1990 zijn we Afghanistan ontvlucht tijdens de burgeroorlog. Daarna moest ik opnieuw verhuizen toen mijn huis volledig verwoest werd door de overstromingen in 2010,” zegt hij.
Pakistan heeft in het verleden al meermaals te lijden gehad onder overstromingen, maar dit jaar zijn de overstromingen op een veel grotere schaal, vergelijkbaar met de catastrofale overstromingen van 2010 die bijna 2.000 mensen het leven kostten. Dit jaar hebben de moessonvloeden al meer dan 1.100 mensen van het leven beroofd. Zo’n 33 miljoen mensen zijn getroffen door de hevige regens en stortvloeden, en 6,4 miljoen van hen hebben nood aan onderdak, voedsel en andere basisvoorzieningen.
Pakistan vangt 1,3 miljoen Afghaanse vluchtelingen op. Meer dan 421.000 van hen leven in de zwaarst getroffen gebieden. Velen zijn naar Pakistan gekomen voor medische zorg, om te studeren of om te werken, om veiligheid te vinden of om verder te reizen naar een ander land.
Bahadur is oorspronkelijk afkomstig uit de provincie Kunar in Afghanistan. Hij verdient zijn brood als herder en is dorpoudste. Hij maakt zich zorgen om de toekomst, vooral over de opleiding van zijn 11 kinderen.
Maar de overstromingen hebben dringendere kopzorgen met zich meegebracht. Voorlopig woont Bahadur is zijn gedeeltelijk weggespoeld dorp. “Toen we onze huizen verlieten, gingen we naar hoger gelegen gebied, waar we de nacht doorbrachten onder de blote hemel,” zegt hij. De volgende ochtend kwamen werknemers van UNHCR, de VN-Vluchtelingenorganisatie, toe met een tent voor zijn gezin.
“We zijn dankbaar voor de tenten en het onderdak, en het muggennet, maar we hebben nog veel andere problemen,” zegt Bahadur. “We slapen op de grond. We hebben geen schoon drinkwater en geen medische voorzieningen. We vinden niet elke dag voedsel en kunnen met moeite onze gezinnen te eten geven. We hebben eten nodig om te overleven,” benadrukt hij. “We hebben zelfs eten nodig voor ons vee.”
De gevolgen van de klimaatverandering maken geen onderscheid tussen lokale inwoners en vluchtelingen. Over heel het land zijn er ontelbare verhalen van mensen wiens leven overhoop gegooid werd door de catastrofale overstromingen van de voorbije weken.
Op slechts enkele honderd meter van Bahadurs vluchtelingendorp, werden ook lokale Pakistaanse gemeenschappen verwoest. Saleem Khan, een landbouwer van 25 jaar, behoort tot één van deze gemeenschappen.
Om drie uur ’s morgens, in het holst van de nacht, liep zijn huis plots onder water. “We waren zo bang. We hadden nog nooit zo’n angstaanjagende nacht meegemaakt. We vroegen ons af hoe we al dat water konden doorkruisen, maar mijn vader kalmeerde ons. ‘Wees niet bang,’ zei hij. Toen begonnen we naar hoger gelegen gebied te trekken. We lieten alles achter. Onze kamers werden volledig beschadigd,” vertelt Saleem.
UNHCR voorziet ook de lokale bevolking die slachtoffer werd van de overstromingen van onderdak. “Maar we hebben lampen op zonne-energie nodig en ventilators,” zegt Saleem. “We hebben geen bedden en ik maak mij zorgen omdat er slangen zijn. We hebben niets te eten.”
Saleem vertelt dat de gewassen die hij kweekte, suikerriet en maïs – zijn enige bron van inkomsten – verwoest zijn door de overstromingen. Daarmee verloor hij een jaarlijks inkomen van ongeveer 600.000 à 700.000 Pakistaanse roepie (zo’n 3.000 euro), en dat terwijl nieuwe uitgaven oplopen. “Nu ons huis beschadigd is, moeten we het herbouwen. Het zou moeilijk zijn om lang in een tent te blijven wonen,” zegt hij.
Saleem en Bahadur, lokale inwoner en vluchteling, leven nu zij aan zij op dezelfde plaats en worden geconfronteerd met dezelfde tegenslagen.
De Pakistaanse overheid heeft een respons gelanceerd en een oproep gedaan voor internationale steun terwijl overstromingen vele delen van het land blijven teisteren. Volgens de overheid werden meer dan 287.000 huizen verwoest en bijkomend 662.000 huizen beschadigd. 735.000 stuks vee lieten het leven en 100.000 hectare met gewassen staan onder water. Er is ook aanzienlijke schade aan de communicatie-infrastructuur.
UNHCR heeft reeds 10.000 tenten en duizenden andere hulgoederen geleverd, zoals dekzeilen en slaapmatten, alsook hygiënische artikelen, keukensets en lampen op zonne-energie. We hebben ook duizenden zandzakken verdeeld om huishoudens te helpen hun huizen te versterken en te beschermen. Deze hulp wordt zowel geboden aan vluchtelingen als aan gastgemeenschappen.
Maar veel meer steun is nodig.
Als onderdeel van de gecoördineerde humanitaire respons, samen met de Pakistaanse autoriteiten voor het beheer van rampen en andere hulporganisaties, voorziet UNHCR reeds sinds juli noodhulp in de zwaarst getroffen provincies Beloetsjistan en Khyber-Pakhtunkhwa. We benutten bestaande voorraden bedoeld voor Afghaanse vluchtelingen en hun gastgemeenschappen. Onze steun wordt ook uitgebreid naar de provincie Sindh naarmate de noden daar oplopen.
“Wat dringend nodig is, is snelle humanitaire financiering,” zegt Gayrat Ahmadshoev, het hoofd van het UNHCR-kantoor in Pesjawar, in de provincie Khyber-Pakhtunkhwa. “Pakistaanse gemeenschappen en de vluchtelingen die er opgevangen worden zeggen dat dit de ergste overstroming is die ze zich kunnen herinneren.”
Ter ondersteuning van de inspanningen van de Pakistaanse overheid, heeft de Verenigde Naties zo’n 160 miljoen dollar nodig om meer dan 5 miljoen mensen in de zwaarst getroffen gebieden te helpen met onder meer voedsel, onderdak en onderwijs, alsook met het beschermen van kinderen die gescheiden zijn van hun families en het herenigen van gezinnen.
Oorspronkelijk gepubliceerd door UNHCR op 2 september 2022.
Deel op Facebook Deel op Twitter