Verklaring van de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen Filippo Grandi tijdens een gezamenlijke persbriefing met Franz Fayot, Luxemburgs minister van Economie, Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Actie

Allereerst wens ik Luxemburg en het Luxemburgse volk te bedanken voor hun aanhoudende en langdurige steun. De bijdrage, bestendigd in het akkoord dat we vandaag hebben ondertekend, is een zeer belangrijke bijdrage. De bijdrage komt na lange jaren van partnerschap dat ons in staat heeft gesteld om heel belangrijk werk te verrichten. U heeft er al over gesproken, meneer de minister, maar ik wil het evenzeer benadrukken. Dit soort partnerschappen die strekken over meerdere jaren en die ons een grote flexibiliteit toestaan in de toepassing van de fondsen, zijn van grote waarde voor ons, in een situatie waarbij we met verschillende ernstige crisissen worden geconfronteerd.  

Dit jaar alleen al, in 2021, en het jaar is nog niet eens om, hebben we 33 noodoperaties moeten uitvoeren, een zeer betreurenswaardig record. Denk aan Afghanistan, Ethiopië, Venezuela en veel Afrikaanse landen, die geconfronteerd worden met verschillende crisissen. We kennen allemaal de enorme crisissen in Afghanistan en Ethiopië, maar we zijn evenzeer bezorgd over de situatie in Libanon, die gelijkloopt met de aanhoudende Syrische crisis, allemaal in het uiterst onstabiele Midden-Oosten. De risico’s zijn ernstig en reëel. Dus het feit dat we over middelen kunnen beschikken waar we van tevoren op kunnen rekenen en die flexibel zijn, is heel erg belangrijk wanneer we met noodsituaties te maken krijgen. Hieraan moet worden toegevoegd dat, zelfs wanneer een deel van de middelen waarover u heeft gesproken, minister, worden toegewezen aan onze operaties in Syrië of Afghanistan, wij veel flexibiliteit nodig hebben bij het gebruik van deze middelen. En dit is niet altijd het geval voor alle donorlanden. Het voorbeeld dat Luxemburg stelt, wil ik belichten om andere landen aan te moedigen om dezelfde richting te volgen. 

Ontvangst van Filippo Grandi, Hoge commissaris voor de Vluchtelingen (UNHCR) door Franz Fayot, minister van Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Actie. ©MAAE

Ik zou ook graag het belang van technologie en innovatie willen benadrukken. Ik haal vaak het feit aan dat de COVID-19 pandemie ons heeft verplicht te innoveren. Of het nu gaat om innovatie in het dagelijkse leven of in het domein van communicatie voor een organisatie die 82 miljoen mensen onder haar mandaat heeft. Het verlies van het fysieke contact met velen van hen die steun nodig hebben en het verlies van advies en interactie met onze collega’s, heeft ons gedwongen om in te zetten op technologische innovatie en communicatie vanop afstand. Het feit dat Luxemburg onze samenwerking al meerdere jaren wil toespitsen op technologische innovatie, voornamelijk in noodsituaties, is een goed voorbeeld voor andere donors. Ik ben verheugd dat u het initiatief heeft genomen om een forum over innovatie in humanitaire hulp te organiseren. Ik geloof dat dit welkom is voor de hele humanitaire sector, aangezien we partnerschappen moeten ontwikkelen met zowel staten als met de privésector.  

Ik zou graag een ander fundamenteel punt benadrukken, dat misschien niet rechtstreeks gekoppeld is aan dit akkoord, maar dat onderdeel uitmaakt van het partnerschap van UNHCR met Luxemburg. UNHCR waardeert het ten zeerste, en ik zou zelfs zeggen dat UNHCR erop rekent dat, in het moeilijke debat rond vluchtelingen en migratie, Luxemburg in Europa een stem van de rede en principes blijft. Tijdens Europese fora waar de discussies soms bijzonder hard waren, is Luxemburg altijd realistisch geweest en heeft het tegelijk altijd principiële standpunten ingenomen die ons veel hebben geholpen. Deze standpunten hebben de weg voor anderen geopend om Luxemburg te volgen in wat het land zo moedig heeft gedaan, vooral in een context waar er zeer veel voorzichtigheid en vrees bestaat om een deel van de publieke opinie te verliezen. We weten dat het fenomeen van vluchtelingen en migratie in Europa complex is. We weten ook dat het kan worden beheerd en we hebben deze stem van de rede nodig om ervoor te zorgen dat de praktische oplossingen die wij voorstellen een plaats krijgen in deze discussie en kunnen aangenomen worden door de staten. Daarom wil ik Luxemburg ook hiervoor bedanken, ik heb dit vandaag trouwens tegen de Eerste Minister gezegd, evenals tijdens mijn gesprek in het Parlement met de Commissie voor Buitenlandse Zaken en we zullen vervolgens minister Asselborn ontmoeten om de discussie voort te zetten. Ik zou graag opnieuw het Luxemburgse volk bedanken via de media voor deze zeer belangrijke en gewaardeerde steun, waarvan ik hoop en vertrouw dat die de komende jaren zal worden voortgezet.