Levens redden van vluchtelingen en migranten in nood op de Middellandse Zee moet opnieuw een prioriteit worden voor de Europese Unie en de internationale gemeenschap. Dit is de oproep van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en UNHCR, de VN-Vluchtelingenorganisatie, op basis van verzamelde getuigenissen van de overlevenden van de meest recente scheepsramp.
UNHCR-personeel in de Siciliaanse haven Porto Empedocle wacht op de ontscheping van het handelsschip Vos Triton. ©UNHCR
41 drenkelingen vermist op zee
Het UNHCR-team in de Siciliaanse haven van Porto Empedocle, waar 77 migranten en vluchtelingen wachten op ontscheping uit het handelsschip Vos Triton, heeft nauwkeurige informatie verzameld over een schipbreuk die op zaterdag 20 februari in de Centraal-Middellandse Zee heeft plaatsgevonden. Op basis deze informatie werd bevestigd dat minstens 41 mensen verdronken zijn en hun lichamen nog steeds vermist worden.
Volgens getuigenissen vertrok op donderdag 18 februari vanuit Libië een rubberboot met 120 mensen aan boord, waaronder vier kinderen en zes vrouwen, inclusief één zwangere vrouw. Na ongeveer vijftien uur op zee begon de rubberboot water te maken en probeerden de opvarenden op alle mogelijke manieren om hulp te roepen. Gedurende deze tijd zijn zes mensen om het leven gekomen nadat ze in het water waren gevallen. Twee anderen zijn verdronken nadat ze tevergeefs hadden geprobeerd om naar een schip te zwemmen dat zich een eind verder bevond.
Na ongeveer drie uur bereikte het handelsschip Vos Triton de rubberboot om een reddingsactie uit te voeren, maar in deze moeilijke en delicate operatie, lieten alsnog velen het leven. Slechts één lichaam kon geborgen worden. Onder de vermisten zijn drie kinderen en vier vrouwen. Een van hen laat een pasgeboren baby achter, die momenteel in Lampedusa wordt opgevangen.
Een van ’s werelds meest gevaarlijke migratieroutes
Tot nu toe kwamen in 2021 reeds 160 mensen om het leven in de Centraal-Middellandse Zee. Tienduizenden mensen die langs de route door Libië naar het centrale Middellandse Zeegebied zijn gereisd, zijn het slachtoffer geworden van het wreedaardige geweld van mensenhandelaars en milities.
Uit cijfers van UNHCR blijkt dat meer dan 3800 mensen die tussen 1 januari en 21 februari 2021 over zee Italië hebben bereikt, 2527 mensen vanuit Libië vertrokken zijn.
Volgens cijfers van IOM zijn in diezelfde periode meer dan 3580 personen onderschept op zee en teruggestuurd naar Libië. Hier worden ze vaak gedwongen en willekeurig vastgehouden in detentiecentra en lopen het risico om slachtoffer te worden van misbruik, geweld en ernstige mensenrechtenschendingen.
“Libië is geen veilige plaats om mensen naar terug te sturen”
IOM en UNHCR herhalen dat Libië geen veilige plaats is om mensen naar terug te sturen en dat alles in het werk moet worden gesteld om ervoor te zorgen dat mensen die op zee gered worden, niet naar Libië teruggestuurd worden.
Nood aan beter Europees opsporings- en reddingsysteem
De plicht om mensen op zee te redden, moet altijd nageleefd worden, ongeacht hun nationaliteit en legale status, in overeenstemming met de internationale verplichtingen.
Dat migranten en vluchtelingen wanhopig blijven proberen om Europa te bereiken via het centrale Middellandse Zeegebied, toont aan dat er dringend nood is aan een onmiddellijke internationale inspanning om menselijke alternatieven te bieden voor deze dodelijke overtochten over zee. De oplossingen bestaan. Wat nodig is, is een stapsgewijze verandering om de toegang tot onderwijs en de beschikbare bronnen van levensonderhoud in de landen die op de route liggen, te verbeteren.
Deel op Facebook Deel op Twitter
