Al zeventig jaar lang beschermen, redden en veranderen de collega’s bij de VN-Vluchtelingenorganisatie miljoenen levens. Maar Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen Filippo Grandi zegt dat het zo veel beter zou zijn, mocht niemand in de eerste plaats gedwongen worden om te vluchten…
Een Hongaarse vluchtelingenfamilie staat buiten voor een huis in Oostenrijk, 1958. © Szabo
Toen na de Tweede Wereldoorlog de door conflict verwoeste wereld zich langzaamaan begon herop te bouwen, kreeg UNHCR de opdracht Europese vluchtelingen op te vangen. De VN-Vluchtelingenorganisatie werd op 14 december 1950 opgericht met een expliciet politiek neutraal mandaat van beperkte duur, alsof het bestaan ervan een herinnering was aan alle ellende die best samen met het puin van de oorlog werd uitgewist.
Maar, de veranderende internationale orde veroorzaakte nieuwe conflicten en dus ook meer vluchtelingen. 200 000 Hongaren vluchtten naar Oostenrijk nadat de opstand van 1956 de kop werd ingedrukt door Sovjettroepen. Het jaar nadien, verzocht Tunesië UNHCR om hulp toen, vanwege de onafhankelijkheidsoorlog in buurland Algerije, tienduizenden mensen de grens overstaken, op zoek naar veiligheid.
En de missie bleef zich uitbreiden. Het post-koloniale tijdperk ging gepaard met eerst de strijd voor bevrijding en vervolgens de strijd om macht, met miljoenen burgers die in deze strijd verwikkeld raakten. Jaar na jaar, continent per continent, werd UNHCR opgeroepen om het groeiend aantal mensen dat gedwongen hun huis moest achterlaten te helpen, gaande van Centraal-Amerika tot Sub-Sahara-Afrika en van Vietnam tot Cambodja.
Het afgelopen jaar is reeds het veertigste jaar dat mensen in Afghanistan gedwongen hun thuis moeten verlaten. Volgend jaar zal het tien jaar geleden zijn dat het conflict in Syrië is uitgebroken. En zo zijn er nog meer verjaardagen die we liever niet vieren, nieuwe conflicten die ontstaan of die weer opduiken, zelfs als de gevolgen van de oude conflicten nog steeds voelbaar zijn. De afgelopen zeventig jaar heeft een wereld die gezworen had een tijdperk van vrede in te luiden, haar gevechten zorgvuldig weten kiezen, maar deze niet deskundig weten oplossen.
“De afgelopen zeventig jaar heeft een wereld die gezworen heeft een tijdperk van vrede in te luiden, haar gevechten zorgvuldig weten kiezen.”
Tot gevolg wordt UNHCR steeds weer opgeroepen om alles in het werk te stellen om mensen die hun thuis moeten ontvluchten, te beschermen. Dit heeft vaak tot compromissen geleid. We zitten meestal niet ‘rond de tafel’ wanneer er beslist wordt over het lot van naties en mensen, maar achter de schermen zijn we zeker wel aanwezig, door mensen te helpen die gedwongen op de vlucht zijn, wanneer deze geschillen onopgelost blijven. Onze niet-politieke aard staat in ons statuut verankerd. Net omdat we in zo veel crisissen aanwezig zijn en op zo veel noodsituaties antwoord bieden, brengt ons werk vaak een complexe diplomatie met zich mee. Het zorgt ervoor dat we voor moeilijke beslissingen en onmogelijke keuzes komen te staan, ook omdat we ernaar streven om steeds grotere aantallen kwetsbare mensen te bereiken met middelen die niet altijd voldoen aan de grote nood.
De collega’s bij UNHCR in het heden en het verleden zijn trots op het verschil dat ze hebben kunnen maken, en de levens die ze hebben beschermd, veranderd en gered. Ze zijn er trots op dat ze nieuwe uitdagingen zijn aangegaan, zoals de gevolgen van de klimaatverandering of, meer recentelijk, de pandemie van het coronavirus. Dit zijn overigens factoren die nog een bijkomende uitdaging vormen bovenop de reeds bestaande problemen die ontheemding met zich meebrengt.
Tegelijkertijd zouden ze willen dat hun job niet nodig zou zijn. Als oorlogvoerende partijen tot een staakt-het-vuren zouden komen, als mensen op de vlucht terug veilig naar huis zouden kunnen keren, als overheden de verantwoordelijkheid van hervestiging zouden delen, als staten zich aan hun verplichtingen zouden houden onder de internationale wetgeving omtrent asiel en het non-refoulementprincipe – geen mensen terugsturen naar het land van herkomst als hun leven er bedreigd wordt – dan zouden we bij UNHCR veel minder zorgen hebben.
En ja, we hebben al meermaals opgeroepen tot bovenstaande oplossingen.
In 1994 maakte ik deel uit van het UNHCR-noodhulpteam in wat toen nog Zaïre heette, maar vandaag de Democratische Republiek Congo is. Op vier dagen tijd staken een miljoen mensen de grens met Rwanda over, om vervolgens in een cholera-uitbraak terecht te komen die tienduizenden dodelijke slachtoffers maakte. Enkele collega’s van mij hadden gezworen mensen te beschermen, maar waren in de plaats daarvan graven aan het delven. Je kan denken aan de levens die je hebt gered, aan het moment dat de wanhoop van een vluchteling in hoop veranderde dankzij jouw inspanningen. Maar je vergeet nooit de levens die je niet redden kon.
“Op de zeventigste verjaardag van UNHCR daag ik de internationale gemeenschap uit om mij werkloos te maken.”
Bijna een jaar geleden bereikte het aantal vluchtelingen, intern ontheemden, asielzoekers en staatlozen de kaap van 1% van de totale wereldbevolking. Ik vraag me af welk cijfer we onaanvaardbaar zullen achten: twee procent, vijf procent of meer? Hoeveel mensen moeten het verlies en de onwaardigheid van ontheemding ondergaan, voordat politieke leiders de oorzaken van hun vlucht oplossen?
Daarom is mijn uitdaging voor de internationale gemeenschap op de zeventigste verjaardag van UNHCR de volgende: maak mij werkloos. Maak het tot jullie doel om een wereld te bouwen waarin er werkelijk geen nood is aan een vluchtelingenorganisatie van de VN omdat niemand meer gedwongen zal worden te vluchten. Begrijp me niet verkeerd: zoals de zaken er nu voorstaan, is ons werk van essentieel belang, maar de paradox is dat we eigenlijk niet zouden moeten bestaan. Als we nog meermaals onze verjaardag vieren, is de enige conclusie die we kunnen trekken, dat de internationale gemeenschap gefaald heeft.
Maar als de factoren die aan de basis liggen van massale ontheemding, al slechts in een tiental landen zouden worden opgelost, zouden miljoenen vluchtelingen terug naar huis kunnen keren, net als nog eens miljoenen intern ontheemden. Dat zou reeds een heel goed begin zijn en iets wat we allemaal écht zouden kunnen vieren.
Deel op Facebook Deel op Twitter