VN-agentschappen verwelkomen de relocatie van 18 niet-begeleide asielzoekende kinderen van Griekse eilanden naar België

De groep kinderen bestaat uit 1 meisje en 17 jongens tussen 9 en 18 jaar oud die afkomstig zijn uit Afghanistan, Syrië, Iran, Somalië en Guinee. Op 4 augustus 2020 zijn ze met de hulp van IOM op de luchthaven van Brussels Airport aangekomen waar ze door de Belgische autoriteiten en IOM werden ontvangen. Voor vertrek werden alle kinderen negatief getest op COVID-19 en bij aankomst stond Fedasil, het federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers, in voor de gebruikelijke medische screening.

“België geeft hiermee een sterk signaal van Europese solidariteit en draagt zo bij tot de veiligheid en het welzijn van deze kinderen, ver weg van oorlog en wreedheden. UNHCR heeft nauw samengewerkt met de Europese Commissie, EASO, IOM, UNICEF, Griekenland en België om deze bijzonder kwetsbare kinderen over te brengen, het bewijs dat we samen een verschil kunnen maken”, aldus Gonzalo Vargas Llosa, UNHCR-vertegenwoordiger in Brussel.

Alle kinderen hebben om internationale bescherming verzocht en zullen de standaard asielprocedure in België volgen. Bij aankomst werden er onmiddellijk professionele voogden van Caritas België door de Dienst Voogdij aangesteld en de kinderen werden ondergebracht in door Fedasil beheerde oriëntatie- en observatiecentra om ervoor te zorgen dat er voldoende zorg en ondersteuning wordt geboden in het belang van ieder kind.

De overbrenging maakt deel uit van een door de Europese Commissie gesteund en gefinancierd Europees overbrengingssysteem dat tot doel heeft 1600 niet-begeleide en van hun ouders gescheiden kinderen van de Griekse eilanden naar andere deelnemende Europese lidstaten over te brengen. In totaal hebben elf lidstaten zich ertoe verbonden deel te nemen, waaronder Luxemburg, Duitsland, Finland en Portugal.

“Met deze relocatie dragen België en Griekenland – samen met onze partners – bij tot een doeltreffende en humane vorm van solidariteit waarvan we weten dat ze werkt. Het werkt voor de meest kwetsbare kinderen en anderen kwetsbare personen in nood. Het werkt voor Griekenland en voor andere Europese landen”, aldus Ola Henrikson, Regionaal Directeur van de IOM voor de EER, de EU en de NAVO.

UNHCR heeft samen met IOM en UNICEF de Griekse autoriteiten actief gesteund bij de identificatie van de niet-begeleide en van hun ouders gescheiden kinderen, en stelt hierbij steeds het belang van het kind voorop, door onder meer rekening te houden met bestaande familiebanden. Er wordt hierbij voorrang gegeven aan de kinderen die in de meest precaire omstandigheden leven, zowel op de eilanden als op het vasteland.

“Met deze relocatie dragen België en Griekenland – samen met onze partners – bij tot een doeltreffende en humane vorm van solidariteit waarvan we weten dat ze werkt.”

Voor hun vertrek uit Griekenland, heeft IOM de kinderen overgebracht naar een IOM-faciliteit die is aangepast aan hun behoeften, die hen medische en sociaal-psychologische ondersteuning biedt en hen voorbereidt op vlak van oriëntatie en integratie in België. IOM voerde ook standaard gezondheidstests en medische onderzoeken uit binnen het kader van de huidige COVID-19 pandemie. Tot slot stond IOM ook in voor de organisatie en begeleiding van de reis.

Er werden momenteel meer dan 4.600 niet-begeleide en van hun ouders gescheiden kinderen in Griekenland geïdentificeerd, waarvan meer dan 1.100 in overvolle opvang- en identificatiecentra op de eilanden in de Egeïsche Zee verblijven. De meesten leven in precaire omstandigheden en lopen een risico op uitbuiting, geweld en mensenhandel. Daarom is alle steun van de lidstaten en van de EU van cruciaal belang om hun onmiddellijke bescherming, hun gezondheid en hun welzijn op de lange termijn te waarborgen.

Aangezien er in Griekenland nog steeds honderden niet-begeleide vluchtelingenkinderen in wanhopige en onveilige omstandigheden leven, hopen UNHCR, IOM en UNICEF dat deze door de Belgische regering uitgevoerde relocatie andere lidstaten zal aanmoedigen om meer solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid te tonen binnen Europa.