De Syrische vluchteling Salem kweekt zijn kostbare bloemen in Libanon opnieuw om zijn familie en anderen van een broodnodig inkomen te voorzien.
Meerdere keren per week, wanneer de rozen in volle bloei zijn, staan de Syrische vluchteling Salem al-Azouq en zijn familie bij zonsopgang op om de bloemen te plukken in de koele ochtendlucht. Op dat moment ruiken de levendige roze bloesems het lekkerst.
Samen lopen ze door het gehuurde veld achter hun woning, kiezen ze zorgvuldig de grootste bloemen uit en plaatsen ze deze in plastic emmers om het vocht vast te houden. Klaar om te worden omgezet in een breed aanbod aan zoet geurende rozenproducten.
“Mijn kinderen vinden het heerlijk om de rozen te plukken. Ze spelen met elkaar in de strijd om de mooiste te kiezen, waarbij ze een onderscheid maken tussen de rozen die goed zijn voor jam en de rozen die goed zijn voor siroop”, legt Salem uit.
De oogst zorgt niet alleen voor een levensbelangrijk inkomen voor de familie, maar verbindt hen ook met hun vaderland. Het grootste deel van zijn leven werkte Salem met zijn vader op hun boerderij in Damascus om de beroemde Damastrozen die hun naam aan de hoofdstad van Syrië ontlenen, te telen.
“Het is een bevrijding voor de ziel en de geest.”
Toen Salem en zijn familie door het conflict gedwongen werden om Syrië te ontvluchten en in 2012 naar Libanon te verhuizen, nam hij honderden zaden met zich mee. Slechts 35 zaadjes ontkiemden uiteindelijk, maar dankzij zijn ervaring met enten kon hij nieuwe planten kweken en zijn kleine kwekerij verder ontwikkelen, zodat er momenteel opnieuw duizenden roze rozen achter zijn huis groeien.
“Het is een bevrijding voor de ziel en de geest, want hoewel ik nu in een ander land woon, kan ik in dezelfde sector verder blijven werken”, zegt hij.
Sinds hij in de Libanese Bekaa-vallei is gestart met het telen van zijn rozen, is Salem in staat geweest om die te telen zonder chemische meststoffen of pesticiden, waardoor zijn eindproduct biologisch is. Bekijk hier een filmpje hoe Salem zijn rozen teelt.
Salem en zijn vrouw Nahla gebruiken de tere bloemblaadjes om hun eigen zoete rozensiroop en -jam en geurig rozenwater te maken, dat ze dan lokaal verkopen. Ze leveren ook gedroogde bloemen in bulk aan lokale fabrieken die er rozenthee van maken.
“We plukken twee of drie keer per week, afhankelijk van welke maand het is. Het seizoen loopt van april tot november”, legt hij uit. “Het meeste dat ik in een week heb geplukt is 150 kilo en het minste is 22 kilo.”
Op het hoogtepunt van het plukseizoen zijn de rozen ook een bron van inkomsten voor anderen. Salem deelt het werk met maximaal 25 arbeiders tegelijk, waaronder Syrische vluchtelingen die helpen om de bloemen te plukken en lokale Libanezen die rondrijden met kleine vrachtwagens om de gedroogde bloemen en andere producten te vervoeren voor verkoop.
Buiten het teeltseizoen geeft Salem workshops voor vluchtelingen en de lokale bevolking om hen te informeren over biologische landbouwtechnieken, waaronder het maken van hun eigen meststoffen uit huishoudelijk afval.
De landbouw is een van de weinige sectoren waarin Syrische vluchtelingen legaal in Libanon kunnen werken, en is na de bouw de grootste bron van werkgelegenheid voor hen.
De Bekaa-vallei is het agrarische hart van Libanon en herbergt een groter deel (37,5 procent) van alle geregistreerde Syrische vluchtelingen dan welke andere regio dan ook, waardoor gezinnen die het moeilijk hebben, essentiële kansen op werk hebben.
Ondanks het feit dat hij in Libanon voor zijn familie kan zorgen, verlangt Salem er nog steeds naar om weer thuis te zijn in Syrië.
“De geur van de rozen, ze doen me denken aan thuis,” zegt hij. “Als ik ’s morgens naar mijn rozen kijk, ben ik ervan overtuigd dat ze daar toch een betere toekomst hebben.”
Deel op Facebook Deel op Twitter