De Zuid-Soedanese jongen Gift is op de vlucht voor een burgeroorlog, maar tegelijkertijd vastberaden om zijn studies voort te zetten. Momenteel gaat hij naar school in de Democratische Republiek Congo. Ondanks zijn vindingrijkheid, scherpzinnigheid en vastberadenheid, bestaat de kans dat hij niet naar het secundair onderwijs kan overstappen.
Gift, 10, is al drie jaar lang de beste van zijn klas. Toch is dat misschien niet genoeg om hem op school te houden.
Toen hem werd gevraagd wat zijn drijfveer was om tegen alle verwachtingen in te presteren, zei hij “Als ik groot ben, wil ik graag leraar worden. Ik wil dit beroep uitoefenen, omdat ik graag mensen wil helpen die over minder kennis beschikken.”
De kansen die hij had, waren flinterdun. Gift ontvluchtte de oorlog die in zijn thuisland Zuid-Soedan woedde, een oorlog die het leven van zijn vader heeft gekost. Gift en zijn oom – die zijn wettelijke voogd werd nadat zijn vader vermoord werd en hij het contact met zijn moeder verloor – zochten in 2016 veiligheid in de Biringi-nederzetting in de DRC.
“De oorlog zorgt voor veel leed – Ik moest de school verlaten door de oorlog. Toen ik hoorde dat ik weer naar school mocht gaan, maakte het me gelukkig.” herinnert hij zich met een glimlach.
Na het verlies van zijn thuis en zijn ouders, bleef Gift toch vastberaden en werkte hard. Vastbesloten om te slagen, werd hij de primus van de klas, leerde frans zonder enige voorkennis, en probeerde ook na zonsondergang verder te studeren.
Dat zorgde wel voor een praktisch probleem: er was geen elektriciteit, waardoor hij geen licht had om thuis in het donker te studeren. Zijn oplossing? Een eigen lamp op zonne-energie ontwerpen. “Ik moest dit maken,” zei hij met in de hand een kleine lantaarn bestaande uit drie lampjes en een zonnebatterij die met plakband bij elkaar gehouden wordt.
Ondanks al zijn harde werk hangt er een enorme donderwolk boven de toekomst van Gift. De getalenteerde tiener zit in zijn laatste jaar van de lagere school en in de oostelijke delen van de Democratische Republiek Congo (DRC) zijn de middelbare scholen schaars en kilometers ver van elkaar verwijderd.
De jongen herinnert zich nog goed zijn eerste dag in de Uboko lagere school, waar 800 Congolese- en vluchtelingenkinderen samen studeren na de herstelling van de school door UNHCR. Hij was opgelaten en dankbaar dat hij de kans kreeg om opnieuw naar school te kunnen gaan.
Gift beseft dat de kansen om verder te studeren heel gering zijn. Hij vreest er ook voor dat hij in de ogen van zowel zijn gastgemeenschap als zijn medevluchtelingen als waardeloos zal worden beschouwd als hij zijn studies niet kan voortzetten. Het is voor hem dus van vitaal belang om te studeren, zowel omdat hij hoopt leraar te worden als om een stem te geven aan anderen in zijn situatie.
Aangezien Zuid-Soedanese kinderen toevlucht blijven zoeken op Congolees grondgebied, wordt de onderwijskloof alleen maar groter. Slechts 4.400 van de 12.500 Zuid-Soedanese kinderen in de DRC hebben toegang tot basisonderwijs en tot voor kort was de mogelijkheid om naar het secundair onderwijs te gaan onbestaand.
In 2019 startte UNHCR, de VN-Vluchtelingenorganisatie, met een klein programma om vluchtelingen in te schrijven in het secundair onderwijs. Het helpt ook bij de bouw en renovatie van schoolgebouwen. Toch gaat maar liefst 92 procent van de meer dan 6.000 Zuid-Soedanese middelbare scholieren nog steeds niet naar school.
UNHCR helpt vluchtelingenkinderen zoals Gift naar school te gaan door financiële steun te geven aan vluchtelingengezinnen en hen de schoolkosten zoals schoolboeken, benodigdheden en uniformen te helpen dragen. Maar zowel de middelen als de mogelijkheden zijn beperkt, voornamelijk wat de middelbare school betreft, met als gevolg dat Gift en duizenden andere Zuid-Sudanese vluchtelingen hun studies vroegtijdig moeten stopzetten.
Toch kan hij zich eenvoudigweg geen leven zonder onderwijs voorstellen.
“Het zou verschrikkelijk zijn als ik niet naar de middelbare school kan gaan,” zei hij. “Er moet voor iedereen een manier zijn om te studeren.”
Ann Encontre, regionale vertegenwoordiger van UNHCR in de DRC, zei dat er zich onder de jonge vluchtelingen die ze ontmoet heeft “buitengewone talenten” bevinden. “Als je met hen praat, zie je hoe graag ze willen leren.”
De middelbare school geeft vluchtelingenjongeren een gevoel van doelgerichtheid, een visie op de persoon die ze kunnen worden en de kennis die hen op een dag zal helpen hun huizen weer op te bouwen, voegt ze eraan toe.
“Het alternatief voor school is wachten, zonder duidelijke opties voor de toekomst. Daarom doen we er alles aan om hen een opleiding te geven.”
Dit verhaal komt aan bod in het UNHCR-onderwijsrapport van 2019: “Stepping Up: Refugee Education in Crisis.
Deel op Facebook Deel op Twitter