Hieronder is een samenvatting van wat UNHCR woordvoerder, Babar Baloch – aan wie de tekst kan worden toegeschreven -, tijdens de persconferentie van vandaag in het Palais des Nations in Genève, heeft gezegd.
Twee maanden nadat door grootschalig geweld honderdduizenden mensen gedwongen hun thuis in de oostelijke provincie van Ituri zijn ontvlucht, hebben de ernstige onderfinanciering en de toenemende onveiligheid er toe geleid dat steeds meer mensen niet naar huis kunnen terugkeren en nood hebben aan humanitaire hulp.
In de laatste drie weken van juni zochten meer dan 145.000 mensen die recent ontheemd raakten veiligheid en hulp in opvangsites voor ontheemden in de Ituri-streek, terwijl er daarbovenop naar schatting nog eens 215.000 mensen naar aangrenzende gebieden zijn gevlucht. Het feitelijke cijfer is moeilijk te verifiëren vanwege de moeilijke bereikbaarheid op sommige plaatsen en de grote oppervlakte van de gebieden waaruit mensen gevlucht zijn. Sindsdien blijven duizenden mensen vluchten, zij het in minder grote getale.
Aanhoudend geweld tussen milities zorgt ervoor dat velen bang zijn om terug naar huis te keren. Tijdens een recente missie naar de stad Djugu om hulp te bieden, troffen medewerkers van UNHCR, de VN-Vluchtelingenorganisatie, verlaten dorpen met talloze in brand gestoken en verlaten huizen aan.
Mensen worden gedwongen om hun toevlucht te zoeken waar ze kunnen. Sommigen zijn door andere families opgevangen, maar een groot deel is genoodzaakt om in de open lucht te slapen. Drodro, een relatief klein dorp, heeft haar bevolking in slechts enkele weken tijd zien verdrievoudigen, waardoor lokale scholen en kerken zijn omgevormd tot grote, erbarmelijke slaapzalen.
Onze medewerkers hebben talrijke getuigenissen gehoord van mensen die familieleden hebben verloren. Sommigen die naar huis probeerden terug te keren om voedsel en bezittingen op te halen, werden omgebracht door gewapende groepen als waarschuwing voor anderen om niet terug te keren. De onzekerheid over de toekomst wordt beheerst door angst.
Ontheemden en vluchtelingen in de DRC hebben dringend behoefte aan onderdak, water, sanitaire voorzieningen, gezondheidszorg en voedsel. Door de overbevolking worden vrouwen en meisjes kwetsbaar voor seksueel en gendergerelateerd geweld. Slechte hygiënische omstandigheden als gevolg van het gebrek aan schoon water en latrines vergroten het risico op de verspreiding van ziektes.
UNHCR verleent hulp op de opvangsites voor ontheemden, waar we collectieve noodhangars bouwen voor mensen die in de open lucht slapen, en voor de meest kwetsbare gezinnen individuele schuilplaatsen voorzien. Er is echter een dringende behoefte aan nieuwe opvangcentra zodat de scholen ontruimd kunnen worden voordat het nieuwe schooljaar in september van start gaat. Er worden essentiële huishoudartikelen voorzien, maar de noden overtreffen de huidige voorraden van UNHCR.
Ook blijft de financiering voor deze humanitaire crisis kritisch laag. UNHCR roept daarom de internationale gemeenschap op om bijkomende bijdragen te leveren om humanitaire organisaties in staat te stellen levensreddende hulp te verlenen. Sinds begin 2019 heeft UNHCR slechts 32% van de 150 miljoen dollar ontvangen die nodig is voor onze activiteiten.
Voor meer informatie rond dit onderwerp kunt u contact opnemen met :
Deel op Facebook Deel op Twitter