Zestig jaar geleden werd het Vluchtelingenverdrag van Genève ondertekend. Sindsdien is een kans op een nieuwe toekomst geboden aan miljoenen mensen die op de vlucht waren voor oorlog.
60 jaar Vluchtelingenverdrag van Genève: Europa moet vasthouden aan zijn waarden.
Zestig jaar geleden werd het Vluchtelingenverdrag van Genève ondertekend. Sindsdien zijn bescherming en een kans op een nieuwe toekomst geboden aan miljoenen mannen, vrouwen en kinderen die op de vlucht waren voor vervolging, oorlog of foltering. Dat neemt niet weg dat de wereld nog steeds wordt geteisterd door nieuwe en oude conflicten. Dit voorjaar sloegen meer dan een miljoen mensen op de vlucht voor de oorlog in Libië. Slechts een relatief klein deel daarvan kwam naar Europa, maar we waren allemaal geschokt door de beelden van de mannen, vrouwen en kinderen die hun leven waagden door te proberen in vaak niet-zeewaardige bootjes de Middellandse Zee over te steken in zeer wisselende weersomstandigheden, waarbij een onbekend, maar groot aantal van hen onderweg is verdronken.
Europa is het aan deze mensen, aan alle vluchtelingen en aan zichzelf verplicht om de waarden van het Vluchtelingenverdrag van 1951 uit te blijven dragen. Het Vluchtelingenverdrag is ontstaan vanuit een sterke gevoel van “dit nooit meer” na de Tweede Wereldoorlog. Het bood een helder juridisch kader voor de bescherming van individuele personen die vluchten voor vervolging. De waarden die zijn vastgelegd in het Vluchtelingenverdrag en in andere internationale instrumenten die in diezelfde tijd werden goedgekeurd, zoals de universele verklaring van de rechten van de mens en de verdragen van Genève inzake het oorlogsrecht, maken deel uit van de Europese identiteit en zijn verankerd in de structuur van de Europese Unie. De EU is ontstaan uit de wens om oorlogsellende te voorkomen. Mensenrechten en de bescherming van vluchtelingen vormen de kern van de Europese samenwerking.
Laten we niet vergeten dat Europeanen, waarvan velen nu EU-burgers zijn, zelf in grote mate hebben geprofiteerd van het Vluchtelingenverdrag gedurende veertig van de zestig jaar dat het van kracht is. De oorlogen op de Balkan en de vluchtelingen die als gevolg daarvan bescherming nodig hadden, liggen nog vers in ons geheugen. En het hoge commissariaat voor de vluchtelingen van de Verenigde Naties werd begin jaren vijftig in de eerste plaats opgericht voor hulp aan de honderdduizenden mensen die een half decennium na de Tweede Wereldoorlog nog arm en ontheemd waren.
De politieke leiders in heel Europa pleiten al lang voor de ontwikkeling van democratische structuren als de beste garantie voor rechten en kansen voor volkeren in de hele wereld. Met de gebeurtenissen in het zuidelijke Middellandse Zeegebied kunnen we deze aansporingen omzetten in concrete daden. De regering en de bevolking van Tunesië en Egypte hebben zich zeer genereus en gastvrij getoond bij de opvang van honderdduizenden vluchtelingen uit Libië. De EU heeft erkend dat we solidair moeten zijn met de landen in Noord-Afrika, maar zou veel meer kunnen doen.
In de lidstaten gaat het debat vooral over de problemen die de vluchtelingen uit Libië opleveren in plaats van over de manier waarop zij onze samenleving zouden kunnen verrijken. In de discussie wordt vaak evenmin rekening gehouden met de verdeling van asielzoekers en vluchtelingen in de wereld. In de 27 EU-lidstaten werden vorig jaar 243 000 asielaanvragen ingediend, dat is ongeveer 29% van het totale aantal asielaanvragen in de hele wereld. Alleen al in Zuid-Afrika bedroeg dit aantal 180 000. Van de personen die worden erkend als vluchteling, verblijft ongeveer 80% in ontwikkelingslanden. Vorig jaar hebben de EU-lidstaten ongeveer 74 000 mensen de vluchtelingenstatus of een andere vorm van bescherming toegekend. Ter vergelijking: in één vluchtelingenkamp in Dabaab (Kenia) verblijven ongeveer 400 000 vluchtelingen, en hun aantal neemt dagelijks met 1 300 tot 1 500 toe vanwege de crisis in Somalië.
De EU heeft zeker de capaciteit om meer verantwoordelijkheid op zich te nemen voor vluchtelingen en asielzoekers. Op dit moment is er nog geen echt gemeenschappelijk Europees asielstelsel, want er zijn nog steeds aanzienlijke verschillen tussen de lidstaten in de manier waarop zij asielzoekers opvangen en behandelen. In 2010 had een asielzoeker uit Irak 49% kans om in Frankrijk internationale bescherming te verkrijgen, 56% in Duitsland en minder dan 2% in Griekenland of Ierland. Een stelsel waarin asielaanvragen zo wisselend worden behandeld, is niet voltooid. Hopelijk geeft de zestigste verjaardag van het Vluchtelingenverdrag een nieuwe impuls aan de oprichting van een echt gemeenschappelijk Europees asielstelsel. Het nieuwe Europees ondersteuningsbureau voor asielzaken zal naar verwachting een concrete bijdrage leveren aan meer solidariteit, zowel tussen de EU-lidstaten als tussen de EU en de landen daarbuiten.
Europa zou ook veel meer kunnen doen op het gebied van hervestiging. Dit is het proces waarbij vluchtelingen veelal van een minder ontwikkeld land worden overgebracht naar een nieuwe vaste woonplaats in een ontwikkeld land. Dit gebeurt met name wanneer zij niet veilig kunnen blijven in het land waar zij in eerste instantie asiel aanvroegen, of als zij daar geen permanente oplossing kunnen vinden. Jaarlijks biedt Europa ongeveer 6 000 hervestigingsplaatsen, wat ongeveer 7,5% vormt van het totale aantal beschikbare plaatsen wereldwijd. Als wij sneller een EU-breed hervestigingsprogramma zouden invoeren en meer vluchtelingen zouden opvangen, onder andere door extra plaatsen ter beschikking te stellen en snellere vertrekprocedures te regelen voor de mensen die op hervestiging wachten in de grensgebieden tussen Tunesië/Egypte en Libië, zou dat een welkom teken zijn van meer inzet voor internationale solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid.
Nu we ons opmaken voor de viering van de zestigste verjaardag van het Vluchtelingenverdrag op 28 juli, moeten we erkennen dat dit verdrag centraal blijft staan in de Europese waarden. Met het ontstaan van nieuwe crises en het uitblijven van een oplossing voor oude crises moeten wij meer doen om mensen die ontheemd zijn en vervolgd worden, te beschermen en een oplossing voor hen te vinden. Historisch gezien zou Europa hierin een onmisbare en nog altijd cruciale rol moeten spelen – laten wij ervoor zorgen dat wij die rol inderdaad op ons nemen.
Cecilia Malmström is Europees commissaris voor Binnenlandse Zaken. António Guterres is de hoge commissaris voor de vluchtelingen van de Verenigde Naties en oud-premier van Portugal.
Deel op Facebook Deel op Twitter