Het aantal niet-begeleide minderjarige asielzoekers die in België aankomen is significant gestegen.
In februari 2011 waren er 149 verzoeken van –hoofdzakelijk Afghaanse- minderjarigen (in de cijfers van dit jaar zijn de gevallen met betwiste leeftijd ook opgenomen). Ter vergelijking: in het hele jaar 2010 waren er 896. Er is een algemene toename van asielzoekers in België, maar de cijfers tonen dat het aantal asielzoekers disproportioneel gegroeid is.
Staf van het Oriëntatie- en Observatiecentrum voor niet-begeleide minderjarigen in Steenokkerzeel bevestigt dit. Het centrum wordt gerund door Fedasil (Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers) die in België de toevloed aan jongeren van buiten Europa – zonder ouders of voogd – een basisontvangst biedt.
“Niet alleen merken we dat er meer minderjarigen arriveren in België; ze worden ook jonger. Tot 2009 was de gemiddelde leeftijd van deze jongeren 16 à 17 jaar. Recenter zien we meer en meer kinderen die 12 à 13 jaar oud zijn.”, zegt Ingrid Reumers van Fedasil.
“Niet-begeleide kinderen zijn kwetsbaar voor een aantal redenen. Sommige lijden onder post-traumatische ervaringen in hun landen van oorsprong. Geweld en armoede heeft hen weg uit school gehouden. Velen zijn geconfronteerd met misbruik, moeilijke omstandigheden en gevaar op weg naar Europa”, vertelt Blanche Tax, Senior Policy Officer voor UNHCR.
“Mijn trip naar België heeft bijna een jaar geduurd,” zegt Azlan*, een Afghaanse jongen van 17 die in Steenokkerzeel verblijft. “Ik was bijna dood op de heenweg.” Azlan vertelt hoe één van de mensensmokkelaars hem en enkele andere kinderen door een gladde bergpas gidste op een donkere nacht. “De smokkelaars sloegen ons met stokken wanneer we niet snel genoeg gingen. Maar het was pikdonker en ik gleed uit.” Azlan viel verscheidene meters diep, maar overleefde de val.
Veel van de ongeveer 50 kinderen in Steenokkerzeel hebben vergelijkbare verhalen te vertellen. Eén van hen is een meisje uit Angola van amper 5 en haar broer die alleen naar België kwamen. “Het probleem is het krachtig netwerk van mensensmokkelaars”, zegt één van de sociaal assistenten van het centrum. “Mensensmokkel is een zeer lucratieve zaak die vele slachtoffers maakt en hele families uiteenscheurt.” Voor vele families is één van hun kinderen naar Europa brengen, een soort overlevingsstrategie. Dit zijn de zogename ankerkinderen.
Het centrum in Steenokkerzeel biedt een eerste vorm van onthaal aan voor niet-begeleide jongeren. De meeste jongelingen blijven circa een maand. Tijdens die periode gaan ze niet naar externe scholen maar krijgen de kinderen sommige cursussen en volgen ze activiteiten in het centrum. “Dit is de eerste keer dat ik les volg,” vertelt Mirzal*, een andere Afghaanse jongen. “In Afghanistan had ik nooit de kans om naar school te gaan.”
“In het geval van de Afghaanse kinderen heeft research van UNHCR aangetoond dat er verschillende achtergronden en motieven schuilen achter de reis van niet-vergezelde minderjarigen uit Afghanistan en naburige landen. Het toont aan dat de realiteit van die minderjarigen uit Afghanistan heel complex is en het niet vanzelfsprekend is om ze “ankerkinderen” en “economische migranten” te noemen.” zegt Blanche Tax van UNHCR. Ze zijn inderdaad misschien naar Europa gestuurd als een manier om zichzelf en/of de rest van de familie te beschermen. “Deze bijkomstigheden moeten met de grootste zorgvuldigheid bekeken worden wanneer men de noden van Afghaanse kinderen voor bescherming onderzoekt.” zegt Tax.
Het gebrek aan scholing en de blijvende onzekerheid zijn de hoofdredenen die de jongens inroepen om hun land te verlaten. Voor meisjes is het dan weer vaak de angst voor een gedwongen huwelijk of genitale verminking die hen doet vluchten.
Afghanen (38%) en Guinéers (18.5%) zijn de twee grootste groepen niet-begeleide asielzoekerskinderen in België. De toename van asielaanvragen van – meestal Afghaanse – niet-begeleide kinderen is momenteel een fenomeen dat vele landen in Europa en voornamelijk Zweden en Duitsland aangaat. De toename van niet-begeleide minderjarigen van Guinée blijft momenteel beperkt tot België en Frankrijk, twee landen waarin er al een grote Guinese diaspora is.
De kinderen ondergaan soms traumatiserende gebeurtenissen op hun reis naar Europa. Hetzij hun ouders hen nu naar Europa gestuurd hebben met de hulp van smokkelaars, hetzij ze onvrijwillig gescheiden zijn van hun ouders gedurende de vlucht, voor de meeste kinderen is het een drastische ervaring. Azlan legt uit hoe hij moeilijkheden had om op één iets gefocust te blijven na zijn vlucht. “Het is alsof de gevaarlijke reis naar België mijn brein heeft beïnvloed”, zegt hij triest.
Eén van de meisjes (12 jaar oud) barst in tranen uit wanneer ze probeert te praten over hoe ze gescheiden werd van haar ouders in Griekenland. Ze heeft geen idee waar haar ouders zijn en of ze zelfs maar in leven zijn. Ze is een van de zeldzame gevallen van meisjes die alleen in België aankomen. De meeste niet-begeleide kinderen uit Afghanistan zijn jongens.
Wanneer hij gevraagd wordt wat hij verwacht van zijn toekomst, trekt Mizral zijn schouders op en staart hij voor zich uit. Hij is één van de jongelingen die eerst in een hotel waren ondergebracht omdat alle opvangcentra in België barstensvol zaten. Zijn moeilijke persoonlijke omstandigheden en gevaarlijke trip naar België hebben zijn hoop de kop ingedrukt. Maar Azlan heeft ambitie: “Ik wil studeren en bouwingenieur worden! Ik hoop dat België me een soort zekerheid kan geven voor de toekomst.”
* Voor privacyredenen zijn de namen aangepast.
Deel op Facebook Deel op Twitter